Voor toegang tot de instellingen, houdt u de
linker- en rechterknop tegelijkertijd ingedrukt.
Wanneer u instellingen bewerkt, wacht het instrument ongeveer 30 seconden nadat er een knop is
ingedrukt. Wanneer u verder geen knop indrukt, wordt het huidige instellingenscherm afgesloten en het
vorige scherm opnieuw weergegeven. Als dat het startscherm is, houd dan tegelijk de linker- en
rechterknop ingedrukt om de instellingen weer op te roepen.
Overzicht van de instellingen
De instellingen van het instrument zijn per onderwerp gerangschikt. Zo kan de veiligheidsexpert eerst het
relevante onderwerp (zoals draadloos) kiezen en vervolgens de instellingen voor dat onderwerp bekijken
en eventueel aanpassen. De instellingen worden per onderwerp beschreven in tabel 4.1 hieronder.
Tabel 4.1 Overzicht van de instellingen
Onderwerp
Onderhoud
Opstarten
Werking
Alarm
Sensor
Administrator
Draadloos
■
Verlaag de
Voer de
gemarkeerde
gemarkeerde
waarde
waarde in
Beschrijving
Bekijk algemene informatie over het instrument. Voer hulpprogramma's uit (routine-
onderhoud zoals bumptests). Bekijk de huidige gebruiker- en locatietoewijzingen van het
instrument en verander deze eventueel.
Bepaal waartoe de gebruiker van het instrument toegang heeft tijdens de
inschakelprocedure.
Bepaal waartoe de gebruiker van het instrument toegang heeft tijdens het gebruik.
Regel het gedrag van het instrument tijdens alarmsignalen en bepaalde waarschuwingen;
bekijk de huidige alarm-instelpunten en wijzig deze eventueel.
Bepaal welke sensoren al dan niet geactiveerd zijn voor gasdetectie. Eventueel kunt u de
kalibratiegasinstellingen aanpassen, de correlatiefactor van de LEL-sensor instellen of de
responsfactor van de PID-sensor instellen.
Bepaal de manieren waarop een instrument zal communiceren met de gebruiker: stel een
veiligheidscode in, evenals de taal van het scherm, een betrouwbaarheidsindicator en meer.
Stel herinneringen in voor hulpprogramma's en daarmee samenhangende waarden zoals het
interval waarna het instrument in het dockingstation moet worden geplaatst.
Regel de functionaliteit van LENS Wireless, sta overdracht van instrumentgegevens naar
iNet al dan niet toe voor realtime-controle van de eenheid door gebruikers van iNet Now en
stel de GPS-opties in.
50
■
■
Verhoog de
Verplaats de
gemarkeerde
keuzebalk
gemarkeerde
waarde
naar boven
■
Selecteer de
Verplaats de
keuzebalk
optie
naar
beneden