Toestelomschrijving; Gebruikseigenschappen; Functiebeschrijving; Bedrijf Buiten De Gebruiksgrenzen - Stiebel Eltron LWA 252 Handleiding Voor Bediening En Installatie
Centraal ventilatietoestel met warmwater-warmtepomp
Verberg thumbnails
Zie ook voor LWA 252:
- Gebruiks- en montage-aanwijzing (36 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (32 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (32 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
.C.C&
`HZ`<HBZ+V/p.C&
3.
Toestelomschrijving
3.1
Gebruikseigenschappen
Een lucht-water-warmtepomp onttrekt warmte-energie aan
de afgevoerde lucht via een buizenstelsel. Deze energie wordt
afgegeven aan het warme water. Het afgekoelde luchtdebiet wordt
als uitlaatlucht naar de openlucht afgevoerd.
Via kleppen in de buitenmuur stroomt verse buitenlucht naar
binnen en vervangt de verbruikte lucht die via de warmtepompen
werd afgevoerd.
Bijzonderheden van het toestel LWA 252 SOL
Bij dit model toestel is in de warmwaterboiler een extra
warmtewisselaar ingebouwd voor de zonneverwarming van het
warm water.
3.2
Functiebeschrijving
3.2.1 Warmtepompbedrijf
Dit is de normale werkwijze die binnen de gebruiksgrenzen van de
warmtepomp (zie technische gegevens) kan worden uitgevoerd.
Om de boilerinhoud van circa 300 liter water van 15 °C naar 55 °C
op te warmen of bij te verwarmen, heeft het toestel conform
EN 255 deel 3 het volgende nodig:
W
W
verwarmen
bijverwarmen
11 u
5,5 u
10 u
5,0 u
Elektrische bijverwarming
Bij een grotere watervraag of wanneer de warmtepomp van het
toestel al enige tijd was uitgeschakeld en er binnen afzienbare tijd
warm water nodig is, is het mogelijk met de bijverwarming het
verwarmingsproces te versnellen. Hiervoor zijn instellingen op
het 3e bedieningsniveau nodig die alleen door de vakman mogen
worden ingevoerd.
Uit hoofde van energiezuinigheid verwarmt de bijverwarming
alleen het bovenste derde deel van de boiler (circa 100 liter). Dat
duurt circa 3 uur.
3.2.2 Ventilatiebedrijf
De ventilator van het toestel wordt in bedrijf genomen op het
moment dat de stekker in het stopcontact wordt gestoken. Deze
kan op het toestel niet apart worden uitgeschakeld.
3.2.3 Bedrijf buiten de gebruiksgrenzen
Temperatuur afvoerlucht onder 15 °C
Wanneer de temperatuur van de afvoerlucht lager is dan
15 °C ontstaat er rijp op de verdamper, afhankelijk van de
luchtvochtigheid en het luchtdebiet.
Het toestel wordt via een functie voor vorstbescherming
uitgeschakeld.
Na ontdooiing wordt het toestel weer automatisch ingeschakeld.
Temperatuur afvoerlucht boven 30 °C
Indien de temperatuur van de afvoerlucht hoger is dan
ca. 30 °C, wordt de warmtepomp door de veiligheidsinrichtingen
uitgeschakeld. Na een afkoelingsperiode wordt de warmtepomp
Ô
’<q Ñ ’ <q Ñ ZH<
-
F
V
afvoerlucht
rel
lucht
20 °C
40%
125 m
20 °C
40%
250 m
weer automatisch ingeschakeld. Indien de temperatuur van de
afvoerlucht nog hoger is dan ca. 30 °C, wordt de warmtepomp
opnieuw uitgeschakeld.
Opgelet!
!
Er moeten maatregelen worden getroffen om de
temperatuur van de afvoerlucht niet boven 30 °C te
laten stijgen.
4.
Bediening
4.1
Beschrijving van het bedieningspaneel
5$-3(+ 3($
3
/u
3
/u
6
5
1 Draaiknop
2 Draaischakelaar reset/ auto
3 Toestelmenu
4 Programmering toetsen
5 Controlelampje programmering
6 Bedieningsklep (open)
Statusweergave van de installatie
5$-3(+ 3($
5
6
1 Warmtepompbedrijf
2 Ventilatorbedrijf
3 Ontdooien
4 Bijverwarming warm water
5 Zonnepomp
6 Maximale boilertemperatuur
4
3
2
qqq Z`.
<é<`VHC HB
1
1
2
3
4
Advertenties
Inhoudsopgave
