Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toestelomschrijving; Functie; Werkingsprincipe; Leveringstoebehoren - Stiebel Eltron LWA 252 Handleiding Voor Bediening En Installatie

Centraal ventilatietoestel met warmwater-warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

.CZ`<<`.
`HZ`<HBZ+V/p.C&
8.

Toestelomschrijving

8.1

Functie

De afvoerlucht wordt via de afvoerluchtventilator aangezogen en
door de verdamper naar de openlucht afgevoerd.
De energie die hierbij door de warmtepomp bruikbaar wordt
gemaakt, wordt in een aparte condensor overgedragen aan het
warmwatersysteem.
Bij een grote warmwatertemperatuurbehoefte wordt het warm
water met een elektroverwarmingselement verwarmd.
1 Ventilator afvoerlucht
2 Compressor
3 Elektroverwarmingselement
4 Warmtewisselaar
5 Condensor
6 Warmwaterboiler
7 Terugslagklep
8 Filterdroger
9 Verdamper
10 Expansieventiel
Ô
’<q Ñ ’ <q Ñ ZH<
I
Afvoerlucht
II Uitlaatlucht
III Uitlaatlucht (optioneel)
IV Warm water
V Circulatie
VI Koud water
8.2

Werkingsprincipe

Het toestel is ontwikkeld voor luchttoevoer en -afvoer van woningen
en eengezinswoningen en voor de centrale warmwaterbereiding
van meerdere aftapplaatsen in het huishouden.
Het is niet toegestaan:
— vethoudende afvoerlucht, explosieve gassen, lucht met stof,
klevende aërosol te gebruiken
— afzuigkappen aan te sluiten op het ventilatiesysteem
— andere vloeistoffen dan drinkwater te verwarmen
Het toestel mag niet worden geplaatst:
— in de openlucht
— in ruimtes waar vorst kan optreden
— in vochtige ruimtes, bijvoorbeeld in een badkamer
Het toestel mag niet worden gebruikt:
— zonder buizen voor uitlaat- en afvoerlucht
— zonder decentrale luchttoevoerelementen
— zonder ventilatiefunctie
— met een leeg boilerreservoir
— in de bouwfase
8.3

Leveringstoebehoren

Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
— Bedienings- en installatiehandleiding
— PT 1000 zonnecollectorsensor (alleen bij LWA 252 SOL)
Ordernr. 165818
8.4

Speciaal toebehoren

H
›ä êõ ê Ö
Buitentemperatuursensor AFS 2
Afstandsbediening RC 1 met ruimtesensor
Buitenmuur-luchtdoorvoerstuk
9.

Installatie

9.1

Plaatsingsvoorwaarden

De apparatuur mag, behalve in vochtige ruimtes, in alle ruimtes
worden geïnstalleerd.
De ruimte waarin de apparatuur moet worden geïnstalleerd, moet
voldoen aan de volgende voorwaarden:
— de ruimte moet vorstvrij zijn.
— de vloer moet voldoende belastbaar zijn. Bij het gewicht van
de installatie moet nog 300 l water worden opgeteld.
— de ondergrond moet vast en duurzaam zijn.
— wanneer de installatie in een stookruimte wordt geplaatst,
moet ervoor worden gezorgd dat het bedrijf van de
verwarmingsapparatuur niet nadelig wordt beïnvloed.
— het grondoppervlak van de opstelruimte moet vanwege de
hoeveelheid koelmiddel ten minste 2 m² zijn. Het volume mag
niet minder zijn dan 4 m³.
H ®¼
165339
170328
073184
qqq Z`. <é<`VHC HB

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lwa 252 sol

Inhoudsopgave