Modus
Hoofdmagneetschakelaar
Uit
Open
Lynx Smart BMS-apparaatmodi en status van de interfaces
Modus
Soft-schakelaar VictronConnect-
AAN
Stand-by
UIT
* Alleen mogelijk vanuit de stand-bymodus
Handmatig van apparaatmodus wisselen
5.4. Lynx Smart BMS NG-trigger
Dit gedeelte beschrijft het gedrag van het Lynx Smart BMS NG als de drempel voor een vooralarm is bereikt of als een lage of
hoge celspanning of een lage temperatuur geactiveerd wordt.
De drempelinstellingen voor een vooralarm, een lage/hoge celspanning en een lage/hoge temperatuur worden in de accu
ingesteld en kunnen niet gewijzigd worden.
Vooralarm
Als een celspanning daalt en de drempel voor het vooralarm bereikt wordt, wordt het programmeerbare relais geactiveerd, indien
ingesteld in de alarmrelaismodus. Dit geeft een geavanceerde waarschuwing van een dreigende lage celspanning, en voordat de
belastingen worden uitgeschakeld. Een vooralarm wordt aangegeven door middel van het rode LED-lampje dat elke 4 seconden
3 keer knippert. Het Lynx Smart BMS NG zorgt voor een minimale vertraging van 30 seconden tussen het activeren van het
vooralarm en het uitschakelen van de belastingen.
Uitschakeling bij lage celspanning
Als de celspanning te laag wordt en de lage celspanningsdrempel wordt bereikt, wordt het ATD-contact geopend en alle
belastingen uitgeschakeld. Als het Lynx Smart BMS NG verbonden is met een GX-apparaat, worden de DVCC-compatibele
omvormers die op hetzelfde GX-apparaat zijn aangesloten, ook uitgeschakeld. Na 5 minuten zonder voldoende laadspanning op
de systeemkant van het BMS wordt het uitgeschakeld.
Uitschakeling bij lage temperatuur of hoge celspanning
Als een celspanning te hoog wordt en de drempel voor hoge celspanning wordt bereikt (3.60 V hard gecodeerd in de accu), of als
de drempel voor een lage temperatuur wordt bereikt, wordt het ATC-contact open en alle acculaders uitgeschakeld. Als het Lynx
Smart BMS NG verbonden is met een GX-apparaat, worden de DVCC-compatibele acculaders die op hetzelfde GX-apparaat zijn
aangesloten, ook uitgeschakeld.
5.5. Werking van de accumonitor
Het Lynx Smart BMS NG heeft een ingebouwde accumonitor Het meet de accuspanning en -stroom Op basis van deze metingen
berekent het de laadtoestand, de resterende tijd en houdt het historische gegevens bij, zoals de diepste ontlading, de gemiddelde
ontlading en het aantal cycli.
Pagina 23
Lynx Smart BMS NG handleiding
ATC
ATD
Uit
Uit
Soft-schakelaar GX-apparaat
app
Ja
Ja
Ja
Uitgang
VE.Can-
AUX-
poort
vermogen
Uit
Uit
Ja*
Ja
Nee
Inbedrijfstelling, bediening en bewaking
Bluetooth
Beoogde gebruik
aangedreven
door de AUX-
voedingspoort. We
raden aan om die
te gebruiken om
het GX-apparaat
van stroom te
voorzien.
Aan
Laagste vermogen-
modus. Alle
interfaces zijn
uitgeschakeld
en de
magneetschakelaar
is geopend.
Bedrade remote aan/uit-
schakelaar
Ja
Nee
Ja