170
Inleiding
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Zodra er tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem via Blue‐
tooth™ een verbinding opgebouwd
is, kunt u een groot aantal functies
van de mobiele telefoon ook via het
Infotainmentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
met de in de mobiele telefoon opge‐
slagen telefoonnummers bijv. een
verbinding tot stand brengen of de te‐
lefoonnummers wijzigen.
In de regel blijft het ook mogelijk om
de bediening via de mobiele telefoon
te doen, bijv. gesprekken aannemen
of het regelen van het volume.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem over‐
gedragen. Dit kan afhankelijk van het
merk telefoon enige tijd in beslag ne‐
men. Gedurende deze periode kunt u
de mobiele telefoon slechts beperkt
via het Infotainmentsysteem gebrui‐
ken.
Sommige telefoons ondersteunen
niet alle functies van de Mobiele tele‐
foon portal. Dientengevolge werken
deze specifieke telefoons wellicht an‐
ders dan zoals beschreven in de func‐
tiebeschrijving in de handleiding.
Afgezien van de bediening via de be‐
dieningselementen op het stuur kun‐
nen enkele functies ook met een
spraakherkenningssysteem worden
bediend 3 175.
Telefoneren
Voor het intoetsen van een telefoon‐
nummer zijn er drie verschillende op‐
ties mogelijk:
■ telefoonnummer handmatig intoet‐
sen
■ het telefoonnummer uit het tele‐
foonboek selecteren
■ telefoonummer uit een gesprek‐
kenlijst kiezen (uitgaande gesprek‐
ken, binnenkomende gesprekken
en gemiste oproepen)
Kiezen
Telefoonnummer handmatig intoet‐
sen
In het telefoonmenu:
Selecteer het Kiezen -menupunt.