Waarschuwingen en opmerkingen Belangrijkste functies Stroomdiagrammen snelstartmenu ERTIFICATIES Elke MX6 iBrid is gecertificeerd door een of meer certificatie-instellingen (CI’s). De goedgekeurde toepassingen waarvoor een instrument is gecertificeerd, staan op de etiketten op het instrument. Als een nieuwe certificatie wordt verkregen, geldt deze niet met terugwerkende kracht voor elk instrument waarbij de markering niet op het etiket is aangegeven.
Pagina 6
Certificaties Richtlijn of code Certificatiemarkering ANZEx Ex ia s Zone 0 I Ex ia s Zone 0 IIC T4 IP64 Toegestaan voor PA bitumineuze ondergrondse mijnen China CPC Goedkeuring metrologiepatroon China Ex Ex ia d I Ex ia d IIC T4 China MA Goedkeuring voor mijnbouwproducten: CH4, O2, CO en Klasse I, groep A B C D T4...
De MX6 multigasdetector voldoet aan de relevante bepalingen van de Europese ATEX-richtlijnen 2006/95/EG en 94/9/EG en de EMC-richtlijn 2004/108/EG. Het EG-typeonderzoekscertificaat is DEMKO 07 ATEX 0626395X; voor apparatuurgroep en -categorie II 1G; met markeringscode Ex ia IIC T4 Ga voor een omgevingstemperatuurbereik van -20 °C tot 40 °C, met de alkalinebatterij, ond.nr.
Pagina 8
tegelijkertijd geen batterijen van verschillende fabrikanten. Vervang alle batterijen op hetzelfde moment. Berg instrumenten niet op als er nog alkalinebatterijen in zitten. Elke dag, voordat het instrument wordt gebruikt, moet een testrun worden uitgevoerd. Als het instrument deze testrun niet doorstaat, wordt een volledige kalibratie aanbevolen.
Pagina 9
ISC adviseert het gebruik van een transparante urethaanslang, onderdeelnummer 17065970, bij de pompversies van de MX6 iBrid bij bemonstering van de volgende gassen: ammoniak (NH3), chloor (Cl2), chloordioxide (ClO2), waterstofchloride (HCl), waterstofcyanide (HCN), stikstofmonoxide (NO), stikstofdioxide (N)2), fosfine (PH3), zwaveldioxide (SO2), of foto-ionisatiedetectors (PID’s) die...
LET OP: Om aan de eisen van 30 CFR 75, Subpart D, te voldoen, moet op het scherm "CH4" en “%VOL” verschijnen tijdens de opstartprocedure van de detector. LET OP: Het model MX6 iBrid multigasdetector moet zodanig worden geconfigureerd dat een katalytische sensor, model 4L-LEL, ond.nr. 1710-5081, (CH4, 0-5% v/v) is inbegrepen.
ELANGRIJKSTE FUNCTIES niveau. Het instrument schakelt dan over naar laag alarm totdat de meetwaarde lager is dan lage niveau. Wat de zuurstofsensor betreft; er wordt alleen groot alarm geslagen in zuurstofrijke en zuurstofarme situaties. Trilalarm Optioneel trialarm dat gebruikt wordt voor limietalarmen en als betrouwbaarheidsindicator.
Pagina 12
ELANGRIJKSTE FUNCTIES Menugestuurde De gebruikersinterface is menugestuurd en bevat het LCD- gebruikersinterface scherm, een navigatietoets, geluidsindicator, trilalarm en visueel alarm. Het menusysteem bevat twee verschillende basismenu's. De achtergrondkleur van het LCD-scherm geeft het huidige menu aan. Bedieningsmenu: Witte achtergrond op LCD-scherm Configuratiemenu: Gele achtergrond op LCD-scherm.
Pagina 13
The data log is downloaded when the unit is docked in a compatible docking station and may be accessed through iNet Control, Docking Station Server Admin Console (DSSAC), and Industrial Scientific Accessory Software. OPMERKING: Gegevens worden opgeslagen voor het geval de stroom uitvalt.
Aanbevolen methoden Procedures Procedurefrequentie Allereerste gebruik ROCEDURES Als de hieronder beschreven procedures regelmatig worden uitgevoerd, zal het instrument correct blijven werken en wordt de veiligheid van de gebruiker verhoogd. Configuratie. Met behulp van de configuratieprocedure kan gekwalificeerd personeel de instellingen van een instrument beoordelen en aanpassen. Testrun (of "functionele test").
"zwarte doos". Bij een gasgerelateerde gebeurtenis is de informatie in deze zwarte doos nuttig voor het veiligheidsteam of een mogelijke onderzoeker ROCEDUREFREQUENTIE De door Industrial Scientific Corporation (ISC) aanbevolen minimumfrequenties worden in de onderstaande tabel samengevat. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op praktijkgegeven, beste praktijken in de bedrijfstak en normen ter verbetering van de veiligheid van werknemers.
ERSTE GEBRUIK De MX6 multigasdetector (instrument) wordt gevoed door een alkaline- of oplaadbare lithium-ion (li-ion)batterij. De lithium-ionbatterijen worden in de fabriek opgeladen; de batterijen kunnen echter geheel of gedeeltelijk zijn leeggelopen voordat de detector arriveert of wordt uitgepakt. ISC raadt u aan de detector volledig op te laden met een ISC compatibele lader of dockingstation;...
Basisgegevens van het instrument Hardwareoverzicht In- en uitschakelen Gasbewakingsscherm ARDWAREOVERZICHT De MX6 multigasdetector is een handheld, in een dockingstation te plaatsen instrument voor persoonlijke bescherming. De vijfvoudige navigatieknop wordt hieronder gedetailleerd weergegeven. De knopsymbolen worden in het kader van de instructietekst in dit document gebruikt Sensoropeningen filters eronder Sensorfilter...
Pagina 22
EN UITSCHAKELEN Twee basisfuncties zijn het in- en uitschakelen van het instrument. Inschakelen. Om het MX6 instrument in te schakelen, houdt u ten minste 3 seconden ingedrukt. Na het inschakelen verschijnt er een reeks startschermen op het LCD-scherm. Welke startschermen verschijnen, is afhankelijk van de configuratie van het instrument.
Als het pompdefect van het apparaat niet is opgelost, controleer dan of er een foutmelding op het scherm verschijnt. Bij een pompdefectfout moet u het apparaat uitschakelen. Controleer op en verwijder vuil zoals hierboven aangegeven. Als het probleem aanhoudt, moet het filter van de slang wellicht worden vervangen.
Bediening Alarmen en waarschuwingen Menusysteem Het basismenu activeren Navigatie Locaties van functies in de bedieningsmodus LARMEN EN WAARSCHUWINGEN Alle alarmen en waarschuwingen die op het scherm verschijnen, moeten serieus worden genomen en vervolgens moeten de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid en -voorschriften worden genomen. Tijdens een gasalarm worden sensortypes als zwarte, knipperende tekst en gasmeetwaarden als vaste rode cijfers weergegeven.
Pagina 26
Zoals hieronder beschreven, kunnen sommige situaties (bijv. pompdefect) worden verholpen door de gebruiker of een servicemonteur. Voor andere gevallen zijn instructies van of onderhoud door Industrial Scientific vereist. Als het apparaat moet worden onderhouden, verschijnt er een tekstbericht op de onderste rij van het scherm (hier: CO-kalibratie vereist).
Het apparaat kan geen geïnstalleerde sensoren detecteren en werkt niet. Neem de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid. Gekwalificeerd personeel mag het apparaat uitschakelen en controleren of de sensoren goed zijn geïnstalleerd. Geen sensoren Het apparaat werkt niet. Neem de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid. Een kritieke hardware- of systeemfout is opgetreden en wordt op het scherm weergeven met een viercijfig nummer, beginnend met...
Druk op om het vervolg- Vervolgkeuzemenu keuzemenu “Bld” te activeren. Markeringsbalk Item Symbool AVIGATIE De gebruiker van het instrument heeft nu het basismenu Bedieningsmodus en het vervolgkeuzemenu voor “Bld” geactiveerd. Bij de volgende stappen wordt het toetsenblok gebruikt zoals hieronder beschreven. Toetsenblok Navigatie Bemonsterings-...
Zoals hieronder weergegeven, bevatten de “Display”-schermen symbolen die verwijzen naar navigatieopties, de functiestatus of gegevensinvoerplaatsen. Displaysymbolen Symbool Betekenis ► Navigatie De menoptie “Display” heeft een extra scherm dat de instrumentgebruiker kan openen. Actie: Druk op om naar het volgende scherm te gaan.
OCATIES VAN FUNCTIES IN DE BEDIENINGSMODUS Vanaf de drie tabbladen van het basismenu zijn alle functies toegankelijk. Gebruik de bovenstaande navigatie-instructies om het basismenu te activeren en open dan het vervolgkeuzemenu van een tabblad. De (onderstaande) lijst met functielocaties toont de vervolgkeuzemenu’s en beschrijft de opties die vanaf elke menuoptie toegankelijk zijn.
Pagina 31
Lijst met functielocaties Vervolgkeuzemenu Menuoptie Toegankelijke opties Pieken Wis tegelijkertijd alle piekwaarden voor alle geïnstalleerde sensors. Sensors Een geïnstalleerde sensor op nul instellen, kalibreren of een testrun uitvoeren. Bekijk de meest recente kalibratie- datum van een sensor en de bereiktrends. Voor een PID- of LEL-sensor: bekijk de meeteenheid en zijn RF- of correlatiefactor.
Configuratie Toegang Locaties van functies in de configuratiemodus OEGANG Met behulp van de instructies in hoofdstuk 4 kan gekwalificeerd personeel door het menusysteem navigeren om toegang te krijgen tot en te werken in de configuratiemodus. De terminologie van het menusysteem wordt hieronder nogmaals weergegeven en uitgelegd samen met de instructies voor toegang tot de configuratiemodus.
Pagina 34
Configuratiemodus openen Instructie Scherm Terminologie Als voor het instrument geen wachtwoord is ingesteld, verschijnt de configuratie-modus; anders moet de gebruiker het wachtwoord voor de configuratiemodus invoeren. Druk op ▼ of ▲ om een teken te selecteren. Druk op ► om het volgende teken te maken of ◄...
Zoals hieronder weergegeven, bevatten de “Display”-schermen symbolen die verwijzen naar navigatieopties, de functiestatus of gegevensinvoerplaatsen. Schermsymbolen Symbool Betekenis ► Navigatie Elke menuoptie heeft een extra scherm, dat het beveiligingsteamlid kan openen. Actie: Druk op om naar het volgende scherm te gaan.
Schermsymbolen Symbool Betekenis Gegevensinvoer Tekst of waarden in een gegevensveld invoeren. Acties: Druk op ► of ◄ om een ander gegevensveld of knop te markeren. In een gemarkeerd gegevensveld: - Druk op ▲ (of ▼) om de waarde te verhogen (of verlagen) of om andere opties te selecteren.
Pagina 37
Lijst met instellingslocaties Vervolg- keuzemenu Item Toegankelijke instellingen Kies of de gebruiker het instrument bij een alarm al of niet mag uitschakelen. Schakel alarmindicators in of uit als het instrument zich in het dockingstation bevindt. Schakel de betrouwbaarheidsindicator in en selecteer de indicatortypes (audio, visueel of trillen).
Pagina 38
Lijst met instellingslocaties Vervolg- keuzemenu Item Toegankelijke instellingen Draadloos Alleen bij af fabriek ingeschakelde MSHA- instrumenten. Kies het interval waarmee data draadloos moeten worden verzonden. 0 = uit Intervalwaardebereik = 1−300 seconden Sensor Sensors Schakel een sensor in of uit. Stel alarmwaarden (hoog, laag en STEL) en de TWA-tijdbasis in.
Pagina 39
Lijst met instellingslocaties Vervolg- keuzemenu Item Toegankelijke instellingen Location Bekijk de sensorlocaties van het instrument. Geg. Opties Stel het datalogopname-interval in of pas de TWA-tijdbasis aan. Kies of in de bedieningsmodus de datalog al of niet mag worden overschreven en of gebeutenisgegevens al of niet mogen worden bekeken.
Configuratiemodus afsluiten Vervolg- Item Resultaat keuzemenu Met Afsluiten en “[x]” wordt de Afsluiten configuratiemodus afgesloten en keert u terug naar het gasbewakingsscherm. Wijzigingen in de configuratiemodus zijn aangebracht, worden alleen in het instrumentprofiel opgeslagen; dit heeft geen gevolgen voor andere profielen. Profiel Wijzigingen in de configuratiemodus worden opslaan...
Taken, schema’s en accessoires Batterijstatus Op nul instellen Kalibreren Testrun Driedimensionaal schema Accessoires ATTERIJSTATUS Het batterijpictogram op het gasbewakingsscherm geeft de huidige batterijstatus (resterende levensduur) weer. Afhankelijk van het geïnstalleerde LCD-scherm kan één van twee verschillende pictogrammen voor elk laadniveau verschijnen. Resterende lading Pictogram (kleur) Pictogram (kleur)
P NUL INSTELLEN Activeer in het basismenu Bedieningsmodus het vervolgkeuzemenu “Sensor”. Selecteer de optie “Alles nul” en druk op . Het instrument vraagt de gebruiker om het verzoek om op nul instellen te bevestigen. Als “Annuleren” wordt geselecteerd, keert de gebruiker terug naar het gasbewakings-scherm en wordt het op nul instellen overgeslagen.
ALIBREREN De instrumentalarmen worden uitgeschakeld tijdens het kalibreren om de levensduur van de batterij te verhogen. Als “Kalibreren” wordt geselecteerd, wordt het onderstaande configuratiescherm weergegeven. Als “Annuleren” wordt geselecteerd, keert de gebruiker terug naar het gasbewakingsscherm. Selecteert de gebruiker “OK”, dan worden alle geïnstalleerde sensors eerst op nul ingesteld (volgens de hierboven beschreven stappen “Alles nul”) en daarna gekalibreerd.
ESTRUN Activeer in het basismenu Bedieningsmodus de vervolgkeuzelijst “Sensor”. Selecteer de optie “Testrun” en druk op Het instrument vraagt de gebruiker van het instrument om het testrunverzoek te bevestigen. Als “Annuleren” wordt geselecteerd, keert de gebruiker terug naar het gasbewakingsscherm. Als de gebruiker “OK”...
Als meerdere sensors niet zijn geslaagd voor de testrun, worden ze op volgorde (bovenste rij van links naar rechts en onderste rij van rechts naar links op het gasbewakingsscherm) een voor een gekalibreerd, waarbij de gebruiker steeds wordt gevraagd of de sensor wel of niet gekalibreerd moet worden. RIEDIMENSIONALE TEKENING Raadpleeg de driedimensionale tekening voor de weergave van de gedemonteerde onderdelen van het instrument.
Legenda voor de MX6-tekening Alleen in het veld vervangbare onderdelen Tekening- Naam onderdeel Onderdeel- nummer nummer MX6-behuizing voorkant 17130964 Trilalarmmotor 17127275 MX6 Power Manager PCB 17127556 MX6-sensors (zie hieronder) 17124975-X Chassisschroef, M2.5 x 17mm 17128356 MX6 batterij (zie hieronder) 17131038-X Riemklem 17127762 Riemklemschroef, M3.5 x 8mm...
-40 °C tot +55 °C (-40 °F tot +131 °F) Vochtigheidsbereik 15–95% relatieve vochtigheid (RV) niet-condenserend (tijdens continu bedrijf) Drukbereik 1 atm ± 0,2 atm Maximumtijd Max. 1 jaar Opm.: Industrial Scientific raadt u aan slechts af en toe gebruikte lithiumionbatterijen elke vier maanden volledig op te laden.
ENSORS Sensorspecificaties Sensor Eigenschappen Nauwkeurigheid Naam bij kalibratie met de genoemde gassoort en -concentratie Afkorting Reactietijd Kali- Bij kalibratietemperatuur over volledige meet- en temperatuur- (type) (nominaal) bereik Meet- bratie- bereik resolutie Nauwkeurigheid (subbereik) Temperatuur- Nauwkeu- bereik bereik righeid Zuurstof Zuurstof 0–30% vol 0,10% vol 10 s...
Pagina 52
Sensorspecificaties Sensor Eigenschappen Nauwkeurigheid Naam bij kalibratie met de genoemde gassoort en -concentratie Afkorting Reactietijd Kali- Bij kalibratietemperatuur over volledige meet- en temperatuur- (type) Meet- (nominaal) bratie- bereik bereik resolutie Nauwkeurigheid (subbereik) Temperatuur- Nauwkeu- bereik bereik righeid ±5,0% -20°C tot 50°C 15–90% ±15,0% Koolmonoxide...
Pagina 53
Sensorspecificaties Sensor Eigenschappen Nauwkeurigheid Naam bij kalibratie met de genoemde gassoort en -concentratie Afkorting Reactietijd Kali- Bij kalibratietemperatuur over volledige meet- en temperatuur- (type) Meet- (nominaal) bratie- bereik bereik resolutie Nauwkeurigheid (subbereik) Temperatuur- Nauwkeu- bereik bereik righeid Stikstofmonoxide 1,00 ppm 28 s +0 tot +10% -20°C tot 50°C...
ARANTIE De draagbare MX6 iBrid™ gasdetectors van Industrial Scientific Corporation zijn bij normaal en juist gebruik en onderhoud gegarandeerd vrij van materiaal- en fabricagefouten, zolang het instrument wordt ondersteund door Industrial Scientific Corporation. De bovengenoemde garantie geldt niet voor sensors, batterijen en inwendige pompen.
Pagina 57
Koper of de prijs die aan Industrial Scientific is betaald voor de Producten die het onderwerp zijn van de claim van de Koper. Alle claims tegen Industrial Scientific moeten worden ingediend binnen één jaar nadat de oorzaak van de...
服务热线:+86 400 820 2515 To locate a nearby distributor of our products or an Industrial Scientific service center or business office, visit us at www.indsci.com. Rendez-vous sur notre site Web www.indsci.com, si vous voulez trouver un distributeur de nos produits près de chez vous, ou, si vous recherchez un centre de service ou un bureau Industrial Scientific.