Pagina 1
HP ProBook notebookcomputer Gebruikershandleiding...
Pagina 2
De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Pagina 7
Externe netvoeding gebruiken ......................36 Netvoedingsadapter aansluiten ..................37 Accuvoeding gebruiken ........................38 Accu plaatsen of verwijderen ..................... 38 Accu opladen ........................39 Accuwerktijd maximaliseren ....................40 Omgaan met een lage acculading ..................40 Lage acculading herkennen ................41 Problemen met lage acculading verhelpen ............41 Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ...................
Pagina 9
Menu's van Computer Setup ......................90 Menu File (Bestand) ......................90 Menu Security (Beveiliging) ....................91 Menu Diagnostics (Diagnostische gegevens) ..............92 Menu System Configuration (Geavanceerd) ..............93 Index ................................... 95...
Voorzieningen Hardware herkennen Selecteer Computer > Control Center (Besturingscentrum) > YaST > Hardware Information ▲ (Hardwaregegevens) om een overzicht weer te geven van de hardware die in de computer is geïnstalleerd. Onderdelen aan de bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving Uit-indicator van touchpad Tik tweemaal snel op de uit-indicator van het touchpad om de touchpad-zone in en uit te schakelen.
Lampjes OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving ● Uit-indicator van touchpad Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. E-mailclient-lampje Knipperend: de e-mailclient Evolution wordt gestart. Webbrowser-lampje Knipperend: de webbrowser Firefox wordt gestart.
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: de computer staat aan. ● Knipperend: de computer staat in de stand-bystand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. ● Lampje voor draadloze communicatie Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkmodule (WLAN) en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Pagina 14
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer uit te schakelen. ● Als de computer in de stand-bystand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de stand-bystand te beëindigen.
Toetsen OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Toetsen van het geïntegreerde numerieke Deze toetsen kunt u laten werken als de toetsen op een extern toetsenblok numeriek toetsenblok.
Onderdeel Beschrijving USB-poorten (2) Hierop kunt u optionele USB-apparatuur aansluiten. RJ-11-connector (modem) (alleen bepaalde Hierop kunt u een modemkabel aansluiten. modellen) Optische-schijfeenheid (alleen bepaalde Leest optische schijven en schrijft (alleen bij bepaalde modellen) modellen) ook naar optische schijven. Lampje van de optische-schijfeenheid (alleen Knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de optische- bepaalde modellen) schijfeenheid.
Pagina 19
Onderdeel Beschrijving Lampje van de netvoedingsadapter ● Aan: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu wordt opgeladen. ● Uit: ◦ De computer is niet aangesloten op een externe voedingsbron. ◦ De computer is aangesloten op een externe voedingsbron, maar de accu is volledig geladen.
Onderdeel Beschrijving Gecombineerde eSATA-/USB-poort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat of hoogwaardig eSATA- onderdeel aan, zoals een externe eSATA-vaste-schijfeenheid. USB-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. ExpressCard-slot Hierin kunt u optionele ExpressCards plaatsen. Onderdelen aan de onderkant Onderdeel Beschrijving Accu-ontgrendelingen (2) Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Hiermee schakelt u het beeldscherm uit wanneer het apparaat wordt gesloten terwijl het is ingeschakeld. Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Webcamlampje (alleen bepaalde modellen) Aan: de webcam is in gebruik. Webcam (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
Pagina 22
Onderdeel Beschrijving WWAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's (WWAN's, wireless wide area networks). WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local area networks).
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact. Accu* Hiermee kunt u de computer op accuvoeding laten werken als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. *Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per land/regio.
Pagina 24
Circuit Card Identifier) van de SIM-kaart. Dit label bevindt zich in de accuruimte. ● Label met serienummer van HP-module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): bevat het serienummer van de HP-module voor mobiel breedband. Dit label bevindt zich aan de onderkant van de computer. Hoofdstuk 1 Voorzieningen...
Cursorbesturing en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Met Mouse Properties (Eigenschappen voor muis) of (TouchPad) Touchpad kunt u de instellingen voor cursorbesturing wijzigen, bijvoorbeeld de configuratie van knoppen, de kliksnelheid en opties voor de aanwijzer. Selecteer Computer (Computer) > Control Center (Beheercentrum) > Mouse (Muis) om Mouse Properties (Eigenschappen voor muis) te openen.
Functie Hotkey Slaapstand activeren fn+f1 Helderheid van het beeldscherm verlagen fn+f2 Helderheid van het beeldscherm verhogen fn+f3 Schakelen tussen diverse beeldschermen en andere fn+f4 weergaveapparaten Standaard e-mailapplicatie openen fn+f5 Standaard webbrowser openen fn+f6 Geluid uit- en weer inschakelen fn+f7 Geluidsvolume van luidsprekers verlagen fn+f8 Geluidsvolume van luidsprekers verhogen fn+f9...
Druk op fn+f1 om de slaapstand te activeren. Als de slaapstand wordt geactiveerd, wordt uw informatie opgeslagen in het systeemgeheugen, het scherm uitgeschakeld en de energiespaarstand ingeschakeld. Zolang de computer in de slaapstand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. De computer moet zijn ingeschakeld voordat u de slaapstand kunt activeren. OPMERKING: Als zich een kritiek lage acculading voordoet terwijl de computer in de slaapstand staat, activeert de computer de hibernationstand en wordt de informatie die zich in het geheugen bevindt,...
Geluidsvolume in- en uitschakelen Druk op fn+f7 om het geluid uit te schakelen. Druk nogmaals op de hotkey om het geluidsvolume te herstellen. Geluidsvolume verlagen Druk op fn+f8 om het geluidsvolume van de luidsprekers te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om het geluidsvolume van de luidsprekers steeds verder te verlagen.
Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok U kunt tijdelijk schakelen tussen de standaardwerking van de toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok en de numerieke functie. Gebruik hiervoor de fn-toets of de toetsencombinatie fn+shift. ● Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u de fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt.
Pagina 30
Hoofdstuk 2 Cursorbesturing en toetsenbord...
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Optische-schijfeenheid voor het afspelen van audio- en videoschijven ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ●...
Pagina 32
Onderdeel Beschrijving Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven. Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven.
Geluidsvolume aanpassen U kunt het geluidsvolume regelen met de volgende voorzieningen: ● Volumetoetsen van de computer: ◦ Om het geluid te dempen of te herstellen, houdt u de fn-toets (1) ingedrukt en drukt u vervolgens op de f7-toets (2) Dempen. ◦...
Afhankelijk van de hardware en software die bij de computer is geleverd, kunnen de volgende multimediataken worden ondersteund: ● Digitale media afspelen, waaronder audio- en video-cd's, dvd's en bd's en internetradio. ● Gegevens-cd's samenstellen of kopiëren. ● Audio-cd's samenstellen, bewerken en branden. ●...
● Radioprogramma's als audiostream ontvangen (alleen bepaalde modellen) of FM-radiosignalen ontvangen ● Audio-cd's maken of "branden" (alleen bepaalde modellen) Externe audioapparatuur aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Informatie over voorschriften, veiligheid en Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Audiofuncties controleren U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt: Selecteer Computer > Control Center (Besturingscentrum) > System (Systeem) > Sound (Geluid). Klik op Sound (Geluid). Wanneer het venster Sound (Geluid) verschijnt, klikt u op de tab Sounds (Geluiden). Selecteer onder het tabblad Sounds (Geluiden) het tabblad Device (Apparaat).
Als u een weergaveapparaat wilt aansluiten op de computer, sluit u de kabel van het apparaat aan ▲ op de externemonitorpoort. OPMERKING: Als een extern weergaveapparaat op de juiste wijze is aangesloten maar geen beeld geeft, drukt u op fn+f4 om het beeld naar het apparaat te schakelen.
U sluit als volgt een video- of audioapparaat aan op de HDMI-poort: Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat volgens de instructies van de fabrikant.
Type optische- Schrijven Schrijven Schrijven naar Etiket schrijven Schrijven naar bd r/ schijfeenheid naar cd-rw naar dvd dubbellaags dvd±r naar LightScribe-cd ±rw/r of dvd±rw/r Blu-ray ROM DVD±R SuperMulti DL-station* Blu-ray R/RE DVD+/- RW SuperMulti DL- station* *Op schijven met dubbele laag kunnen meer gegevens worden opgeslagen dan op schijven met enkele laag. Schijven met dubbele laag die zijn gebrand met dit station, zijn echter mogelijk niet compatibel met veel stuurprogramma's en spelers voor dvd's met enkele laag.
● Maken van wekelijkse backups van bestanden op de vaste schijf ● Continu bijwerken van foto's, video, audio en gegevens Dvd±r-schijven Gebruik lege dvd±r-schijven om grote hoeveelheden gegevens permanent op te slaan. Nadat de gegevens naar de schijf zijn geschreven, kunnen ze niet meer worden gewist of overschreven. Dvd±rw-schijven Met dvd±rw-schijven kunt u eerder opgeslagen gegevens wissen of overschrijven.
LightScribe dvd+r-schijven Met LightScribe dvd+r-schijven kunt u gegevens, video's en foto's delen met anderen en opslaan. Deze schijven kunnen worden gelezen door de meeste dvd-romstations en dvd-spelers. Met een dvd- romstation dat LightScribe ondersteunt, en LightScribe-software kunt u gegevens naar de schijf schrijven en vervolgens een zelf ontworpen label aanbrengen op de buitenkant van de schijf.
Sluit de lade. Selecteer Computer > More Applications (Meer applicaties). Open een audiospeler, zoals Helix Banshee, en speel de schijf af. OPMERKING: Nadat u een schijf heeft geplaatst, volgt een korte pauze. Als de slaapstand of de hibernationstand wordt geactiveerd tijdens het afspelen van een schijf, kan het volgende gebeuren: ●...
Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen.
Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen.
Energiebeheer Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
Sluit de computer aan op een externe netvoedingsbron in de volgende situaties: WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. ● Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert ● Wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast ●...
Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten en andere factoren.
Schuif de accu in de accuruimte (1) totdat de accu goed op zijn plaats zit. De accuvergrendelingen (2) vergrendelen de accu automatisch. U verwijdert de accu als volgt: Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Verschuif de accuvergrendelingen (1) om de accu los te koppelen.
Het opladen kan langer duren wanneer de accu nieuw is, langer dan twee weken niet is gebruikt of veel warmer of kouder is dan de normale kamertemperatuur. Ga als volgt te werk om de accuwerktijd te verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading te optimaliseren: ●...
reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Power options (Energiebeheer) van het Control Center (Beheercentrum). Voorkeuren die u hier instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes. Lage acculading herkennen Als een accu die de enige voedingsbron van de computer is bijna leeg is, gaat het acculampje knipperen. Als u niets onderneemt wanneer de accu bijna leeg is, wordt het niveau van de acculading kritiek en blijft het acculampje knipperen.
Accu kalibreren Kalibreer een accu in de volgende gevallen: ● als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn; ● als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren. Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren.
Stap 3: Ontlaad de accu De computer moet ingeschakeld blijven tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Accucontrole laat u weten wanneer u de accu moet vervangen omdat een accucel niet goed werkt, of omdat de accuconditie zover is afgenomen dat de capaciteit "zwak" is geworden. U krijgt een melding waarin u wordt verwezen naar de website van HP. Daar vindt u informatie over hoe u een vervangende Hoofdstuk 4 Energiebeheer...
Als de accu onder de garantievoorwaarden van HP valt, krijgt u ook informatie over een garantiecode. OPMERKING: Om er zeker van te zijn dat u altijd over accuvoeding kunt beschikken als u die nodig heeft, raadt HP u aan een nieuwe accu te kopen als de capaciteitsindicator groen-geel wordt.
Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures worden vermeld bij de desbetreffende procedures. VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de stand-bystand en wacht tot het scherm leeg is of koppel de externe vaste schijf los voordat u een computer verplaatst die op een externe vaste schijf is aangesloten.
Verwisselbare USB-stations zijn er van de volgende typen: ● 1,44-MB diskettestation ● Vaste-schijfmodule (een vaste schijf met een adapter) ● Dvd-romstation ● DVD+/-RW SuperMulti Double-Layer LightScribe-station ● Blu-ray ROM DVD+/-RW SuperMulti Double-Layer LightScribe-station Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software, stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer.
Pagina 58
Verwijder de schroeven uit de accuruimte. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Pagina 59
Verwijder de 2 afdekplaatjes (1) en schroeven (2) uit de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt verwijderen. Leg de computer met de beeldschermkant naar boven en open vervolgens de computer zo ver mogelijk.
Pagina 60
Verwijder de schroeven uit het toetsenbord. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Pagina 61
Schuif de achterkant van het toetsenbord naar het beeldscherm toe (1) en draai het voorwaarts (2) om bij de toetsenbordkabelconnector te kunnen komen. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. VOORZICHTIG: U mag de toetsenbordkabel niet beschadigen. –...
Pagina 62
Maak de ZIF-connector (1) los waaraan de toetsenbordkabel is bevestigd, maak vervolgens de toetsenbordkabel (2) los van de systeemkaart door de kabel omhoog te trekken en verwijder het toetsenbord van de computer (3). OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Pagina 63
Verwijder de schroeven uit de polssteun. Schuif de polssteun naar rechts tot deze loskomt van de behuizing van de basis (1) en leg de polssteun op de computer (2). Verwijder de 2 schroeven van de vaste schijf (1) en draai vervolgens de schroef (2) los waarmee de vaste schijf bevestigd zit.
Pagina 64
Til de vaste schijf (4) uit de vaste-schijfruimte. Ga als volgt te werk om een vaste schijf te installeren: Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1). Gebruik de kunststof tab (2) op de vaste schijf om de vaste schijf naar links te schuiven en aan te sluiten op de systeemkaart.
Pagina 65
Draai de polssteun om (1), waarbij u deze in het vak van de polssteun legt, en schuif vervolgens de polssteun naar links om deze opnieuw vast te maken aan de behuizing van de basis (2). Plaats de schroeven weer in de polssteun. Leg het toetsenbord ondersteboven op de polssteun van de computer (1).
Pagina 66
Plaats de toetsenbordkabel (2) in de ZIF-connector (3) op de systeemkaart en maak vervolgens de connector vast. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Pagina 67
Draai het toetsenbord om (1), plaats het in de toetsenbordruimte en schuif het naar binnen (2) tot het goed op zijn plaats zit. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen...
Pagina 68
Breng de schroeven van het toetsenbord weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Pagina 69
Plaats het afdekplaatje bovenop het vak van het afdekplaatje (1) en schuif het afdekplaatje vervolgens op zijn plaats (2). Sluit het computerscherm. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Plaats de 2 schroeven (1) en hun afdekplaatjes (2) terug op de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt terugplaatsen.
Pagina 70
Breng de schroeven in de accuruimte weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Plaats de accu terug. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Hoofdstuk 5 Schijfeenheden...
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
Ondersteuning voor oudere USB-systemen Ondersteuning voor oudere USB-systemen (standaard ingeschakeld) biedt de volgende mogelijkheden: ● Het gebruik van een USB-toetsenbord, -muis of -hub die is aangesloten op een USB-poort op de computer, tijdens het opstarten of in een MS-DOS-programma. ● Het starten of opnieuw opstarten van de computer vanaf een optioneel extern MultiBay apparaat of een optioneel USB-apparaat met voorzieningen om als opstarteenheid te fungeren.
Sluit de eSATA-kabel van het apparaat aan op de eSATA-poort. Nadat u het externe eSATA- apparaat hebt aangesloten, verschijnt er een verificatievenster op het scherm waarin u het root- wachtwoord moet invoeren. Voer het root-wachtwoord in. Het systeem koppelt het eSATA-apparaat vervolgens automatisch, en er wordt een pictogram op het bureaublad geplaatst.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software, stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer. Ga als volgt te werk om een extern apparaat op de computer aan te sluiten: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de...
Externe-mediakaarten Mediakaartlezer-kaarten gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: ●...
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Voordat u de digitale kaart verwijdert, controleert u of er op dat moment niet worden gelezen van, of geschreven naar de kaart, anders kunnen er gegevens verloren gaan of kan de computer vastlopen. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. OPMERKING: Raadpleeg de gebruikersdocumentatie bij de digitale kaart voor meer instructies over het verwijderen van geheugenkaarten.
Haal het plaatje uit het slot (2). Ga als volgt te werk om een ExpressCard te plaatsen: Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht. Plaats de kaart voorzichtig in het ExpressCard-slot en druk de kaart aan tot deze stevig op zijn plaats zit.
Geheugenmodules De computer heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich onder het toetsenbord bevindt. De geheugencapaciteit van de computer kan worden vergroot door een geheugenmodule te plaatsen in het uitbreidingsslot, of door de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule te upgraden. Alle geheugenmodules die in de computer worden geïnstalleerd, moeten van hetzelfde type zijn.
Pagina 80
Verwijder de schroeven uit de accuruimte. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 8 Geheugenmodules...
Pagina 81
Verwijder de 2 afdekplaatjes (1) en schroeven (2) uit de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt verwijderen. Leg de computer met de beeldschermkant naar boven en open vervolgens de computer zo ver mogelijk.
Pagina 82
Verwijder de schroeven uit het toetsenbord. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 8 Geheugenmodules...
Pagina 83
Schuif de achterkant van het toetsenbord naar het beeldscherm toe (1) en draai het voorwaarts (2) om bij de toetsenbordkabelconnector te kunnen komen. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. VOORZICHTIG: U mag de toetsenbordkabel niet beschadigen. –...
Pagina 84
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 85
Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u drukt op de linker- en rechterrand van de module, totdat de borgklemmetjes vastklikken. Geheugenmodules toevoegen of vervangen...
Pagina 86
Keer het toetsenbord om (1) in het toetsenbordvak en schuif het toetsenbord vervolgens weer op zijn plaats (2). OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Hoofdstuk 8 Geheugenmodules...
Pagina 87
Breng de schroeven van het toetsenbord weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Geheugenmodules toevoegen of vervangen...
Pagina 88
Plaats het afdekplaatje bovenop het vak van het afdekplaatje (1) en schuif het afdekplaatje vervolgens op zijn plaats (2). Sluit het computerscherm. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Plaats de 2 schroeven (1) en hun afdekplaatjes (2) terug op de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt terugplaatsen.
Pagina 89
Breng de schroeven in de accuruimte weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Plaats de accu terug. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Geheugenmodules toevoegen of vervangen...
Beveiliging OPMERKING: Het is mogelijk dat sommige van de in dit hoofdstuk beschreven functies niet door uw computer of besturingssysteem worden ondersteund. Computer beveiligen OPMERKING: Van beveiligingsfuncties moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken De meeste beveiligingsfuncties maken gebruik van een wachtwoord. Noteer een wachtwoord nadat u het heeft ingesteld en bewaar het op een veilige plaats uit de buurt van de computer. Op wachtwoorden zijn onderstaande overwegingen van toepassing: ● De instel-, opstart- en DriveLock-wachtwoorden worden ingesteld in Computer Setup (Computerinstellingen) en beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup (Computerinstellingen) Wachtwoorden in Computer Setup Functie (Computerinstellingen) Instelwachtwoord Beveiligt de toegang tot Computer Setup (Computerinstellingen). DriveLock-hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock. Het wordt tevens gebruikt om de DriveLock beveiliging te verwijderen.
Ga als volgt te werk om dit wachtwoord te beheren, in te stellen, te wijzigen of te verwijderen: Open Computer Setup (Computerinstellingen) door de computer in te schakelen of opnieuw te starten. Druk vervolgens terwijl het bericht “F10 = ROM Based Setup” (F10 = op ROM gebaseerd instellen) linksonder in het scherm wordt weergegeven op f10.
● Het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord mogen hetzelfde zijn. ● U kunt een gebruikers- of hoofdwachtwoord uitsluitend verwijderen door de DriveLock-beveiliging van de vaste schijf te verwijderen. DriveLock-beveiliging kan alleen met het hoofdwachtwoord van een schijf worden verwijderd. DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om de DriveLock-instellingen in Computer Setup (Computerinstellingen) te openen: Open Computer Setup (Computerinstellingen) door de computer in te schakelen of opnieuw te starten.
Selecteer met de pijltoeten de locatie van de interne vaste schijf en druk vervolgens op f10. Selecteer met de pijltoetsen het veld van het wachtwoord dat u wilt wijzigen. Typ uw huidige wachtwoord in het veld Old password (Oude wachtwoord) en typ vervolgens het nieuwe wachtwoord in de velden New password (Nieuwe wachtwoord) en Verify new password (Nieuwe wachtwoord controleren).
Strenge beveiliging in Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat de computer permanent onbruikbaar wordt, slaat u uw geconfigureerd instelwachtwoord of smartcardpincode op een veilige plaats uit de buurt van de computer op. Zonder deze wachtwoorden of pincode kan de computer niet worden gedeblokkeerd. De strenge beveiligingsvoorziening verbetert de opstartbeveiliging door gebruikersverificatie met uw geconfigureerde instelwachtwoord of smartcardpincode voordat u toegang tot het systeem krijgt.
Ga als volgt te werk om deze algemene systeeminformatie weer te geven: Open Computer Setup (Computerinstellingen) door de computer in te schakelen of opnieuw te starten. Druk vervolgens terwijl het bericht “F10 = ROM Based Setup” (F10 = op ROM gebaseerd instellen) linksonder in het scherm wordt weergegeven op f10.
Pagina 98
OPMERKING: De plaats van het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel verschilt per model computer. Hoofdstuk 9 Beveiliging...
10 Computer Setup Computer Setup starten Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. OPMERKING: Het is mogelijk dat sommige van de in deze handleiding beschreven menu-items van Computer Setup (Computerinstellingen) niet door uw computer of besturingssysteem worden ondersteund.
● Druk op om navigatiegegevens weer te geven. ● Druk op om de taal te wijzigen. Selecteer het menu File (Bestand), Security (Beveiliging), Diagnostics (Diagnostische gegevens) of System Configuration (Systeemconfiguratie). Selecteer een van de volgende methoden om Computer Setup (Computerinstellingen) af te sluiten: ●...
Optie Actie System information (Systeeminformatie) ● Hiermee kunt u de identificatiegegevens over de computer weergeven. ● Hiermee kunt u de specificaties van de processor, het cachegeheugen, de geheugengrootte en het systeem- ROM weergeven. Restore Defaults (Standaardinstellingen herstellen) Hiermee kunt u de configuratie-instellingen in Computer Setup (Computerinstellingen) vervangen door de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Optie Actie System Ids (Systeem-id's) Hiermee kunt u een door de gebruiker te definiëren computervolgnummer en eigendomslabel invoeren. Disk Sanitizer Voer Disk Sanitizer uit om alle bestaande gegevens op de primaire vaste schijf te vernietigen. De volgende opties zijn beschikbaar: ●...
Menu System Configuration (Geavanceerd) OPMERKING: Het is mogelijk dat sommige van de in dit gedeelte beschreven menu-items niet door uw computer of besturingssysteem worden ondersteund. Optie Actie Language (Taal) Hiermee kunt u de taal in Computer Setup (Computerinstellingen) wijzigen. Boot Options (Opstartopties) ●...
Pagina 104
Optie Actie optische-schijfeenheid, die via een USB-poort zijn aangesloten op de computer. ● Hiermee kunt u DMA-gegevensoverdrachten in het BIOS in- of uitschakelen. ● Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de ventilator altijd aan is bij aansluiting op netvoeding. ●...