6. Parallel geschakelde Lynx Smart BMSen
6.1. Inleiding
Een parallel geschakelde redundante accubank kan gemaakt worden door meerdere Lynx Smart BMS en Lynx Smart BMS NG
eenheden te combineren met hun bijbehorende accubanken. Deze innovatieve functie verbetert lithiumaccusystemen aanzienlijk
door de maximale energieopslagcapaciteit te vermenigvuldigen en hogere stromen te ondersteunen. Belangrijker nog, het
introduceert redundantie, dat ervoor zorgt dat het systeem operationeel blijft, zelfs als één accubank het laat afweten. Deze
redundantie is cruciaal voor het behouden van een voortdurende stroomtoevoer en werking.
Belangrijkste functies
• Verhoogde capaciteit en redundantie: Door accubanken parallel te schakelen, kan het systeem hogere stromen verwerken
en operationeel blijven, zelfs als één accubank het laat afweten.
• Uitgebreide compatibiliteit: In deze configuraties kunnen Lynx Smart BMS analoge eenheden gemengd worden met Lynx
Smart BMS NG eenheden, waardoor systemen mogelijk zijn die accu's combineren met Lithium Smart en Lithium NG accu's.
Echter alleen Lynx Smart BMS eenheden met dezelfde stroomsterkte kunnen parallel geschakeld gebruikt worden (b.v. 500 A +
500 A of 1000 A + 1000 A, maar niet 500 A + 1000 A).
• Automatische foutbehandeling: Als een accubank een fout ervaart, dan ontkoppelt het terwijl de resterende accubanken
blijven werken. Dit zorgt voor een continue stroomtoevoer en vermindert het risico op uitschakeling van het systeem.
• Verbeterde bewaking: Het systeem biedt een gedetailleerd overzicht van alle verbonden en ontkoppelde accubanken in de
GX-apparaatlijst, zorgend voor allesomvattende bewaking en diagnose.
• Naadloos opnieuw verbinden: Als een losgekoppelde BMS klaar is om te verbinden, maakt het veilig nieuwe verbinding met
de accubank zonder beduidende stroomschommelingen te veroorzaken.
• Automatische integratie van nieuwe accubanken: Geen instellingen vereist.
Hoe werkt het?
• Als het GX-apparaat meerdere accubanken ziet met dezelfde VE.Can instance behandelt de GX ze als BMS-en, allemaal
verbonden met dezelfde DC-bus.
• Als er twee of meer BMS-en verbonden zijn, dan vormen ze een „virtueel" accusysteem dat als een extra enkelvoudig apparaat
verschijnt in de GX-apparaatlijst. Het virtuele accusysteem werkt als een standaard accubank met al de functies, net zoals een
fysieke accubank. DVCC zal automatisch die accubank selecteren.
• Bij het verbinding maken van een BMS met een al draaiend systeem hangt het aanvaardbare spanningsverschil, vóór het
sluiten van de magneetschakelaar, af van de capaciteit van de accubanken die al verbonden zijn; hoe hoger de capaciteit, hoe
kleiner het toelaatbare spanningsverschil. Alleen als het verschil tussen aanvaardbare limieten ligt, wordt de nieuwe accubank
verbonden.
• ATC/ATD & Dynamo ATC contactstatussen worden gesynchroniseerd.
• Als een lage celspanning optreedt in één van de accubanken, opent het bijbehorende BMS zijn magneetschakelaar
onmiddellijk (na een paar seconden) in plaats van de normale vertragingsprocedure te doorlopen om onnodige verdere
ontlading van de accu-opslag te voorkomen. Alle overige BMS-en blijven operationeel.
6.2. Vereisten en beperkingen
Deze rubriek lijst de vereisten en beperkingen op van het draaien van een accusysteem met meerdere Lynx Smart BMS-en.
Vereisten:
• Elke Lynx Smart BMS in het systeem vereist minstens firmware v1.11.
• Een GX-apparaat met firmware 3.40 of later.
Beperkingen:
• Alleen Lynx Smart BMS eenheden met dezelfde stroomsterkte kunnen parallel geschakeld gebruikt worden (bv. 500 A + 500 A
of 1000 A + 1000 A, maar niet 500 A + 1000 A). Lynx Smart BMS analoge eenheden kunnen gemengd worden met Lynx Smart
BMS NG eenheden.
• Gebruik, voor systemen met meerdere Lynx Smart BMS eenheden, verbonden met hetzelfde VE.Can netwerk maar niet
deel uitmakend van een parallel geschakelde redundant accubank, het GX-apparaat en ga naar instellingen → Diensten
Pagina 28
Lynx Smart BMS NG handleiding
Parallel geschakelde Lynx Smart
BMSen