All DC loads and DC charge
Voorbeeld van Lynx-modules die ondersteboven gemonteerd zijn: nu zijn de accu's op de rechterkant aangesloten, alle
belastingen en acculaders zijn op de linkerkant aangesloten en de omgekeerde stickers (meegeleverd) zijn aangebracht.
Het is belangrijk om op te merken dat de accu altijd aangesloten is op de linkerkant van het Lynx Smart BMS
NG (in de normale stand), terwijl alle belastingen en acculaders aan de rechterkant zijn aangesloten.
2.2. Systeemafmetingen
2.2.1. Stroomclassificatie Lynx Smart BMS NG
De hoofdveiligheidsmagneetschakelaar van het Lynx Smart BMS NG heeft een continue stroomclassificatie van 500 A of 1000
A, afhankelijk van het model) en een piekstroom van 600 A of 1200 A gedurende een periode van 5 minuten. Zorg ervoor dat
de stroomclassificatie niet wordt overschreden, zelfs als het Lynx Smart BMS NG over een beveiliging tegen te hoge stroom
beschikt.
Het volgende gebeurt als de piekstroomlimiet of het interval van 5 minuten wordt overschreden:
• er wordt een te hoge stroom alarm gegeven
• ATC of ATD (afhankelijk van de stroomrichting) wordt na 30 seconden uitgeschakeld
De onderstaande tabel geeft een idee van de hoeveelheid vermogen een Lynx Smart BMS NG heeft bij verschillende
spanningen. Dit geeft een indicatie hoe groot het aangesloten omvormer/ladersysteem mag zijn. Houd er rekening mee dat,
als omvormers of omvormers/acculaders worden gebruikt, zowel het AC- als het DC-systeem door de accu's wordt gevoed.
Spanning vs stroom
12 V
500 A
6 kW
1000 A
12 kW
2.2.2. Zekeren
Het Lynx Smart BMS NG is geen systeemzekering. Het waarschuwt alleen als de stroom te hoog is. Een zekering moet
extern worden geplaatst, bijvoorbeeld door Lynx Distributor-modules aan te sluiten op het Lynx Smart BMS NG of door
zekeringhouders en zekeringen
Gebruik altijd zekeringen met de juiste spanning- en stroomclassificatie. Stem de stroomclassificatie van de zekering af op de
maximale spanningen en stroom voor het gezekerde circuit. Raadpleeg het boek
stroomclassificatie van de zekeringen en de berekening van de zekeringstroom.
Als er meerdere Lynx-modules worden gebruikt dan moet de totale waarde van alle zekeringen in alle
circuits niet groter zijn dan de stroomclassificatie van de Lynx-module of het Lynx-model met de laagste
stroomclassificatie.
2.2.3. Bekabeling
De nominale stroomsterkte van de draden of kabels die worden gebruikt om het Lynx Smart BMS NG aan te sluiten op accu's
en/of de DC-belastingen, moet geschikt zijn voor de maximale stroom in de aangesloten circuits. Gebruik bekabeling met
voldoende kernoppervlak voor de maximale nominale stroomsterkte van het circuit.
Pagina 4
Lynx Smart BMS NG handleiding
To DC system,
sources
24 V
48 V
12 kW
24 kW
24 kW
48 kW
te gebruiken.
From battery bank
Wiring Unlimited
voor meer informatie over de
Overwegingen en voorbeelden van
systeemontwerpen
externe