Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
Het systeem is ontworpen om problemen voor
de gebruiker te minimaliseren; alle elektronische
componenten kunnen echter uitvallen. In wat volgt
vindt u aanwijzingen voor het oplossen van eventuele
problemen en in het geval uw systeem niet
meer werkt.
5.1 stroom
Het probleem dat zich het meest voordoet, is dat
de voeding ontoereikend is om het systeem te laten
werken. De accu kan leeg zijn, een lage spanning
hebben, of de zekering is gesprongen.
Als er genoeg stroom is om het display te laten
werken, dan licht het bovenste rode lampje op het
display op als de accu wordt aangesloten.
Als de accuspanning lager is dan 10,2 volt, dan
wordt het display niet ingeschakeld en knippert het
bovenste rode lampje of licht zelfs helemaal niet op.
Controleer de accuspanning met een voltmeter.
Doe dit als het systeem nog is bevestigd aan de
wagen, om een accurate meting van de spanning
onder belasting te verkrijgen. U moet daarvoor de
accubak openen en de voltmeter aansluiten aan de
plus- en minpolen van de accu). Als de accu een
lage spanning heeft of leeg lijkt, probeer het dan
met een vervangende accu (indien beschikbaar) of
laad hem 12-14 uur op, en probeer opnieuw of het
systeem werkt. Roep als u twijfelt de hulp in van een
gekwalificeerde elektricien.
Als de accu niet wordt opgeladen tot een spanning
van 12 volt of meer, dan moet hij worden vervangen.
Accu´s zijn voorzien van zekeringen om het systeem
te beschermen. Open de accubak en controleer of
de 10 amp zekering in orde is. Vervang hem indien
nodig door een van de reservezekeringen, die u in de
accubak aantreft.
Als de accu in orde lijkt maar het systeem nog
altijd niet ingeschakeld kan worden, controleer
dan de aansluitingen van de accu en de kabel op
beschadiging.
18 RD1000 + Bedieningshandleiding
5.2 systeemcommunicatie
Als de accu in orde is en het display ingeschakeld
maar de GPR sensor niet aftast, dan kan er een
communicatiestoring zijn tussen het display en de
GPR sensor. Als een storing optreedt, dan verschijnt
er een foutmelding. Schakel het systeem uit en
koppel de accu los.
Controleer of de displaykabel niet beschadigd is,
of alle pennen recht zijn en blaas de contactvoetjes
uit, omdat vuildeeltjes individuele penverbindingen
kunnen blokkeren en de communicatie kunnen
storen. zorg ervoor dat alle kabelverbindingen goed
vastzitten. Kabelverbindingen kunnen soms iets
loskomen door trillingen en contacten onderbreken,
hetgeen fouten veroorzaakt. Door de kabel los te
maken en opnieuw aan te sluiten kunt u een beter
contact verkrijgen en het probleem oplossen. Sluit
de accu aan, schakel het systeem in en probeer
opnieuw af te tasten.
Als de accu, de accukabel en de displaykabel in
orde zijn, dan is het probleem ofwel een storing
van het display of van de GPR sensor. Deze
eenheden bezitten geen delen die door de gebruiker
onderhouden kunnen worden, zodat ze voor
inspectie en mogelijke reparatie naar de leverancier
moeten worden gebracht.
5.3 oververhitting van het systeem
Het GPR-systeem is zo ontwikkeld dat
het functioneert bij een maximale interne
temperatuur van 70ºC. In situaties bij een hoge
omgevingstemperatuur of lange blootstelling
aan direct zonlicht, kan deze maximale interne
temperatuur worden overschreden, wat kan leiden
tot systeemfouten.
Als u vermoedt dat de GPR sensor oververhit raakt,
schakel hem dan uit en laat hem afkoelen in de
schaduw, voordat u hem opnieuw inschakelt. U kunt
een natte doek over de GPR heen leggen om hem af
te koelen.
Advertenties
Inhoudsopgave
