Controle geleiding en
weerstandswaarde van de
weerstand
1
Afb. 5‐2
Controleren van de geleiding en weerstandswaarde van de weerstand
1. Elektrode
2. Weerstandssonde
E 1997 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
1. Voer de stappen 1 t/m 3 uit van Controle van de geleiding en
weerstandswaarde van de versterker/weerstand‐combinatie.
2. Zie afbeelding 5‐2. Draai de weerstandssonde (2) van de versterker
(4).
3. Controleer de weerstand met een mega‐ohmmeter. De
weerstandswaarde moet liggen tussen 153 en 187 mega‐ohm bij 500
V. Ligt de waarde buiten deze grenzen, vervang dan de
weerstandssonde.
2
3. Weerstandsveer
4. Versterker
412 815D
Uitgave 01/97
Problemen en oplossingen
4
3
5‐5
3127010A
Handleiding 31‐27