Opbouw en functie
Definitie soorten MIG/MAG-laswerk
5.16.2 forceArc / forceArc puls
Warmtereducerende, richtingsstabiele, drukkrachtige vlamboog met diepe inbranding voor het bovenste
vermogensbereik.
•
Kleinere naadopeningshoek door diepe inbranding en richtingsstabiele vlamboog
•
Uitstekende grondlasnaad- en flanklasnaaddekking
•
Veilig lassen, ook met zeer lange draadeinden (stickout)
•
Vermindering van inbrandkerven
•
Niet-, laag- en hooggelegeerde staalsoorten alsmede fijnkorrelige staalsoorten
•
Handmatige en geautomatiseerde toepassingen
forceArc-lassen vanaf:
Materiaal
Staal
CrNi
Na het selecteren van het forceArc-lasproces (zie hoofdstuk "MIG/MAG-lasopdrachtenselectie") staan
deze eigenschappen tot uw beschikking.
Net zoals bij pulsvlambooglassen dient men bij forceArc-lassen vooral op de goede kwaliteit van
de lasstroomaansluiting te letten!
•
Houd lasstroomleidingen zo kort mogelijk en gebruik geschikte diameters voor de leidingen!
•
Lasstroomleidingen, lastoortsleidingen en leidingen van eventueel tussenslangpakket volledig afrollen.
Lussen vermijden!
•
Gebruik de hoog vermogen aangepaste lastoorts, indien mogelijk watergekoeld.
•
Bij het lassen van staal, gebruik tevens lasdraad met toereikend koper. De draadspoelen moeten
laagspoelen zijn.
Onstabiele vlamboog!
Niet volledig afgerolde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de
vlamboog veroorzaken.
•
Lasstroomleidingen, lastoortsleidingen en leidingen van eventueel tussenslangpakket
volledig afrollen. Lussen vermijden!
50
0,8
Gas
JOB
Ar 91-99 %
190
Ar 80-90 %
189
Ar 91-99 %
-
Afbeelding 5-17
Ø draad (mm)
1
JOB
17,0
254
12,0
17,0
179
12,0
-
251
12,0
INSTRUCTIE
1,2
1,6
JOB
JOB
255
9,5
256
180
9,5
181
252
12,0
253
099-005366-EW505
31.07.2014
7,0
6,0
6,0