Centraal ventilatietoestel met warmwater-warmtepomp
Gebruiks- en montageaanwijzing
De montage (watertechnische en elektrische installatie) alsmede de eerste inbedrijfstelling en het onderhoud van dit toestel mogen alleen door een bevoegde
installateur in overeenstemming met deze instructies uitgevoerd worden.
2.2 Voorschriften en gebruik 2.3 Technische gegevens 2.4 Luchtvolume instellen 2.5 Montage 2.6 Montage apparaat 2.7 Afstandsbediening RC 1 Schakelplan LWA 252 / 252 SOL 2.8 Eerste inbedrijfstelling 2.9 Onderhoud en reiniging 2.10 Installatievoorbeeld Milieu en recycling Klantendiensten en garantie De montage (watertechnische en elektrische installatie) alsmede de eerste inbedrijfstelling en het onderhoud van dit toestel mogen alleen door een bevoegde...
4 Ventilatorbedrijf D Toets programmering 1.4.3. Ventilatiebedrijf 5 Ontdooien E Controlelamp programmering De ventilator van de LWA 252 wordt bij het 6 Elektrische naverwarming "warmwater" F Bedieningsklep (open) aansluiten van de stekker in bedrijf genomen. 7 Installatieparameters Hij kan op het apparaat niet apart worden afgeschakeld.
Displayaanduidingen (met alle displaysymbolen) Het belangrijkste in het kort Instellingen Alle instellingen verlopen volgens hetzelfde schema: Bij het openen van de klep wordt de warmtepompmana- ger in de programmeerstand geschakeld. Onder op het dis- play op de installatieparameter ruimtetemp. 1/2 verschijnt een wijzersymbool. Door aan de knop te draaien kunt u de wijzer op de instal- latieparameter brengen die u wilt wijzigen. Om de waarde van de installa- tieparameter te wijzigen, drukt De betekenis van de displaysymbolen hangt af van het bedieningsniveau: u op de toets. Het rode controle- Bedieningsniveau...
Instellingen (1 bedieningsniveau) Bedrijfstoestanden/verwarming De bedrijfstoestanden/warmwaterverwarming kunnen bij een gesloten klep door bediening van knop worden gewijzigd. Beschrijving Voorbeelden van toepassingen Verklaring Installatie is uitgeschakeld maar niet span- Tijdens de vakantieperiode. Stand-by-stand ningsvrij; alleen de antivriesfunctie voor warm water is geactiveerd. Ventilatie werkt tijdens nachtbedrijf.
Instellingen (2 bedieningsniveau) Ruimtetemperatuur Bij aansluiting van de afstandsbediening RC 1 met ruimtesensor wordt de actuele temperatuur van de betreffende referentieruimte getoond in het display links. Als er geen ruimtesensor beschikbaar is, verschijnen er twee strepen - - in het desbetreffende display. Open de bedieningsklep Ruimtemperatuur Als u op de...
Bedrijfstoestanden/ventilatie Instellen van de bedrijfstoestanden voor het ventilatieprogramma: Open de bedieningsklep en draai aan de knop, totdat bij bedrijfssoort/ventilatie het wijzersym- bool gaat branden. In het display verschijnt L1 en de geselecteerde bedrijfssoort voor het ventilatieprogramma. Stand-by-bedrijf: De ventilator loopt afhankelijk van de instelling van parameter 20 en wordt bij de instelling „0“...
Warmwatertemperatuur Met de installatieparameter warmwatertemp. kunt u aan de temperatuur in het warmwaterreservoir instelwaarden voor overdag en voor ‘s nachts toekennen. Open de klep en bedien de knop totdat bij warmwatertemp. het wijzersymbool oplicht. Ingestelde warmwatertemperatuur Door op de toets te drukken verschijnen op het display de ingestelde en werkelijke warmwatertemperatuur in de daginstelling.
Pagina 8
Zonne-energietemperaturen Met installatieparameter zonne-energietemperaturen kunt u de temperaturen voor zonne-energiebedrijf instellen. Inschakelvoorwaarde is een temperatuurverschil van tussen collector- en boilertemperatuur. Als de ingestelde temperatuur in de boiler wordt bereikt, wordt de circulatiepomp van de zonne-energie-installatie uitgeschakeld. Open de bedieningsklep en draai aan de -knop totdat bij de zonne-energietemperatuur het wijzersymbool oplicht.
Weekdag en klok Met de installatieparameter weekdag/klok kunt u de weekdag en de kloktijd instellen. Het cijfer 1 staat voor de weekdag maandag. Weekdag Open de klep en bedien de -knop totdat bij weekdag/klok het wijzersymbool oplicht. Op het display verschijnen de weekdag en de kloktijd. Kloktijd Weekdag instellen: Door op de...
Vakantie- en partyprogramma Vakantieprogramma In het vakantieprogramma volgt de verwarmingsinstallatie het nachtverlagingsprogramma. De vorstbeveiligingsfunctie voor de warmwaterboiler is geactiveerd. De vakantieduur wordt in dagen ingevoerd. De begin- en de eindtijd van het vakantieprogramma is altijd 12.00 uur ’s middags. Wordt de vakantieduur ’s morgens ingevoerd, dan zal de installatie dezelfde dag om 12.00 uur het vakantieprogramma starten.
Pagina 11
Info temperaturen Met de installatieparameter Info Temp. kunt u voelertemperaturen van de ventilatie-installatie met de ingestelde waarden vergelijken en de waarden aflezen. In totaal kunnen hier 9 parameters opgeroepen worden (zie de tabel). Open de bedieningsklep en draai aan de -knop tot bij Info Temp.
Pagina 12
Ventilatieprogramma Met de installatieparameter ventilatieprogramma kunt u voor ventilatie het bijbehorende programma instellen. U kunt voor elke enkele dag van de week (ma-vr) en het weekend (za-zo) of voor de gehele week twee schakelperiodes (I, II) definiëren. Daarmee legt u vast, wanneer en hoe vaak de LWA in dag- en nachtbedrijf moet ventileren.
Pagina 13
Als u op de -toets drukt, (controlelampje licht op), kunt u met de -knop de starttijd wijzigen. Druk nogmaals op de -toets (controlelampje gaat uit) en de ingestelde waarde wordt opgesla- gen. Bedien nu de -knop totdat op het display de 2 periode (parameter 13) verschijnt.
Pagina 14
Met de -knop kunt u nu de starttijd van de daginstelling voor de 1 periode wijzigen. Druk op de -toets (controlelampje gaat uit) en de ingestelde waarde wordt opgeslagen. Start van de nachtverlagingsfunctie (Einde van de daginstelling) Bedien de -knop totdat op het display de starttijd voor de nachtverlagingsfunctie verschijnt (parameter 12).
Pagina 15
Draai vervolgens net zo lang aan de -knop, totdat op het display 1 2 3 4 5 6 7 met de parame- voor maandag t/m zondag verschijnt. Net als bij het verwarmingsprogramma is het mogelijk om twee schakelperiodes (I, II) in te stellen voor: - elke afzonderlijke weekdag (1,…,7) parameter - maandag t/m vrijdag (1 2 3 4 5) parameter...
Pagina 16
Voorbeeld 2: De warmwaterbereiding moet voor de gehele week vanaf ‘s avonds 22:00 uur tot 6:00 uur de volgende ochtend plaatsvinden. Hierbij moet voor de eerste schakelperiode de tijd van 0:00 uur tot 6:00 uur en voor de tweede schakelperiode van 22:00 uur tot 24:00 uur ingegeven worden. Open de klep en bedien de -knop totdat bij het warmw./ventilatie.-prog.
Draai zo lang met de -knop, totdat in het display het tweede schakelpaar met de bijbehorende starttijd verschijnt. Druk op de -toets (de controlelamp brandt) en wijzig met de -knop de gewenste starttijd. Druk op de -toets (de controlelamp dooft) om de nieuwe waarde in het geheugen op te slaan. 2.
1.4 Afstandsbediening RC 1 1.5 Belangrijke aanwijzingen 1.7 Wat te doen en wan- neer…? Niet toegestaan is: …er geen warm water beschikbaar is: Het gebruiken van vethoudende Als u geen warm water krijgt, heeft u de afvoerlucht, explosieve gassen, met stof volgende mogelijkheden om hier zelf iets aan beladen lucht, plakkende aërosols te doen.
2. Montage-aanwijzing alleen voor de Installateur 2.1 Omschrijving apparaat 2.1.1 Functieschema Afvoerlucht ventilator Compressor Elektrisch verwarmingselement Warmtewisselaar Condensor Warmwaterboiler Filterdroger Verdamper Expansieventiel Terugslagklep Aangezogen lucht Luchtafvoer Luchtafvoer (naar keuze) Warm water Circulatie Koud water 2.1.2 Werking De afgewerkte lucht wordt door de ventila- tor aangezogen (1) en via de verdamper (9) naar buiten geleid.
2.4 Instellen van de luchtvolumestroom 1. Bij de bepaling van de in te stellen luchtvolumestroom wordt uitgegaan van het te ventileren nuttige woonoppervlak van het huis of de woning. In de volgende tabel kan de nominale volumestroom worden afgelezen, die in parameter 22 moet worden ingesteld! Nuttig woonoppervlak m Luchtvolumestroom m /h *)
2.4 Montage 2.6 Montage apparaat Condities op de plaats van opstellingcon- troleren. De ruimte waarin de LWAgeïnstal- leerd dient te worden, moet aan devolgende 2.4.1 Transport 2.6.1 Warmwateraansluiting voorwaarden voldoen: DIN 1988 en de voorschriften van het plaatse- Vorstvrij. Om te voorkomen dat het toestel beschadigd lijke waterleidingbedrijf moeten in acht worden ...
Bij een waterdruk boven 5 bar moet 2.6.4 Elektrische aansluiting een reduceerventiel ingebouwd worden. Bij De LWA 252 wordt stekerklaar geleverd, en een waterdruk groter dan 10 bar zijn speciale dient te worden aangesloten op een geaard maatregelen nodig (zie DIN 1988).
2980 1385 hoorbaar inklikken. 3182 1423 3392 1461 PT1000 dompelvoelers (meegeleverd in de bijgaande verpakking; alleen bij LWA 252 SOL) De dompelvoeler moet in de collectordompelbuis gesto- Collectorfoelermontage SOL 25 S ken worden, zie afbeeldingen 12 en 13. Diameter: 6 mm...
Spleet tussen schroefkap en Steekverbinders monteren huis (ontgrendelde positie) De steekverbinders zijn voorzien van een arrêteerinrichting met edelstalen tanden en een O-ring voor de afdichting. Bovendien bezitten ze de functie ‚draaien en zekeren‘. Door het eenvoudig met de hand draaien van de schroefkap wordt de buis in de verbinder gefixeerd en de O-ring ten behoeve van de afdichting op de buis gedrukt.
2.8.1 Inbedrijfstelling LWM De regeling werd bij Stiebel Eltron zo ingesteld, dat aan de behoefte van de meeste gebruikers wordt voldaan. Indien u de regeling van de LWA echter aan speciale behoeftes van de gebruiker of de plaatselijke omstandigheden van het woongebouw wilt aanpassen, dan is dat ook mogelijk.
Pagina 29
Verdamperontdooiing [°C] – 5 De verdampervoeler dient het bevriezen van de verdamper in bedrijf te voorkomen. Zodra de temperatuur van de verdamper gedurende minstens 10 minuten de ingestelde waarde heeft bereikt ,wordt gestart met de ontdooiing. Instelbereik : -7°C tot +3°C. Standaart instelling :- 5°C Schakelt de ontdooibeveiliging 5 keer binnen een tijdsbestek van 5 uur in, dan wordt dit gezien als een storing.De warmtepomp wordt door de regeling blijvend uitgeschakeld.
Directe start Bij de inbedrijfstelling kan de functie van de warmtepomp getest worden, en kan een directe start van de warmtepomp in werking worden gezet. Bij het invoeren van de parameters verschijnt rechts in het display de waarde 10. Door op de PRG-toets te drukken wordt de directe start in werking gezet.
Storingweergave in het display Voelerfout De foutcodes hebben betrekking op de temperatuurvoelers, die via de installatieparameter Info Temp opgeroepen kunnen worden. De installatie wordt niet uitgeschakeld. Na het opheffen van de fout verdwijnt de aanduiding in het display onmiddellijk. Zie de tabel onder de installatieparameter Info Temp (pagina 11). Parameter Voelertemperatuur Foutcode E :— Buitentemperatuur Ruimtetemperatuur Werkelijke boilertemperatuur boven Ingestelde boilertemperatuur Werkelijke temperatuur verdamper...
Daarmee voorkomt delcircuit. u, dat het ventilatieapparaat ongecontroleerd kan starten. De drukbegrenzer kan eventueel ook aanspre- ken, als de LWA 252 boven de bedrijfsgrenzen Aanwijzing De inbedrijfname lijst is ingedeeld in funktiegebieden, die optisch door grijze komt (>30°C afgevoerde-luchttemperatuur).
U dient zich te wenden tot de vestiging van in te zamelen en te recyclen. Stiebel Eltron of de importeur hiervan in het De recycling van oude toestellen moet steeds betreffende land.