2. Foutopsporingstabel
(vervolg)
Probleem
4. Pistool levert
Niet werkende trekkerschakelaar
geen
hoogspanning
Beschadigde pistoolkabel
Niet werkende spanningsversterker
Defecte pistoolweerstand
Niet goed werkende
IPS‐besturingsunit
Defecte weerstand in de
spuitmondextensie
E 1997 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
Mogelijke oorzaak
412 815D
Uitgave 01/97
Problemen en oplossingen
Oplossing
Controleer op geleiding tussen de pennen 1 en 2
(aan de kant van besturingsunit van de kabel) met de
schakelaar ingeschakeld. Is er geen geleiding,
vervang dan de kabel.
Controleer op geleiding van de draden in de kabel,
van pen naar pen. Vervang de kabel als er kortsluiting
of kabelbreuk wordt gevonden.
Gebruik de optionele kortsluitplug en een ohmmeter
voor het controleren van de geleiding en de
weerstandswaarde van de versterker/weerstand‐
combinatie. De weerstandswaarde moet
195‐260 mega‐ohm zijn bij 500 volt. Op geen van de
onderdelen van het pistool mogen geen sporen van
doorbranden of vonken zichtbaar zijn.
Controleer de weerstand met een mega‐ohmmeter.
De weerstandswaarde moet 153‐187 mega‐ohm zijn
bij 500 volt.
Controleer of er 21 V= tussen de pennen 2 en 3 staat
(pistoolkant van de kabel) als de trekker is
overgehaald.
Controleer de weerstand met een mega‐ohmmeter.
De weerstandswaarde moet 18‐22 mega‐ohm zijn bij
500 volt.
5‐3
Handleiding 31‐27