100
Inleiding
■ Verkeersberichten en externe au‐
diobronnen worden ingevoegd aan
een vooringesteld minimumvolume
3 107.
■ Als de respectieve bron aanstaat,
kunt u het volume van de verkeers‐
berichten, de externe audiobron‐
nen en de radio en CD afzonderlijk
aanpassen.
Voor snelheid gecompenseerde
volumebediening (SDVC)
Na inschakeling van SDVC 3 107
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Externe bron
Er kan een externe bron (bijv. mobiele
telefoon, navigatiesysteem) op het In‐
fotainmentsysteem worden aange‐
sloten.
In dit geval verschijnt Extern in in de
display.
We bevelen aan dat de toestellen
door een erkende Opel-partner wor‐
den gemonteerd.
AUX-ingang
Een externe audiobron, bijv. een
draagbare CD-speler, kan via de
AUX-ingang van uw auto worden
aangesloten. Via de luidsprekers van
het Infotainmentsysteem hoort u het
stereogeluid van deze bron.
Plaats van AUX-ingangsconnector
3 126.
Zet de externe audiobron voor de
best mogelijke audiokwaliteit altijd op
het maximale volume. Bij modules
met lijnuitgang is het audioniveau van
het uitgangssignaal stabiel en kan
niet worden gewijzigd.
Om overstuur bij de AUX-ingang te
voorkomen moet de effectieve uit‐
gangsspanning van de externe audi‐
obron lager zijn dan 1,5 V.
Menuconcept
De menustructuur van het Infotain‐
ment System bestaat uit verschil‐
lende soorten menuschermen:
■ Bladerschermen
■ Standschermen
■ Instelschermen
De diverse schermen hebben ver‐
schillende functionaliteiten:
Bladerschermen
Bladerschermen hebben een selec‐
tiemenu met een voorvertoning van
elk menu-item in de linkse marge van
het scherm. Bladerschermen leiden u
naar standschermen of instelscher‐
men.
Het Audio -menu is een voorbeeld
van een bladerscherm.