5. VERPLICHTE CONTROLES VOOR INGEBRUIKNAME
De volgende controles zijn verplicht voor de installatie / inge-
bruikname van het laadstation. Gebruik het laadstation NOOIT
als de bij 1 of meerdere controles blijkt dat stroomtoevoer of
stabiliteit van het laadstation niet voldoet.
Voer de onderstaande controles altijd uit voordat er spanning
op het laadstation wordt gezet.
√ Alle onderstaande werkzaamheden volledig conform NEN 3140.
√ Controleer bij de aansluitklemmen of de juiste volgorde is gehandhaafd.
√ Controleer of de aders goed vast zijn gedraaid, zie 6.3.
√ Controleer of de aardverbinding is gemonteerd op de aansluitklem geheel
volgens de Norm NEN1010/EU/35.
√ Controleer de stabiliteit van het geplaatste laadstation.
√ Controleer of de afdichtingen goed zijn gemonteerd tijdens de montage
(IP54).
√ Houd de omgeving van de werkplek vrij van obstakels
Voordat er spanning op het laadstation wordt gezet is het noodzakelijk
om (Ma – Vr 09:00 tot 16:00) contact op te nemen met de back office
provider (zie telefoon nummer op het laadstation) zodat het laadstation
softwarematig kan worden geactiveerd. Het unieke laadstation nummer
is hierbij benodigd.
6. GEBRUIK / INSTALLATIE HANDLEIDING
6.1 Openen van de deur
Voor het openmaken van de deur gaat u als volgt te werk:
Steek de bijgeleverd sleutel in het slot en draai deze totdat de hendel
ontgrendelt. Draai de hendel zodat de deur ontgrendeld wordt.
Voor deze stappen in tegengestelde richting uit om de deur te sluiten.
6.2 Montage op de fundatie
Voor het installeren van de fundatie is een gat van ongeveer
L 750 mm x D 450 mm x H 530 mm nodig. De bodem dient stabiel en vlak te
zijn gemaakt.
Plaats de fundatie waterpas in het gat. De bovenzijde van de fundatie moet
gelijk zijn met de bovenzijde van het maaiveld / straatwerk. De fundatie
moet vervolgens verstevigd worden met minimaal 2 keer 20 kg snelbeton
welke in de hoeken van de fundatie moeten worden toegevoegd.
Nadat het snelbeton is uitgehard kan het laadstation op de fundatie
7