nld
1.7. Gewicht
Curvo
Aandrijfapparaat
8,3 kg
(18,3 lb)
Buigsegment
0,2..3,8 kg
(0,4..8,4 lb)
Glijstuk
0,1..0,2 kg
(0,2..0,4 lb)
Steekpen
0,4 kg (0,9 lb)
REMS Accu Li-Ion
18 V, 3,2 Ah
1.8. Geluidsinformatie
Emissiewaarde opgenomen
bij werkplek
93 dB (A)
Geluidsdrukniveau
L
pA
pA
pA
Geluidsvermogen-
niveau
L
wA
wA
wA
Onzekerheid
K = 3 dB (A)
1.9. Vibraties
Gemeten effectieve waarde
van de versnelling
< 2,5 m/s²
K = 1,5 m/s²
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode
gemeten en kan voor vergelijk met een ander apparaat gebruikt worden. De
aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting
van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.
2. In bedrijf stellen
2.1. Electrische aansluiting
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Voordat de elektrische pijpenbuiger of het snel-
laadapparaat wordt aangesloten, dient te worden gecontroleerd of de spanning
die op het typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de netspanning. Op
bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij soort-
gelijke opstellingen mag de elektrische pijpenbuiger uitsluitend op het net worden
aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer onderbreekt zodra
de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA overschrijdt.
Accu's
LET OP
Plaats de accu (17) altijd verticaal in de aandrijfmachine of het snellaadap-
paraat. Een schuine plaatsing beschadigt de contacten en kan een kortsluiting
veroorzaken, waardoor de accu beschadigd wordt.
Diepontlading door onderspanning
Een minimumspanning mag bij accu's Li-ion niet worden onderschreden, omdat
anders de accu door diepontlading kan worden beschadigd. De cellen van de
REMS accu's Li-ion zijn bij afl evering voor ca. 40% voorgeladen. Daarom
moeten de accu's Li-ion vóór gebruik geladen en daarna regelmatig bijgeladen
worden. Als dit voorschrift van de cellenfabrikant niet in acht wordt genomen,
kan de accu Li-ion door diepontlading worden beschadigd.
Diepontlading door opslag
Als een relatief weinig geladen accu Li-ion wordt opgeslagen, kan deze bij een
langere opslag door zelfontlading diepontladen raken en zo beschadigd worden.
Accu's Li-ion moeten daarom voor de opslag worden geladen en vervolgens
om de zes maanden bijgeladen en vóór nieuwe belasting nogmaals worden
opgeladen.
LET OP
Voor gebruik de accu laden. Li-ionaccu's dienen regelmatig te worden
bijgeladen, om diepontlading te voorkomen. Bij diepontlading wordt de
accu beschadigd.
1
2
Gebruik voor het laden uitsluitend een REMS-snellaadapparaat. Nieuwe en
langere tijd niet gebruikte accu's Li-ion bereiken pas na meerdere laadbeurten
hun volledige capaciteit. Niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen.
Snellaadapparaat Li-ion/Ni-Cd (art.nr. 571560)
Als de netstekker ingestoken is, brandt het linker controlelampje continu groen.
32
REMS Curvo / REMS Curvo 50 / REMS Akku-Curvo
Curvo 50
Akku-Curvo
16,9 kg
8,6 kg (mit Akku)
(37,3 lb)
(19,0 lb)
4,44..7,8 kg
0,2..2,6 kg
(9,7..17,2 lb)
(0,4..5,7 lb)
0,2..0,4 kg
0,1..0,2 kg
(0,4..0,9 lb)
(0,2..0,4 lb)
0,4 kg (0,9 lb)
0,4 kg (0,9 lb)
0,7 kg (1,5 lb)
92 dB (A)
81 dB (A)
= 86 dB (A)
= 86 dB (A)
88 dB (A)
88 dB (A)
75 dB (A)
75 dB (A)
=
=
97 dB (A)
88 dB (A)
88 dB (A)
2,5 m/s²
2,5 m/s²
Als een accu in het snellaadapparaat gestoken is, geeft een groen knipperend
controlelampje aan dat de accu geladen wordt. Brandt dit controlelampje continu
groen, dan is de accu opgeladen. Knippert een controlelampje rood, dan is de
accu defect. Brandt een controlelampje continu rood, dan ligt de temperatuur
van het snellaadapparaat en/of de accu buiten het toelaatbare werkbereik van
0°C tot +40°C.
LET OP
De snellaadapparaten zijn niet geschikt voor gebruik in openlucht.
2.2. Keuze van de buiggereedschappen
REMS Curvo (fi g. 1a), REMS Akku-Curvo (fi g. 1c)
Steek het buigsegment (1) dat bij de buisgrootte past, op de vierkante meenemer
(2). De opname is zo gevormd, dat het buigsegment slechts in één richting
helemaal kan worden opgestoken. Leg het glijstuk (3) en de steekpen (4) die
bij de buisgrootte passen, klaar.
REMS Curvo 50 (fi g. 1b), Ø 35 – 50
Steek het buigsegment (1) dat bij de buisgrootte past, op de vierkante meenemer
35 – 50 (12). De opname is zo gevormd, dat het buigsegment slechts in één
richting helemaal kan worden opgestoken. Leg het glijstuk (3), de afsteuning
35 – 50 (11) en de steekpen (4) die bij de buisgrootte passen, klaar.
REMS Curvo 50 (fi g. 1b), Ø 10 – 40
Neem de vierkante meenemer 35 – 50 (12) af en plaats de vierkante meenemer
10 – 40 (14) in de aandrijfmachine. Steek het buigsegment (fi g. 1a (1)) dat bij
de buisgrootte past, op de vierkante meenemer 10 – 40 (14). De opname is zo
gevormd, dat het buigsegment slechts in één richting helemaal kan worden
opgestoken. Leg het glijstuk (3), de afsteuning 10 – 40 (13) en de steekpen (4)
die bij de buisgrootte passen, klaar.
LET OP
Bij REMS Curvo 50 moet bij alle grootten de afsteuning 35 – 50 (11) resp.
afsteuning 10 – 40 (13) boven het glij- en buigvormstuk worden aangebracht.
Tot en met de grootten 24 R75 (¾" R75) moet aanvullend de afsteuning
onder (15) worden aangebracht. Deze wordt aan de ene zijde opgehangen
aan de vierkante kraag van de vierkante meenemer 10 – 40 (14) en aan de
andere zijde met de vergrendelbout (16) in het buitenste opnamegat van
de afsteuning onder (15) in de kast afgestoken (zie 3.1.).
Bij het buigen zonder deze afsteuning onder wordt de aandrijfmachine
beschadigd!
3. Bedrijf
Gebruik gehoorbescherming
3.1. Werkproces
Draai/schuif de stelring/schuif (7) op 'L' (terugloop). Druk de veiligheidstipscha-
kelaar (8) in, terwijl u de motorhandgreep (9) vasthoudt. Het buigsegment draait
met de klok mee tot in zijn uitgangspositie tegen de vaste aanslag. Laat de
veiligheidstipschakelaar indien mogelijk los vóór de vaste aanslag is bereikt,
zodat deze in de uitloop wordt aangestoten. Zo voorkomt u dat de ingebouwde
slipkoppeling onnodig wordt belast. Draai/schuif de stelring/schuif (7) op 'R'
(vooruit). Leg de buis zo in het buigsegment, dat het buiseinde ten minste
10 mm uit de meenemer (10) uitsteekt. Bij de buisgrootten 22 – 50 mm moet
de buis in het buigsegment worden geduwd. Breng het bijbehorende glijstuk
(3) aan en steek de steekpen (4) in het betreffende gat van de machine.
LET OP
Bij REMS Curvo 50 moet bij alle grootten de afsteuning 35 – 50 (11) resp.
afsteuning 10 – 40 (13) boven het glij- en buigvormstuk worden aangebracht.
Tot en met de grootten 24 R75 (¾" R75) moet aanvullend de afsteuning
onder (15) worden aangebracht. Deze wordt aan de ene zijde opgehangen
aan de vierkante kraag van de vierkante meenemer 10 – 40 (14) en aan de
andere zijde met de vergrendelbout (16) in het buitenste opnamegat van
de afsteuning onder (15) in de kast afgestoken.
Bij het buigen zonder deze afsteuning onder wordt de aandrijfmachine
beschadigd!
Hierbij dient erop te worden gelet dat de steekpen (4) voor de grootten tot
22 mm in het linke opnamegat (5) en vanaf de grootte 28 mm in het rechter
opnamegat (6) wordt gestoken.
Bedien de veiligheidstipschakelaar (8); de buis wordt gebogen. Wanneer de
gewenste bocht bijna bereikt is, mag u de schakelaar nog slechts licht indrukken.
Op elk buigsegment is een schaalverdeling aangebracht, die samen met de
markering/buitenrand van het glijstuk de nauwkeurige vervaardiging van bochten
tot 180°, bij Curvo 50 tot 90° mogelijk maakt. Hierbij dient men er rekening mee
te houden dat de verschillende materialen verschillend terugveren. Indien een
bocht van 180° (90° bij Curvo 50) wordt gemaakt en de eindpositie bereikt is,
grijpt opnieuw de slipkoppeling in. Laat de veiligheidstipschakelaar direct los.
Draai/schuif de stelring/schuif (7) op 'L' (terugloop). Laat het buigsegment
enkele graden teruglopen door de veiligheidstipschakelaar (8) licht in te drukken,
tot de buis ontspannen is. Trek de steekpen (4) uit en verwijder de gebogen
buis. Bij het buigen ter plaatse kan het buigsegment ook worden afgetrokken,
om de gebogen buis gemakkelijker te kunnen verwijderen. Laat het buigsegment
altijd pas na het verwijderen van de buis weer naar de uitgangspositie terug-
nld
vóór
vóór de vaste aanslag is bereikt,