Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doorvoereenheid Hoge Capacit; Scangegevensmap - Riso ComColor GD Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ComColor GD Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Doorvoereenheid hoge
capacit.
Configureer tot op welke positie de standaardlade
moet zakken wanneer het papier op is of wanneer
op de verlaagknop voor de standaardlade wordt
gedrukt.
[Papier op]
[1], [2], [3] (Fabrieksinstelling: [3])
[Activering toets Standaardlade omhoog/omlaag]
[1], [2], [3] (Fabrieksinstelling: [1])
1
Selecteer [Printer] -
[Doorvoereenheid hoge capacit.] in
het scherm [Beheermenu].
Het scherm [Doorvoereenheid hoge capacit.] wordt
weergegeven.
2
Configureer elke instelling.
• Wanneer [Papier op] is ingesteld op [3], zakt
de standaardlade naar de onderste positie
wanneer het papier op is. Hoewel u een
grotere hoeveelheid papier kunt instellen,
dient u te hurken om het papier te laden.
Wanneer [Papier op] is ingesteld op [1] of
[2], zal de papierlade stoppen vooraleer ze
de onderste positie bereikt en zult u het
papier dus kunnen laden terwijl u rechtstaat.
• Wanneer [Activering toets Standaardlade
omhoog/omlaag] is ingesteld op [1] of [2],
kunt u een grotere hoeveelheid papier
laden terwijl u rechtstaat door de
papierlade langzaamaan te laten zakken.
Instelonderdelen beheerdermenu
3
Druk op [OK].
Het scherm [Beheermenu] wordt weergegeven.
• Wanneer op de verlaagknop voor de
standaardlade wordt gedrukt terwijl die zich
onder de geconfigureerde positie voor verlagen
bevindt, zal de standaardlade zakken naar de
positie van het volgende nummer.
• Deze functie kan ook worden geconfigureerd op
de RISO Console. (Zie p. 12)

Scangegevensmap

Registreer een computer in het netwerk als
bestemming voor gescande opslaggegevens. De
hier geregistreerde opslagbestemmingen zijn voor
alle gebruikers beschikbaar als
gemeenschappelijke opslagbestemmingen.
[Maken], [Bewerken], [Verwijderen]
Registreer, bewerk of verwijder een bestemming.
Raak [Maken] aan om de details van een
opslagbestemming in te stellen.
[Weergavenaam]
Voer een naam in voor de opslagbestemming. De naam
moet tussen 1 en 10 tekens lang zijn.
[Overdrachtsprotocol]
Selecteer uit [FTP], [SMB] en [SMB (UNC)].
Details van bestemming
• [IP-adres of URL van opslagserver]
• [Opslagmap]
• [Gedeelde mapnaam]
• [Bestemming]
• [Aanmeldnaam voor server]
• [Aanmeldwachtwoord server]
De instelonderdelen kunnen variëren afhankelijk van de
instelling voor het overdrachtsprotocol.
Voer de gedeelde mapnaam in bij [Gedeelde mapnaam].
Als u uw computer in een domeinomgeving of een Active
Directory-omgeving gebruikt, geef dan "(Domeinnaam)\
(Aanmeldnaam)" op voor [Aanmeldnaam voor server].
Voer het wachtwoord in bij [Aanmeldwachtwoord server]
met maximaal 16 tekens. Voor andere onderdelen kunt u
tot 256 tekens gebruiken.
ComColor GD serie Beheerdershandleiding
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave