Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Installatie; Inbedrijfstelling; Tijdens Bedrijf; Aanwijzingen In Dit Document - Dräger Polytron 8900 UGLD Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

nl
|

Aanwijzingen in dit document

– Ongebruikte openingen dienen te worden afgesloten met
een plug. Zie voor het juiste aanhaalmoment van
leidingkoppelstukken, kabelwartels, pluggen en sensor
15.6 Aanhaalmoment.
– Voor systemen zonder leidingen dient een goedgekeurde
kabelwartel te worden gebruikt (bijv. Hawke
A501/421/A/¾" NPT of soortgelijk)
– WAARSCHUWING: Alleen voor installaties met
kabelbuizen: Om het risico van ontsteking van een
gevaarlijke atmosfeer te verlagen, is binnen 45 cm (18")
van de behuizing een leidingafdichting vereist.
1.4

Elektrische installatie

– De elektriciteitscodes die van toepassing zijn op de
plaatsing en aansluiting van elektrische spannings- en
signaalbedrading op gasdetectiesystemen dienen strikt te
worden nageleefd.
– Het instrument dient tussen de 10 en 30 VDC te hebben in
het instrument zelf.
– Er dienen adereindhulzen te worden gebruikt.
– De stroomtoevoergeleiders dienen een voldoende lage
weerstand te hebben, zodat het instrument van de juiste
voedingsspanning voorzien wordt.
– De draadisolatie moet op 5 tot 7mm worden afgestript.
– Secundair spanningscircuit, bedoeld om te worden
gevoed vanuit een isolerende bron (geldt niet voor
spanningscircuits met relais).
– Indien geplaatst op locaties met een
omgevingstemperatuur hoger dan 55 °C, gebruikt u alleen
de daarvoor geschikte bedrading, gespecificeerd voor
minimaal 25 °C boven de maximale
omgevingstemperatuur.
Analoge interface
– Om een juiste werking van het instrument te waarborgen,
dient de impedantie van de 4 tot 20 mA signaallus niet
meer te bedragen dan 300 Ohm. Bij waarden boven
300 ohm kan de bewaking van de voedingsspanning niet
worden gegarandeerd. Afhankelijk van de
gebruiksspanning en toepassing (bijv. HART
toepassing), dient men een bepaalde minimum
impedantie aan te houden (zie "Signaaloverdracht naar
centrale", pagina 26).
1.5

Inbedrijfstelling

– Zorg ervoor dat de bedrading voor de relais en
aansluitingen voor de sensor zijn gemaakt, alvorens er
spanning op te zetten.
– Voordat u het instrument voor normaal gebruik vrijgeeft,
controleert u de opstelling en kalibratie op de juiste
instellingen.
1.6

Tijdens bedrijf

– Na het modificeren van parameters met de PolySoft PC-
software of andere software dient u alle parameters te
verifiëren, door deze van het instrument te downloaden of
te controleren op de Polytron 8xx0.
8
– IP-waarden impliceren niet dat het apparaat lekken
detecteert gedurende en na blootstelling aan deze
omstandigheden. In geval van stofafzetting en
onderdompeling in water/straalwater de kalibratie en de
goede werking van het apparaat controleren.
Gevaar van ontsteking van ontvlambare of explosieve
atmosferen!
– VOORZICHTIG: Hoge meetwaarden (buiten de schaal)
kunnen wijzen op een ontvlambare concentratie.
(Alleen voor instrumenten die ontvlambare atmosferen
meten.)
– WAARSCHUWING: Niet openen terwijl het apparaat
onder spanning staat
1.6.1 Onderhoud
– De onderhoudsintervallen dienen te worden vastgesteld
voor elke individuele installatie. Deze moeten wellicht
worden verkort, afhankelijk van de
veiligheidsoverwegingen en de van toepassing zijnde
specifieke omstandigheden waarbinnen het instrument
wordt gebruikt/
– Raadpleeg de onderhoudsparagraaf in de
gebruiksaanwijzing van de transmitter.
2
Aanwijzingen in dit document
2.1

Betekenis van de waarschuwingen

In dit document worden de volgende waarschuwingen
gehanteerd om de gebruiker te waarschuwen voor mogelijke
gevaren. De betekenissen van de waarschuwingen zijn als
volgt gedefinieerd:
Waar-
schu-
wingssym
bool
®
-
2.2

Typografische verklaringen

Tekst
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
Signaalwoord Classificatie van de waar-
schuwing
WAARSCHU-
Wijst op een potentieel gevaar-
WING
lijke situatie. Wanneer deze
niet wordt voorkomen, kan dit
leiden tot ernstig of dodelijk let-
sel.
VOORZICH-
Wijst op een potentieel gevaar-
TIG
lijke situatie. Wanneer deze
niet wordt voorkomen, kan dit
leiden tot letsel. Kan ook wor-
den gebruikt als waarschuwing
voor ondeskundig gebruik.
AANWIJZING Wijst op een potentieel gevaar-
lijke situatie. Wanneer deze
niet wordt voorkomen, kan dit
leiden tot schade aan het pro-
duct of het milieu.
Vetgedrukte teksten geven labels op het apparaat
en schermteksten aan.
®
8900 UGLD Firmware versie ≥ 4.0.x

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave