4.3. Instellingen Lynx Smart BMS NG
Eenmaal ingeschakeld, gebruik de VictronConnect-app om de BMS-instellingen in te stellen.
Controleer de instelling van de accuspanning (12, 24 of 48 V):
• Dit wordt automatisch gedetecteerd, controleer dit extra.
Stel de instelling voor de accucapaciteit in:
• Dit wordt automatisch gedetecteerd, controleer dit extra.
Controleer het aantal accu's die parallel geplaatst zijn:
• Dit wordt automatisch gedetecteerd, controleer dit extra.
Controleer de instelling van de vooralarm-modus:
Deze instelling wordt automatisch ingesteld als het voor de eerste keer wordt
opgestart en na een "Herstel naar standaardinstellingen". Het is de standaard
instelling.
• Ingeschakeld: aanbevolen instelling. In geval van een vooralarm wordt een
visueel of hoorbaar apparaat dat gekoppeld is aan het programmeerbare
relais, geactiveerd.
• Uitgeschakeld: indien uitgeschakeld, negeert het de ontlaadstroomlimiet bij
de vooralarminstelling.
Stel de relaismodus in:
Het programmeerbare relais heeft twee werkingsmodi: Alarmrelais endynamo
ATC.
• Als ingesteld op Alarmrelais-modus, wordt de instelling van het alarmrelais
actief en kan continue of met tussenpozen worden geselecteerd. Bij een met
tussenpozen werking wordt het relais elke 0,8 seconden in- en uitgeschakeld.
• Indien ingesteld voor de dynamo ATC-modus wordt het relais alleen
geactiveerd als de schakelaar gesloten is. Voordat de schakelaar wordt
geopend, wordt eerst de dynamo ATC geopend en 2 seconden later
de schakelaar. Deze 2 seconden zorgen ervoor dat de dynamo wordt
uitgeschakeld voordat de accu wordt losgekoppeld van het systeem.
DVCC-instellingen:
DVCC is geforceerd ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
Enkele instellingen kunnen echter gewijzigd worden. Deze worden hieronder
beschreven.
Houd er rekening mee dat deze instellingen alleen van invloed zijn op
compatibele DVCC-apparaten zoals Victron omvormer/acculaders, Orion XS
DC-DC acculaders en PV MPPT-acculaders.
• Ontlaadstroomlimiet bij vooalarm: (standaard is "Nee"): indien ingesteld
op "Ja", is de ontlaadstroomlimiet al ingesteld op 0 A bij een vooralarm,
terwijl het ATC-contact gesloten blijft. Op deze manier is het mogelijk
om wat accuvermogen te besparen voor essentiële DC-belastingen, zoals
bijvoorbeeld de verlichting, lenspomp en navigatie op boten.
• Absorptietijd: is standaard ingesteld op 2 uur. Dit kan indien nodig worden
aangepast.
• Herhaald absorptie-interval: het aantal dagen, waarop een nieuwe
volledige laadcyclus wordt gestart als de accu-laadtoestand niet onder de
laadtoestand-drempel komt. De standaard is elke 30 dagen en kan zo nodig
worden aangepast.
Pagina 16
Lynx Smart BMS NG handleiding
Configuratie en instellingen