Tabel 4.8 Instellingen voor draadloos
Instelling
Beschrijving en opties
LENS Wireless
Gebruik deze instelling om te regelen of het instrument kan toetreden tot LENS Wireless-
groepen en gegevens kan versturen aan iNet voor realtime-controle van de eenheid.
Optie
iNet Now en lokaal
Lokaal
Uit
LENS-vermogensmodus
Gebruik deze instelling om te regelen of het zendvermogen van de radio van het instrument
conform CE RED
Optie
CE RED
Wereld
Opmerking: Als deze instelling wordt veranderd (van CE RED in Wereld, of van Wereld in CE RED), geeft
het instrument gedurende ongeveer een minuut een alarm weer voor een verbroken iNet-verbinding terwijl
de LENS-radio weer wordt opgestart. Na het opstarten wordt de verbinding weer tot stand gebracht met de
nieuwe instelling en wordt het alarm gewist.
Groep
Met deze instelling regelt u hoe het instrument zich bij een LENS-groep kan aansluiten.
Optie
Scan (Scannen)
Named Group (Groep
met naam)
Opmerking: Het instrument kan zich met behulp van de optie "Scan" aansluiten bij een naamloze groep,
een ad-hocgroep of een groep met een naam (bijv. Groep X). Wanneer de instellingen Scan en iNet
Now&Lokaal allebei zijn geselecteerd, blijft de Radius scannen tot deze een groep met een gateway met
iNet-verbinding heeft gevonden en zich erbij kan aansluiten.
Effect
LENS Wireless is operationeel. Het instrument is beschikbaar om toe
te treden tot LENS-groepen. Het verstuurt ook gegevens aan iNet
voor realtime-controle door gebruikers van iNet Now.
LENS Wireless is operationeel. Het instrument is beschikbaar om toe
te treden tot LENS-groepen, maar verstuurt geen gegevens naar iNet
voor realtime-controle door gebruikers van iNet Now.
LENS Wireless is niet operationeel. Het instrument is niet
beschikbaar om toe te treden tot LENS-groepen en kan geen
gegevens verzenden aan iNet voor realtime-controle door gebruikers
van iNet Now.
is.
a
Effect
Conform CE RED.
Niet conform CE RED.
Effect
Stelt het instrument in staat om naar een LENS-groep te scannen en
zich erbij aan te sluiten. Het instrument scant naar binnen-bereik
groepen en selecteert een groep op basis van de signaalsterkte van
het netwerk en het aantal LENS-peers in de groep. Het instrument
blijft scannen tot een beschikbare LENS-groep met een open plek
(minder dan 25 peers) is gedetecteerd en het instrument automatisch
is aangesloten.
Wijst het instrument toe aan een LENS-groep met een naam
(waarden 'A' tot en met 'J'). Opmerking: Een instrument kan zich niet
bij een andere LENS-groep aansluiten, tenzij u de instelling in Scan
(Scannen) of in een groep met een andere naam, bijv. 'B' verandert.
62