Inhoudsopgave
Advertenties
5.2 Korte controles uitvoeren
Druktest
Een druktest van de installatie met
ingebouwde regelaar is alleen toegestaan
tot de ontwerpdruk van het ventiel (zie
Tabel 1). De maximaal toegestane druk aan
het regelmembraan mag daarbij niet
worden overschreden. Als dit niet wordt
gegarandeerd, dan geldt: de stuurleiding
van de aandrijving losmaken en de open
leiding afsluiten. Indien bij het opstarten of
tijdens bedrijf drukstoten te verwachten zijn,
een regelaar gebruiken met geïntegreerde
krachtbegrenzing (afwijkende uitvoering,
zie Tabel 1).
Alle installatiedelen moeten zijn ontworpen
voor de testdruk.
5.3 Regelaar in bedrijf nemen
1. Ervoor zorgen dat de stuurleiding correct
aangesloten is en vrij is van verontreini-
gingen. De doorstromende diameter van
de stuurleiding moet open zijn.
2. Afsluitkranen vanaf de voordrukzijde
langzaam openen.
3. Alle ventielen aan de verbruikerszijde
(na de regelaar) openen. Drukstoten ver-
mijden.
EB 2520 NL
Montage en ingebruikname
5.4 Gewenste waarde instellen
Bij levering is er geen gedefinieerd gewenste
drukwaarde ingesteld. De instelwaardeveer
is ontspannen. De gewenste waarde moet bij
de ingebruikname van de installatie worden
aangepast.
Stelschroef (8),
SW 27
Fig. 1-12: I nstelwaarde-instelinstrument,
aanzicht van boven
De gewenste waarde instellen (zie Fig. 1-12)
door de instelwaardeveren (7) via de stel-
schroef (8) met een geschikte dopsleutel (SW
27) aan te spannen.
1. Afdekkap (12) verwijderen.
2. Met de dopsleutel SW 27 de stelschroef
(8) draaien.
Rechtsom draaien () geeft een hogere
gewenste drukwaarde (nadruk stijgt).
Linksom draaien () geeft een lagere
gewenste drukwaarde (nadruk daalt).
3. Afdekkap (12) weer plaatsen.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
