Inhoudsopgave
Advertenties
Montage en ingebruikname
5 Montage en ingebruikname
5.1 Ventiel in de leiding
monteren
5.1.1
Inbouwcondities
− Bij de selectie van de inbouwlocatie erop
letten, dat de regelaar na voltooiing van
de installatie eenvoudig bereikbaar blijft.
− Soort en afmeting van de leiding- en va-
taansluitingen moeten bij de regelaar
passen.
− Ervoor zorgen dat de flow in overeen-
stemming met de pijl op de behuizing
stroomt.
1
p
1
1 Blokkeerventiel
2 Manometer
3 Vuilfilter
4 Stuurleiding
p
1
1
Fig. 1-7: Montagevoorbeeld
22
3
2
DN
3
2
− De regelaar met weinig trillingen en zon-
der mechanische spanningen monteren.
Zo nodig de leiding in de buurt van de
aansluitflens ondersteunen. Ondersteu-
ningen niet direct op het ventiel of de
aandrijving bevestigen.
− Bij de regeling van bevriezende media
moet het apparaat tegen vorst be-
schermd worden. Als de regelaar in
niet-vorstvrije ruimten wordt ingebouwd,
moet deze bij buitenbedrijfstelling uitge-
bouwd worden.
− Toegestane omgevingstemperatuur aan-
houden, zie hoofdstuk 3.1.
4
~10% helling
voor drukafna-
me
min.
6 x DN
1
min. 12 x DN
4
~10% helling voor
drukafname
1
p
2
2
min.
5 x DN
2
p
2
EB 2520 NL
Advertenties
Inhoudsopgave
