Opbouw en functie
Definitie soorten MIG/MAG-laswerk
Bedieningselement
Regelspanningsbedrijf
Deze parameterinstelling wordt door de robotbesturing via de RINTX12 robot-interface, resp. de
BUSINTX11 vastgelegd (zie de documentatie van de desbetreffende interfacebeschrijving).
Op het bedieningspaneel brandt het controlelampje "PROG 0" op.
5.16.5.2 Programmaverloop
Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit
te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 2-takt-speciaal met het volgende
programmaverloop gebruikt:
Op het bedieningspaneel kunt u de volgende parameters selecteren en wijzigen:
Beeld
Parameterveranderingen worden ofwel met de draaiknop "Lasparameter
uitgevoerd.
Het programma P
parameters tS1 en tSe (zachte draadovergang) zijn af fabriek tijden vastgesteld.
De volledige parameterlijst vindt u in hoofdstuk:
MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen").
De controlelampjes tonen gedurende het lasproces de actuele vordering van de functieverloop.
54
Actie
Resultaat
Selectie "dynamiek"
1 x
Instelling van -40 tot +40
Symbool
Parameter
Gasvoorstromen
Startprogramma
•
Draadsnelheid
•
Spanningscorrectie
Starttijd
Programmanummer
Eindprogramma
•
Draadsnelheid
•
Spanningscorrectie
Eindtijd
Terugbranden van de draad
Gasnastroomtijd
komt overeen met één van de tot 15 vrij te definiëren programma's. Voor de
A
Afbeelding 5-20
Waarde
0,0 tot 20,0 sec.
DVstart 0 % tot 200 % of
Ustart -9,9 V tot +9,9 V
Wijzigen met toets
0,0 tot 20,0 sec.
P0 tot P15
DVend 0 % tot 200 % of
Uend -9,9 V tot +9,9 V
Wijzigen met toets
0,0 tot 20,0 sec.
2 tot 500
0,0 tot 20,0 sec.
Display
"of met de toetsen
099-005366-EW505
31.07.2014