beeldvormende systemen voor muren alleen
worden ingezet door ordehandhavers, brandweer
en noodreddingsdiensten, door instituten voor
wetenschappelijk onderzoek, door commerciële
mijnbedrijven en door aannemersbedrijven. Sinds
deze verordening van kracht is geworden hebben
we een aantal vragen gekregen van exploitanten van
GPRs en beeldvormende systemen voor muren, die
opmerken dat deze inrichtingen vaak niet bediend
worden door gebruikers die zijn opgesomd in
de regelingen, maar in opdracht door personeel
dat specifiek geschoold is in de bediening van
deze apparatuur. Wij geloven niet dat de recente
goedkeuring van de UWB regels het functioneren
van de kritieke veiligheidsdiensten zou ontwrichten,
die tenslotte alleen effectief kunnen zijn dankzij het
gebruik van GPRs en beeldvormende systemen voor
muren. We hebben de operationele beperkingen
in de meest brede zin bekeken. We geloven
bijvoorbeeld dat de beperking van het gebruik van
GPRs en beeldvormende systemen voor muren door
aannemersbedrijven de inspectie van gebouwen,
verkeerswegen, bruggen en landingsbanen insluit,
zelfs als de inspectie geen schade aan de structuur
aan het licht brengt en constructie niet het gevolg
is van de inspectie; het beoogde doel van de
inzet van de UWB inrichting is om vast te stellen
of constructieve maatregelen noodzakelijk zijn.
We geloven ook dat de GPRs en beeldvormende
systemen voor muren ingezet kunnen worden voor
een van de in de regelingen beschreven doeleinden,
maar niet direct bediend hoeven te worden door
één van de beschreven partijen. Een GPR kan
bijvoorbeeld worden ingezet door een particulier
bedrijf op zoek naar forensisch bewijsmateriaal voor
de plaatselijke politie.
Door de FCC toegelaten
toepassingsmethodes
De GPR antenne moet op de grond worden
gehouden om FCC voorschriften na te leven.
Gebruik van de antenne is niet toegestaan als hij van
de grond wordt opgetild. Het is verboden om het
toestel te gebruiken om beelden door muren heen te
creëren.
Coördinatie van het gebruik van de GPR
FCC verordening 15.525(c) (geactualiseerd
in februari 2007) eist van gebruikers van GPR
apparatuur dat ze het gebruik van hun GPR
apparatuur coördineren zoals hieronder beschreven:
(a) UWB beeldvormende systemen vereisen
coördinatie door de FCC, voordat de apparatuur
gebruikt mag worden. De exploitant moet alle
beperkingen voor het gebruik van apparatuur als
gevolg van deze coördinatie in acht nemen.
(b) De gebruikers van UWB beeldvormende
inrichtingen moeten het FCC Bureau voor
Bouwkunde en Technologie informeren over
gebieden die met de grondradar onderzocht worden,
en de FCC zal deze informatie delen met de federale
overheid via het Ministerie voor Telecommunicatie en
Informatie om het gebruik ervan te coördineren. De
door de UWB exploitant verschafte informatie moet
naam, adres en andere relevante contactinformatie
van de gebruiker, de gewenste geografische
inzetgebieden, en het FCC ID nummer en andere
naamgeving van de UWB inrichting bevatten.
Als de beeldvormende inrichting is bedoeld voor
gebruik in mobiele toepassingen, dan kunnen de
geografische gebieden de staten of districten zijn,
waar de apparatuur wordt ingezet. De exploitant van
een beeldvormend systeem dat wordt gebruikt op
één plaats, moet een specifieke geografische locatie
of het adres opgeven, waar de apparatuur wordt
ingezet. Deze documentatie moet worden gestuurd
naar:
Frequency Coordination Branch, OET
Federal Communications Commission
445 12th Street, SW,
Washington, D.C. 20554
Attn: UWB Coordination
Het formulier op de volgende bladzijde is een
voorstel voor het formaat om de coördinatie uit te
kunnen voeren.
RD1000 + Bedieningshandleiding 23