Avvertenza: in caso di dubbio, fare installare la macchina
da un professionista. È troppo pericoloso lavorare se non
si ha la piena certezza di cosa si stia facendo.
Lama della Sega - Allineamento Diagonale
• La lama della sega può essere ruotata da 90° a 45°
dopo che il galletto è stato allentato.
Verificare la posizione a 90° e 45° prima dell'avvio iniziale
e di ogni avvio successivo! Fare una prova di taglio!
Allineare nuovamente l'angolo sui bulloni di regolazione
1 e 2.
Allineamento dell'Altezza della Lama della Sega
La lama della sega si può allineare da 0 a 82 mm di al
tezza di taglio una volta che il galletto è stato allentato.
Per un lavoro sicuro e pulito, scegliere una sporgenza mi
nima della lama per il pezzo da tagliare.
Regolare il coltello divisore come mostrato in figura 22.
Il coltello divisore rappresenta un importante dispositivo
di sicurezza che trasporta il pezzo ed impedisce la chi
usura della giuntura di taglio dietro alla lama della sega
e il rinculo del pezzo. Fare attenzione allo spessore del
coltello divisore. Il coltello divisore non deve essere più
sottile del corpo della lama della sega e non più spesso
della relativa larghezza della giuntura di taglio.
Si possono utilizzare solo lame della sega con un diametro
di 250 mm e uno spessore di 2,4 mm (denti da 3,0 mm)..
Abbassare la copertura di protezione sul pezzo per ogni
ciclo di lavorazione. La copertura di protezione deve tro
varsi in posizione orizzontale sulla lama della sega per
ogni ciclo di lavorazione.
Tagli Longitudinali
Inserire il fermo di misura per i tagli paralleli.
Utilizzare il regolo di fermo con il fermo laterale alto per
tagli superiori a 120 mm e il regolo di fermo con il fermo
laterale basso per tagli di larghezza inferiore a 120 mm.
Condurre il pezzo da tagliare con il bastoncino di spinta.
1 Perno in alto
2 Perno in basso
Tagli Diagonali
Per tagli diagonali e ad angolo, inserire la guida trasver
sale.
Verzeker u er voordat u de hoofdschakelaar inschakelt
van, dat het zaagblad juist is gemonteerd en de beweeg
bare delen soepel lopen.
Waarschuwing: Laat de machine door een vakman instel
len als u enige twijfel heeft. Het is te gevaarlijk met aan
names te werken.
Haaks stellen van het zaagblad
• Na het losdraaien van de vleugelmoeren is het zaagblad
traploos instelbaar van 90° tot 45° (zie schaalverde
ling).
• Voordat u de zaag in gebruik neemt, eerst de zaag in de
90° en de 45° stand uitproberen. Proefzaagsnede
maken!
• Aan stelschroeven 1 en 2 draaien om bij te stellen in
dien nodig.
Hoogteverstelling van het zaagblad
• Na het losdraaien van de vleugelmoeren is het zaagblad
traploos instelbaar van 0 82 mm zaagsneehoogte (zie
schaalverdeling).
• Voor veilig en schoon werk moet de zaag zo weinig mo
gelijk boven het werkstuk uitsteken.
De splijtwig instellen zoals in afbeelding 22 weergegeven.
De splijtwig is een belangrijke veiligheidsvoorziening die
het werkstuk geleidt en het sluiten van de snijvoegen ach
ter het zaagblad en het terugslaan van het werkstuk ver
mijdt. Let op de dikte van de splijtwig. De splijtwig mag
niet dunner zijn dan het zaagblad en niet dikker zijn dan
de snijvoegbreedte.
Er mogen uitsluitend zaagbladen met een doorsnede van
250 mm en een dikte van 2,4 mm (tanden 3,0 mm) wor
den gebruikt.
De afdekkap moet bij elke werkprocedure op het werkstuk
worden neergelaten. De afdekkap moet bij elke werkpro
cedure horizontaal op het werkstuk staan.
Zaagsnee in de lengte
• De lengteaanslag toepassen bij parallelle zaagsneden.
De aanslaglineaal voor zaagwerkzaamheden boven de
120mm met de hoge aanslagzijde (1) gebruiken. Voor
zaagsneebreedten onder de 120mm de lage aanslagzij
de (2) gebruiken. Het werkstuk met de meegeleverde
schuifstok voeren.
Dwarszaagsnede, zonder afbeelding
• Voor dwarszaagsneden, en haakse zaagsneden, het
dwarszaaghulpstuk of de schuifslede toepassen. Bei
de delen zijn als speciale toebehoren verkrijgbaar. De
instelschaalverdeling van het dwarszaaghulpstuk loopt
van 0 – 90°.
167