7 INSTALLATIE
7.1 PLAATS VAN INSTALLATIE
•
Alvorens
de
elektropomp
dompelen in de put of het reservoir, dient u
zich ervan te verzekeren dat er geen zand
of vaste sedimenten aanwezig zijn .
•
Als er sedimenten aanwezig zijn, de putten
zorgvuldig schoonmaken.
•
De elektropomp tenminste 1 meter boven
de bodem van de put houden, zodat de
neerslag die zich na de installatie vormt
niet zal worden aangezogen.
•
De sedimenten dienen met regelmatige
tussenpozen te worden verwijderd.
•
Het is heel belangrijk dat het waterpeil
nooit onder het huis van de elektropomp
zelf zakt.
7.2 WERKCONDITIES
•
Watertemperatuur: van 0°C tot +50°C.
•
Pomphuis altijd volledig onder water.
•
De elektropomp mag zonder vloeistof werken.
•
Installatie in verticale of horizontale stand.
•
De put waar de pomp geïnstalleerd zijn moet vorstvrij zijn.
•
Maximale onderdompeldiepte 5 meter (onder het waterpeil).
7.3 HYDRAULISCHE AANSLUITING
•
De hydraulische aansluiting van de elektropomp kan tot stand worden gebracht met elementen
van ijzer of kunststof (star of buigzaam).
•
Zorg ervoor dat de uitlaatleiding op geen enkele manier wordt afgekneld.
•
Het verdient de aanbeveling leidingen te gebruiken met een binnendiameter die tenminste net
zo groot is als die van de persopening, om afname van de prestaties van de elektropomp en
mogelijke verstoppingen te vermijden.
•
Voor de uitvoering met vlotterschakelaar dient u zich ervan te verzekeren dat de schakelaar
zich vrij kan bewegen (zie Paragraaf 9.2. "AFSTELLING VAN DE VLOTTERSCHAKELAAR").
De afmetingen van de put moeten altijd worden aangepast aan de hoeveelheid water die wordt
aangevoerd en de opbrengst van de elektropomp, om te voorkomen dat de motor aan te
veelvuldige starts wordt blootgesteld.
•
Om de elektropomp in de put te laten zakken dient u altijd een aan de (optionele) bovenste
haak of aan de handgreep van het deksel van de elektropomp bevestigd touw of ketting te
gebruiken.
Gebruik nooit de voedingskabel om de elektropomp op te tillen.
•
Bij gebruik van de pomp in diepe putten wordt aanbevolen de voedingskabel met klemmen (op
tussenafstanden van twee/drie meter) vast te zetten aan de persleiding.
Let op! De pomp mag niet zonder vloeistof werken! De pomp moet volledig in de te
verpompen vloeistof zijn ondergedompeld. Aanzuiging van lucht (gorgelen) gedurende lange
periodes dient te worden vermeden.
De lengte van de voedingskabel op de elektropomp beperkt de maximale onderdompeldiepte
bij het gebruik van de elektropomp zelf.
NEDERLANDS
onder
te
58
max.
onderdompeldiepte