5.3. BMS bedrijfsmodi
Het BMS in het Lynx Smart BMS NG communiceert met de accu's en beveiligt deze tegen een lage of hoge celspanning en tegen
lage of hoge temperaturen. Dergelijke gebeurtenissen worden door de accu aan het Lynx Smart BMS NG gemeld om de nodige
actie te ondernemen door belastingen en/of omvormers/acculaders en acculaders uit te schakelen en of we het Lynx Smart BMS
NG weer uit of aan te zetten, ofwel volledig automatisch of handmatig.
Het Lynx Smart BMS NG heeft 3 bedrijfsmodi:
AAN
Dit is de normale bedrijfsmodus. Alle interfaces zijn operationeel en de magneetschakelaar is gesloten. Als het Lynx Smart BMS
NG is uitgeschakeld vanwege een lage celspanning of lage laadtoestand, zal de UIT-modus verlaten worden en terugkeren naar
de AAN-modus
• als het een laadspanning detecteert die >11,7 V (>23,4 V voor een 24 V systeem of >46,8 V voor een 48 V system) dan de
accuspanning aan de systeemzijde, of
• als alle celspanningen hoger zijn dan 3,2 V bij een sluiting door lage celspanning, of
• als alle celspanningen hoger zijn dan 3,37 V bij een lage laadtoestand-sluiting of
• als het weer wordt ingeschakeld via de remote aan/uit-schakelaar, of
• als het weer wordt ingeschakeld via de VictronConnect-app.
De modus is ook AAN zonder laadspanning gedurende een periode van 5 minuten als er een alarm voor lage celspanning is
afgegeven.
UIT
Laagste vermogen-modus. Alle interfaces zijn uitgeschakeld en de magneetschakelaar is geopend. Deze modus wordt gebruikt
om te voorkomen dat de accu's beschadigd raken door ze te ver te ontladen.
UIT is de modus waarin het Lynx Smart BMS zal gaan bij gebruik van de remote aan/uit-schakelaar of de soft-schakelaar in de
VictronConnect-app.
Het Lynx Smart BMS NG schakelt ook over naar de UIT-modus met een vertraging van 5 minuten:
• als één of meerdere cellen onder de 2,8 V komen (instelbaar in accu) en er gedurende die tijd geen laadspanning wordt
gedetecteerd om verder ontladen te beletten of
• als de ingestelde
ontladingslimiet
van het BMS.
Stand-by
Het Lynx Smart BMS NG kan in de stand-bymodus worden gezet met behulp van de soft-schakelaar in de VictronConnect-app
of via het GX-apparaat en wordt gebruikt als de boot is aangemeerd of de camper is geparkeerd zodat onbedoeld ontladen
en opladen van bronnen aan de systeemzijde voorkomen wordt. Alle systemen worden uitgeschakeld, behalve de apparatuur
aangedreven door de AUX-voedingspoort, wat we aanraden om het GX-apparaat van stroom te voorzien. Deze modus is niet
bedoeld om te worden gebruikt als de boot of camper voor een langere periode wordt gestald. Als daarom een lage celspanning
of lage laadtoestand wordt gedetecteerd (zoals bepaald door de ontladingslimietinstelling in het BMS), schakelt het Lynx Smart
BMS NG automatisch over naar de UIT-modus om verdere ontlading van de accu te voorkomen.
De basisvereiste voor de soft-schakelaar om te kunnen functioneren in VictronConnect of in het GX-apparaat
is dat het contact tussen pin 10 en 11 van de multiconnector wordt overbrugd met ofwel een draadlus of een
remote aan/uit-schakelaar.
Zie de onderstaande tabellen voor een overzicht van de 3 bedrijfsmodi, hoe ze handmatig omgeschakeld kunnen worden en wat
de statussen van de interfaces zijn:
Modus
Hoofdmagneetschakelaar
Aan
Gesloten
Stand-
Open
by
Pagina 22
Lynx Smart BMS NG handleiding
bereikt is en vervolgens geen voldoende laadspanning gedetecteerd werd op de systeemkant
ATC
ATD
Uitgang
vermogen
Aan
Aan
Aangedreven
Uit
Uit
Aangedreven
VE.Can-
Bluetooth
AUX-
poort
Functioneel
Aan
Functioneel
Aan
Inbedrijfstelling, bediening en bewaking
Beoogde gebruik
Normale
bedrijfsmodus:. Alle
interfaces zijn
operationeel.
Alle systemen
worden
uitgeschakeld,
behalve de
apparatuur