Waarschuwingen
Waarschuwingen stellen personeel op de hoogte van een toestand die aandacht vereist.
Waarschuwingen gaan steeds aan en uit. Hoe dringender de waarschuwing, hoe korter de tijd tussen aan
en uit: een waarschuwing die elke tien seconden wordt herhaald, is dringender dan een waarschuwing die
elke dertig seconden wordt herhaald.
Wanneer alle signalen ingeschakeld zijn, zullen alle waarschuwingen hoorbaar zijn. Een waarschuwing van
hoog niveau zal ook rood en blauw licht uitzenden, en een waarschuwing van lager niveau alleen blauw. In
vergelijking met alarmen worden waarschuwingssignalen uitgezonden met een lager niveau van intensiteit.
Waarschuwingen blijven afgaan tot het probleem is opgelost. In sommige gevallen zal een onopgeloste
waarschuwing een alarm veroorzaken. Als bijvoorbeeld een waarschuwing voor lage batterij wordt
ingeschakeld en het instrument niet opgeladen wordt, dan zullen de signalen veranderen van
waarschuwingsstatus in alarmstatus (kritiek lage batterijspanning).
Opmerking: Signalen (zichtbaar en hoorbaar) verschillen al naar gelang de instellingen van het instrument.
Groep vermist
a
Het instrument is niet langer lid van een
LENS-groep.
Afbeelding 6.6 Voorbeelden van schermen met waarschuwingen
Instellingen kunnen toestaan dat de waarschuwing wordt uitgeschakeld door de rechter- of linkerknop ingedrukt te houden.
a
Indicators
Indicators informeren de gebruiker van het instrument over de status en verschijnen als een blauwe
lichtflits.
Tabel 6.1 Waarschuwingen en indicators; oorzaken en signaalfrequentie
Symbool
Type gebeurtenis en beschrijving
Peer vermist
Peer vermist
Een peer-instrument communiceert niet langer met
de instrumenten in de LENS-groep. De naam van de
gebruiker wordt weergegeven als er een huidige
gebruikerstoewijzing is. Zo niet, dan wordt het
serienummer van het peer-instrument weergegeven.
Groep vermist
Groep vermist
Het instrument communiceert niet langer met
de instrumenten in de LENS-groep.
Sensorfout
Één of meer sensoren werken niet
(H
S weergegeven).
2
82
Lage batterijspanning
Resterende batterijspanning is laag.
Waarschuwingsfrequentie
(seconden)
10 s
30 s