Lynx Smart BMS NG handleiding
Zorg ervoor dat alle belastingen en acculaders worden beheerd door ATC/ATD (indien niet beheerd door DVCC).
7.5. Problemen met de accumonitor
7.5.1. Onvolledige stroommeting
De minpunten van alle belastingen en laadbronnen in het systeem moeten worden aangesloten op de min-pool van de shunt, dat
is de rechterkant van het BMS in een normale positie is.
Als de negatieve pool van een belasting of laadbron rechtstreeks is aangesloten op de negatieve pool van de accu of de
"accu-negatieve" kant van de shunt, dan zal de stroom niet door de accumonitor vloeien. Er wordt daarom geen rekening mee
gehouden en resulteert in een verkeerde waarde van de laadtoestand.
7.5.2. Onjuiste laadstatus
Onjuiste laadstatus vanwege een synchronisatieprobleem:
Het synchronisatieproces is automatisch en wordt uitgevoerd als de accu volledig is opgeladen. De accumonitor bepaalt dat de
accu volledig is opgeladen als aan alle 3 "opgeladen" voorwaarden is voldaan. De "opgeladen" voorwaarden zijn:
• Geladen spanning (spanning)
• Staartstroom (% van accucapaciteit)
• Laad detectie tijd (minuten)
Praktijkvoorbeeld (standaard instellingen accumonitor en een 12,8 V 200 Ah lithium NG-accu) voor de voorwaarden waaraan
moet worden voldaan voordat synchronisatie plaatsvindt:
• De accuspanning moet hoger zijn dan 14,0 V (28,0 V, 56,0 V)
• De laadstroom moet minder dan 0,04 x de accucapaciteit (Ah) zijn. Voor een 200 Ah accu is dit 0,04 x 200 = 8 A
• Beide bovenstaande condities moeten 3 minuten stabiel zijn
Als de accu niet volledig geladen wordt of als de automatische synchronisatie niet wordt uitgevoerd, zal de laadstatus af gaan
wijken en zal uiteindelijk niet de daadwerkelijke laadstatus van de accu weergeven worden.
De laadtoestand kan ook handmatig gesynchroniseerd en ingesteld worden via de VictronConnect-app.
7.5.3. Problemen met synchronisatie
Als de accubewaker niet automatisch synchroniseert, kan het mogelijk zijn dat de accu nooit een volledig opgeladen status
bereikt. Laad de accu volledig op en kijk of de laadstatus uiteindelijk 100 % aangeeft.
Een andere mogelijkheid is dat de Laadspanning-instelling moet worden verlaagd en/of de Staartstroom-instelling moet worden
verhoogd.
Het is ook mogelijk dat de accumonitor te vroeg een synchronisatie uitvoert. Dit kan gebeuren in PV-systemen of systemen
met fluctuerende laadstromen. Als dit het geval is, probeer dan de instellingen voor de laadspanning, de staartstroom en de
laaddetectietijd iets te verlagen.
7.6. Problemen met VictronConnect
Onderbroken firmware-update
Dit is te herstellen. Probeer de firmware opnieuw bij te werken.
7.7. GX-Apparaat problemen
In dit hoofdstuk worden alleen de meest voorkomende problemen beschreven. Als dit hoofdstuk het probleem niet oplost,
raadpleeg dan de handleiding van het GX-apparaat.
Onjuist CAN-bus-profiel geselecteerd.
Controleer dat VE.Can is ingesteld om het juiste CAN-bus-profiel te gebruiken. Ga op uw GX-apparaat naar Instellingen/Services/
VE.Can-poort en controleer of het is ingesteld op "VE.Can & Lynx Ion BMS (250 kbit/s)".
Zorg er ook voor dat het Lynx Smart BMS NG is verbonden met de VE.Can-poort van uw GX-apparaat en niet met de
BMS-Can-poort (bijv. op een Cerbo GX).
Probleem met een RJ45-afsluiting of -kabel
Pagina 38
Probleemoplossing en ondersteuning