Onderhoud
2.4.3 Vervangen van de lamp in de lampmodule.
8
De lampmodule bevindt zich in de kopeenheid. Bij normaal gebruik wordt aangeraden de
lamp eenmaal per jaar te vervangen om correcte meetwaarden te garanderen. De voor
vervanging bedoelde lampen worden in de de fabriek "ingebrand" en zijn direct in te
bouwen en klaar voor gebruik.
De lamp kan met verwijzing naar
vervangen worden:
1. Onderbreek de netstroom van het instrument.
2. Neem het kopdeel af en maak de lampaansluiting los door aansluitplug eruit te
trekken.
3. Als de lamp is afgekoeld, dient u deze als volgt te verwijderen:
a. Draag katoenen handschoenen om uw handen te beschermen en
vingerafdrukken op de lamp te voorkomen.
b. Neem de lamp in de hand.
c. Draai de lamp naar links en trek hem zachtjes tot hij uit de behuizing loskomt.
d. Trek de aansluitingen van de lamp en de aansluitplug in zijn geheel uit de
behuizing.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met blote handen aan. Vetaanslag heeft een kortere
levensduur van de lamp tot gevolg. Draag katoenen handschoenen of de lamp met een
doek beet om enigerlei aanslag te vermijden. Als er toch aanslag op de lamp komt, reinig
deze dan met isopropanol.
Zet de gloeilamp weer in het apparaat in de omgekeerde volgorde van de bovenstaande
werkbeschrijving. De gloeilamp kan maar in een richting worden ingebracht; draai de
inkepingen in de mataalflens zo dat deze in de daarvoor bestemde openingen in de
lamphouder vallen.
Afbeelding 1 op pagina
9, op de volgende wijze