64
Navigatie
Ga als volgt te werk om een
bestemming van de kaart te
selecteren:
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Bestemming om het menu
BESTEMMING INVOEREN op te
roepen.
Selecteer het Bestemming in kaart-
menupunt.
Het menu BESTEMMINGEN VAN
KAART verschijnt, met een kaart van
het gebied rondom de huidige positie.
De kaart wordt tweedimensionaal/
met het noorden bovenaan getoond.
U kunt het zichtbare kaartgedeelte
met uw vinger op het scherm in een
willekeurige richting verschuiven.
Indien gewenst wijzigt u de kaart‐
schaal door aan de combiknop te
draaien.
Verschuif het zichtbare kaartgedeelte
totdat u het gebied rondom de door u
gezochte locatie ziet.
Tik op de kaart om een nieuwe be‐
stemming op de gewenste locatie in
te stellen.
Een geblokte vlag geeft nu de nieuwe
bestemming aan en onderaan de
kaart verschijnt nu de straatnaam (of
GPS-coördinaten) van de nieuwe be‐
stemming.
Selecteer de knop Start op het
scherm.
Er verschijnt een melding met de vol‐
gende opties:
Opslaan: adresgegevens van de
nieuwe bestemming in het adresboek
opslaan.
Instellen als bestemming: routebege‐
leiding naar de nieuwe bestemming
starten.