152
Radio
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Algemene informatie
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden
(ensemble).
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐
ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg
zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.
■ Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om
door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit kan worden verme‐
den door in het menu Audio-instel‐
lingen DAB AF en/of DAB FM te ac‐
tiveren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ De ontvangst van DAB+-zenders
wordt ook door de DAB-ontvanger
ondersteund.
Ensemble
In een frequentie worden steeds ver‐
schillende programma's gecombi‐
neerd in een zogenaamd ensemble.
Door ensembles scrollen
U kunt door ensembles scrollen die u
al één keer hebt ontvangen (de en‐
sembles moeten ontvangen kunnen
worden).
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Houd de kruistuimelschakelaar m of
n ingedrukt.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
DAB AF
Door DAB AF op On in te stellen kunt
u bepalen dat u dezelfde zender ont‐
vangt als in de vorige ensemblezone
wanneer u een andere ensemble‐
zone binnenrijdt.
Deze functie kan alleen worden uit‐
gevoerd wanneer de zender in het
nieuwe ensemble is opgenomen.
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Druk op de SETTINGS-toets om het
Settings-menu weer te geven.
Druk nogmaals op de toets
SETTINGS om DAB AF On of Off
weer te geven, wat de huidige toe‐
stand van de instelling aangeeft.
Druk op de kruistuimelschakelaar
m of n om de instelling te veran‐
deren.
Druk op de toets TUNER om terug te
keren naar het radiomenu.