70
Navigatie
■ Snelweg: selecteer of autosnelwe‐
gen voor routebegeleiding moeten
worden vermeden of gebruikt.
■ Veer/tolwegen : selecteer of tolwe‐
gen en veerboten bij het berekenen
van de route naar de bestemming
moeten worden vermeden of ge‐
bruikt of dat ze zo min mogelijk
moeten worden gebruikt.
Routelijst tonen
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Route om ROUTELIJST
op te roepen.
De routelijst toont alle straten op de
berekende route, te beginnen vanaf
de huidige locatie.
Elke lijstvermelding kan de volgende
informatie tonen:
■ Straatnaam, autosnelweg of afslag
van autosnelweg.
■ Richtingpijl of autosnelwegsym‐
bool.
Let op
Een extra klein rood driehoekje in
een richtingspijl of een autosnelweg‐
symbool duidt op een actueel ver‐
keersvoorval op de betreffende
straat of autosnelweg.
■ Afstand tot de volgende straat op
de route, of
■ geschatte benodigde tijd naar de
volgende straat op de route, of
■ geschatte aankomsttijd bij de vol‐
gende straat op de route.
De getoonde tijdsaanduiding hangt af
van de vraag of eerder op het kaart‐
scherm werd gekozen voor weergave
van de geschatte resterende reistijd
of de geschatte aankomsttijd.
Tijdsaanduiding wijzigen: druk op de
toets MAP en tik links op het kaart‐
scherm op de tijdsaanduiding onder
de richtingpijl.
Alle beschikbare informatie over een
specifieke routelijstvermelding tonen:
de lijstvermelding selecteren.
Routebegeleiding via het menu
VERKEERSINFO besturen
Druk op de TRAF-toets om het
VERKEERSINFO-menu op te roe‐
pen.