Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Afbeelding 6
Methodes monstername
1
2
5
1.
Monsterstroming
2.
Monsterleiding naar sensor
3.
Lucht (typisch)
4.5 Monsteraansluitingen
Afbeelding 7
Monster Aansluitingen
1.
Monsterinlaat, ¼-28 NPT x ¼-inch
Compressiesluiting
20
6
4.
Afzetting (typisch)
5.
Slecht
6.
Slecht
De aansluitingen voor monstertoevoer en monsterafvoer bevinden zich in de
meetkamerbehuizing. De voor de monstertoevoer meegeleverde toevoeraansluiting is
uitgevoerd al 1/4 inch NPT x 1/4 inch drukbuiswartel. De voor de monsterafvoer meegeleverde
aansluiting is een adpater van 1/2-inch NPT draad op 1/2 inch slang.
Opmerking: Monsters met een hoog gehalte vaste stoffen (hoge troebelheidwaarde) moeten met
de hoogst mogelijke doorvoersnelheid worden verwerkt. Voor monsters met een laag gehalte vaste
stoffen (lage troebelheidwaarde) kan een lagere doorvoersnelheid (200 ml/min tot 300 ml/min.)
worden gehanteerd.
De noodzakelijke doorvoersnelheid bedraagt 200-750 ml/minuur. De doorvoersnelheid naar de
troebelheidsmeter kan met een aan de monsteropnamelocatie aangebrachte debietbegrenzer
ingsteld worden.
POWER
3
4
7
STATUS
½
2.
Afvoer,
-inch NPT-koppeling
8
7.
Goed
8.
Optimaal
1
2
3
3.
Afvoer voor
onderhoudswerken
Advertenties
Inhoudsopgave
