Tijdens het gebruik geeft de navigatiebalk over het algemeen
informatie weer. Hier ziet u de status van de batterij, de LEL-
correlatiefactor en de tijd (12-uurnotatie).
De navigatiebalk toont ook alarmsignalen van peers en
gegevens over die alarmsignalen (gebeurtenis, gasuitlezing en
instrument). Op andere momenten worden symbolen (of tekst)
weergeven; elke weergegeven optie wordt bestuurd met de
knop eronder.
Navigatiebalk
Netwerkinformatie
Identificeert een instrument in de LENS-groep dat mogelijk een alarmtoestand doormaakt of een
Tank 3
probleem heeft met de verbinding met de groep. Een symbool naast het nummer van het apparaat zal
het probleem aangeven. Opmerking: Als er geen gebruiker (hier wordt Tank 3 weergegeven) is
toegewezen, dan wordt het serienummer van het instrument weergegeven.
Andere symbolen
Het waarschuwingssymbool kan verschijnen in combinatie met tekst of symbolen om een specifiek probleem aan
te geven.
Wordt in plaats van de gasuitlezing weergegeven voor een sensor die een bias uitvoert. Nadat de bias is
uitgevoerd, of na 15 minuten, wordt de gasuitlezing weergegeven. Kan ook aangeven dat er een procedure of
zelfaanpassing van een instrument gaande is.
De geïnstalleerde SafeCore Module is geaspireerd.
De batterij is 76 tot 100% opgeladen.
De batterij is 51 tot 75% opgeladen.
De batterij is 26 tot 50% opgeladen.
De batterij is hooguit 25% opgeladen.
De batterij is bijna leeg (kritiek lage batterijspanning).
Er wordt een voeding gebruikt.
11:56am
Het tijdstip van de dag (in de weergegeven 12-uurs notatie) wordt afgewisseld met de omgevingstemperatuur.
26° C
De omgevingstemperatuur wordt in graden Celsius weergegeven en wordt afgewisseld met het tijdstip van de dag.
Bedieningssymbolen en instructies
Blader door een lijst opties.
Maak een keuze, start een proces of antwoord bevestigend.
Instructietekst.
Afbeelding 3.3 Overzicht van het scherm (operationeel instrument)
47