Bediening
Bediening
Dagelijkse opstartprocedure
OPMERKING: De dagelijkse opstartprocedures
beschrijven de normale bediening. Neem aan dat alle
temperatuur- en drukinstellingen van te voren zijn
ingesteld, maar dat het verwarmingssysteem nog niet
de bedieningstemperatuur heeft bereikt.
1. Controleer de toestand van het
isocyanaat-smeersysteem en pleeg indien nodig
onderhoud. Verwissel het smeermiddel in de pomp
wanneer het een melkachtige kleur begint te krijgen.
2. Controleer of de toevoervloeistof de juiste
temperatuur heeft, zoals aanbevolen door de
leverancier van het chemische systeem. Zorg dat de
individuele chemicaliën goed zijn doorgeroerd in
hun eigen vaten/dagkuipen, en dat het
vochtbeschermingssysteem goed is ingesteld voor
de bediening. Leid de verwarmde vloeistof indien
nodig terug naar de toevoervaten; zie pagina 30.
3. Zet de hoofdluchttoevoer naar de circulatiepompen
aan.
4. Zet de circulatiepompen onder druk en open de
toevoerventielen van de A- en B-inlaat.
5. Open het kogelventiel van de luchtinlaat (DD).
6. Zet de hoofdschakelaar AAN
KENNISGEVING
Rol de verwarmde slangen uit alvorens u de
slangverwarmingsschakelaar aanzet om oververhitting
en hete plekken in de slang te voorkomen.
7. Rol de verwarmde slang uit.
28
ti17573a
DD
.
8. Controleer of de richttemperatuur van de slang
correct is.
9. Zet alle drie de verwarmingszones aan.
10. De stroomregelaar van de slang past de stroom
naar de slang automatisch aan om de slanglengte
en de omgevingstemperatuur te compenseren.
Wacht tot de getoonde slangtemperatuur
overeenkomt met de richttemperatuur van de slang.
Om excessieve drukopbouw in de verwarmde
slangen te voorkomen, dient u de slangen en
primaire verwarmer altijd op bedieningstemperatuur
te brengen alvorens u het afsluitventiel van de
luchtmotor opent.
11. Stel de ventielen DRUKONTLASTING/SPUITEN
(SA, SB) in op SPUITEN.
12. Ga na of de verwarmingszones ingeschakeld zijn en
de temperaturen de goede richting uitgaan, pagina 22.
13. Open het afsluitventiel van de luchtmotor.
14. De pompen zullen de vloeistof onder druk zetten in
overeenstemming met de druk van de luchtregelaar.
SA
SB
ti8442a
3A2020A