Verbindingen tot stand brengen
Externe apparaten aansluiten
Een infraroodverbinding maken
De computer beschikt over een infraroodpoort (onder de volumeregeling aan de
rechterkant van de computer) voor draadloze, seriële communicatie tussen de computer
en andere infraroodapparaten, zoals printers en andere computers.
Standaard is de infraroodpoort niet ingeschakeld, zodat u deze moet inschakelen voordat
u er gebruik van kunt maken.
• Windows 95: Schakel de infraroodpoort in de BIOS Setup in en installeer daarna het
infraroodstuurprogramma. Zie het Readme-bestand in C:\hp\Drivers voor meer
informatie.
• Windows 98 en Windows 2000: Schakel de infraroodpoort in de BIOS Setup in (de
computer wordt automatisch opnieuw opgestart wanneer u de gegevens opslaat en de
BIOS Setup afsluit). Tijdens het opnieuw opstarten worden de
infraroodstuurprogramma's automatisch geïnstalleerd in Windows 98 en 2000.
Zie het Readme-bestand in C:\hp\Drivers voor meer informatie.
De infraroodpoort gebruiken
• Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de computer en van het andere apparaat
zoveel mogelijk in een rechte lijn liggen. De afstand tussen de twee poorten mag niet
meer dan 1 meter bedragen en er mogen zich geen obstakels tussen de poorten
bevinden. Geluiden van andere apparatuur in de omgeving kunnen verzendfouten tot
gevolg hebben.
• Als u de status van de communicatie wilt controleren, klikt u op Start, Instellingen,
Configuratiescherm en dubbelklikt u daarna op Infrarood (Windows 95 en 98) of op
Draadloze verbinding (Windows 2000).
• Schakel de infraroodcommunicatie uit wanneer u deze niet gebruikt en zeker voordat
u de stand-bymodus inschakelt of het systeem in een dock plaatst:
1. Sluit alle toepassingen die infrarood gebruiken en alle mappen in een
infraroodverbinding.
2. Klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm.
3. Windows 95 of 98: Dubbelklik op Infrarood en schakel de communicatie uit.
Windows 2000: Dubbelklik op Draadloze verbinding en schakel de hardware uit.
72
Naslaggids