Netwerkinstelling
(Details)
Configureer de details van de netwerkomgeving.
De instelonderdelen zijn afhankelijk van uw
netwerkomgeving.
[LAN0], [LAN1]
Configureer de gedetailleerde netwerkinformatie voor de
twee netwerken die zijn verbonden met de LAN0- en de
LAN1-aansluiting achteraan het apparaat.
• [LAN1] kan niet worden geselecteerd wanneer
u de optionele printcontroller gebruikt.
[Proxy]
Stel deze optie in om de proxy-server te gebruiken.
[DNS (IPv4)], [DNS (IPv6)]
Converteer de domeinnaam naar een IP-adres met
behulp van de DNS-server.
Stel deze optie in overeenkomstig de versie van uw
internetprotocol.
[WINS]
Converteer de pc-naam naar een IP-adres met behulp
van de WINS-server.
[Anders]
Selecteer de methode om verbinding te maken met de
RISO Console.
1
Selecteer [Systeem] -
[Netwerkinstelling (Details)] in het
scherm [Beheermenu].
Het scherm [Netwerkinstelling (Details)] wordt
weergegeven.
2
Selecteer [LAN0] of [LAN1].
46
3
Selecteer [Proxy] en vervolgens het
selectievakje [Gebruiken].
• Als u [Gebruiken] selecteert, kunt u
waarden invoeren in de tekstvakken
[Adres], [Poort], [Gebruikersnaam] en
[Wachtwoord]. Wanneer u een ander
tekstvak dan [Poort] aanraakt, verschijnt
een scherm waar u gegevens kunt
invoeren. Nadat u een waarde heeft
ingevoerd, raakt u [OK] aan.
Voer een waarde in bij [Poort] met behulp
van de numerieke toetsen.
4
Selecteer [DNS (IPv4)] of [DNS
(IPv6)] en configureer de
instellingen.
ComColor GD serie Beheerdershandleiding