3.5.5 Filter
Het beeldfilter verwijdert vlakke reflecties in het beeld
en versterkt hellende reflecties en bogen, die doelen
gewoonlijk creëren. Het helpt ook om erg ondiepe
doelen te identificeren, die gemaskeerd kunnen
worden door de sterke signalen bovenaan in het beeld.
Het filter is automatisch ingeschakeld, dus als u op
zoek bent naar een aardlaag of een vlak liggend doel
moet u het filter uitschakelen.
De afbeelding hieronder toont dezelfde scan met het
filter UIT en AAN.
Afbeelding 3.22: filterberekeningen
3.5.6 Diepte
De diepte-instelling is een schatting van de totale
diepte die verschijnt op het scherm 'Aftasten',
gebaseerd op de huidige instelling van het
bodemtype. De diepte-instelling varieert van
1 tot 8 meter.
Het systeem verzamelt altijd gegevens tot een diepte
van ongeveer 8 meter, maar de diepte-instelling
in dit menu bepaalt hoeveel gegevens worden
weergegeven op het scherm. Het is mogelijk om af
te tasten met een diepte-instelling van bijvoorbeeld 2
meter, te stoppen met aftasten en de diepte-instelling
vervolgens te verhogen om het beeld opnieuw weer
te geven en te zoeken naar diepere doelen.
14 RD1000 + Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.23: leesdiepte
3.5.7 Verlaten
Sluit de schermen 'Aftasten' en 'Beeldinstellingen' af
en keert terug naar het scherm 'Systeeminstellingen'.