Tabel 1.4 LENS Wireless-verbindingen: richtlijnen voor bereik afhankelijk van de
ingestelde LENS-vermogensmodus
Radius BZ1 naar Radius BZ1
Radius BZ1 tot Ventis Pro
Radius BZ1 tot RGX Gateway
Radius BZ1 tot TGX Gateway
Van toepassing wanneer onderdelen van de apparatuur tegenover elkaar zijn geplaatst.
a
Onderhoud
De procedures in dit gedeelte zorgen mede dat het instrument goed blijft functioneren, ondersteunen de
veiligheid van het personeel, en testen en kalibreren de sensorrespons op gas, inclusief de effecten van
een sensorafwijking ("drift"). Een sensorafwijking ("sensor drift") wordt gedefinieerd als een geleidelijke
verschuiving van de sensoruitvoer die fouten veroorzaakt in de weergegeven gasuitlezing. De afwijking kan
zowel positief als negatief zijn en wordt gewoonlijk veroorzaakt door de omstandigheden die hieronder zijn
vermeld.
• Er zijn veranderingen in de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur, druk, vochtigheid of
warmtegeleiding van de lucht.
• De sensor is kruisgevoelig
deze gassen of heeft tijdelijk te kampen met aanhoudende effecten van dit type blootstelling.
• De sensor is op nul gesteld of gekalibreerd in een atmosfeer met een concentratie van het doelgas van
de sensor of een concentratie van een niet-doelgas
• Er zijn wijzigingen in de vermogenstoestand van een biased sensor. Biased sensoren hebben een
doorlopende stroomvoorziening nodig en het kan enige tijd duren voor ze stabiliseren nadat ze een
tijdlang onvoldoende of geen stroom hebben gekregen. De biased sensoren die zijn geïnstalleerd in de
SafeCore
Module, worden uitsluitend gevoed door de "noodbatterij" van de module wanneer de
®
module zich buiten de Radius Base of buiten het dockingstation bevindt. Wanneer de module
terugkeert naar het dockingstation of de Radius Base, zal er een opwarmperiode zijn.
Opmerking: Voor meer informatie over kruisgevoelighed voor niet-doelgassen verwijzen we naar bijlage A,
*
informatie over gassen en
sensoren".
In tabel 1.5 ziet u de minimumfrequentie voor het onderhoud van instrumenten volgens de aanbevelingen
van Industrial Scientific. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op praktijkgegevens, veilige werkprocedures,
aanbevolen industriepraktijken en regelgevingsnormen. Industrial Scientific is niet verantwoordelijk voor het
vaststellen van de veiligheidspraktijken of het veiligheidsbeleid van een bedrijf, die mede afhankelijk zijn
van de richtlijnen en aanbevelingen van regelgevende instanties, omgevingsfactoren,
bedrijfsomstandigheden, gebruik van het instrument, blootstelling aan gas en andere factoren.
Instellingen
Via de instellingen wordt aangestuurd hoe een instrument functioneert. Ze worden gebruikt om te zorgen
dat het veiligheidsbeleid van het bedrijf en de geldende regels, wetten en richtlijnen van regelgevende
instanties, overheidsinstanties of bedrijfsgroepen worden nageleefd.
Instelling: wereld
300 m (328 yd)
100 m (109 yd)
300 m (328 yd)
100 m (109 yd)
voor niet-doelgassen en wordt direct blootgesteld aan een of meer van
*
6
Zichtafstand, maximaal
a
waar de sensor op reageert.
*
a
Instelling: CE RED
185 m (202 yd)
100 m (109 yd)
185 m (202 yd)
100 m (109 yd)
"Aanvullende