installatie
Montage
10. Montage
WAARSCHUWING letsel
!
Onvakkundige montage kan tot ernstig persoonlijk letsel
of materiële schade leiden.
Zorg voor aanvang van de werkzaamheden voor vol-
doende vrije ruimte voor de montage.
Ga voorzichtig om met de componenten met scherpe
randen.
10.1 Wateraansluiting
Materiële schade
!
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
Materiële schade
!
Om de kathodische corrosiebescherming te verzekeren,
moet de elektrische geleidbaarheid van het drinkwater
binnen de grenswaarden liggen die vermeld zijn in het
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel".
Koudwaterleiding
Als materiaal is thermisch verzinkt staal, roestvast staal, koper of
kunststof toegestaan.
Een veiligheidsventiel is vereist.
Warmwaterleiding
Als materiaal zijn roestvaststalen, koperen of kunststof buizen
toegestaan.
Materiële schade
!
Neem de instructies van de fabrikant en het hoofdstuk
"Technische gegevens/storingssituaties" in acht bij het
gebruik van kunststofbuizen.
f Spoel het buisleidingsysteem grondig door voordat het toe-
stel aangesloten wordt. Vreemde voorwerpen, zoals laskor-
rels, roest, zand of dichtingsmateriaal belemmeren de goede
werking van het toestel.
Materiële schade
!
De wateraansluiting moet ter bescherming tegen corrosie
van de aansluitingen van vlakke afdichtingen voorzien
worden. Het is niet toegestaan de aansluitingen met hen-
nepvezel te omwikkelen.
De meegeleverde kunststof isolatieschroefkoppelingen
zijn bestemd voor het afdichten tegen en het voorkomen
van kathodische steenvorming bij sterk geleidend water.
www.stiebel-eltron.com
1
1 Wartelmoer (G1)
2 Isolatiehuls
3 Gekraalde buis (22x1 mm, Koper)
4 Dichting
f Sluit de meegeleverde gekraalde buizen met de meegele-
verde dichtingen, isolatiehulzen en wartelmoeren aan op de
aansluitingen "koudwatertoevoer" en "warmwateruitloop".
f Test of alle isolatieschroefkoppelingen lekdicht zijn.
Veiligheidsventiel
Het toestel is een gesloten drinkwateropwarmer. Het toestel moet
van een drukcompensatie voorzien worden.
f Monteer een gehomologeerd veiligheidsventiel in de koud-
wateraanvoerleiding. De aanspreekdruk van het veiligheids-
ventiel moet altijd kleiner dan of gelijk aan de toegelaten
werkdruk van het warmwatervat zijn.
Het veiligheidsventiel beschermt het toestel tegen een niet-toe-
gestane drukoverschrijding. De diameter van de koudwateraan-
voerleiding mag niet groter zijn dan de diameter van het veilig-
heidsventiel.
f Zorg ervoor dat het expansiewater dat bij het veiligheidsven-
tiel naar buiten komt, in een afvoerbak kan druppelen, bijv.
in een bekken of een trechter.
De afvoerleiding mag niet afgesloten kunnen worden.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
volledig geopende veiligheidsventiel ongehinderd kan wor-
den afgevoerd.
f Controleer of de uitblaasleiding van het veiligheidsventiel ge-
opend is in de richting van vrije lucht.
f Monteer de afblaasleiding van het veiligheidsventiel met een
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
Reduceerventiel
De maximale druk in de koudwateraanvoerleiding moet ten minste
20% lager zijn dan de aanspreekdruk van het veiligheidsventiel.
Als de maximale druk in de koudwateraanvoerleiding hoger is,
moet een reduceerventiel geïnstalleerd worden.
Aftapkraan
f Installeer een geschikte aftapkraan op het laagste punt van
de koudwateraanvoerleiding.
Circulatie
Het rendement van de installatie daalt door de warmteverliezen
van de circulatieleiding en het elektriciteitsverbruik van de cir-
culatiepomp. Het koud geworden water van de circulatieleiding
wordt vermengd met de inhoud van het reservoir. Indien mogelijk,
moet er worden afgezien van de circulatieleiding. Indien dat niet
2
3
4
SHP-A 220-300 Plus |
17