Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave............................3 2 Veiligheidsrichtlijnen ..........................7 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding............7 Verklaring van symbolen ....................... 8 Algemeen............................9 Transport en installatie ........................ 13 2.4.1 Transport per kraan ...................... 14 Omgevingscondities........................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.13 Interfaces .............................37 5.13.1 Aansluiting robotinterface RINT X11 / industriebusinterface BUSINT X11 ....37 5.13.1.1 Robot-interface RINT X11 ................37 5.13.1.2 Industriebus-interface BUSINT X11 ..............37 5.13.2 Aansluiting lasparametreersoftware PC 300.net ............39 5.13.3 Aansluiten lasgegevensdocumentatiesoftware Q-DOC 9000 ........40 5.13.4 Aansluiten van het bewakings en- documentatiesysteem voor lasgegevens WELDQAS........................41...
Pagina 5
Transportsysteme ........................81 Interfaces ............................. 81 Computercommunicatie....................... 81 Koelapparatuur ..........................82 alpha Q RC2 ..........................82 10 Elektrische schema's........................... 83 11 Bijlage A ..............................85 11.1 JOB-List ............................85 12 Bijlage B ..............................86 12.1 Overzicht van EWM-vestigingen....................86 099-005079-EW505 07.09.2012...
Pagina 6
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 099-005079-EW505 07.09.2012...
Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Veiligheidsrichtlijnen Verklaring van symbolen Verklaring van symbolen Symbool Beschrijving Indrukken Niet indrukken Draaien Schakelen Apparaat uitschakelen Apparaat inschakelen ENTER (menutoegang) NAVIGATION (navigeren in het menu) EXIT (menu verlaten) Tijdweergave (voorbeeld: 4 sec. wachten/indrukken) Onderbreking in de menuweergave (meer instelmogelijkheden mogelijk) Gereedschap niet vereist/niet gebruiken Gereedschap vereist/gebruiken 099-005079-EW505...
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen Algemeen GEVAAR Elektrische schok! Lasapparaten gebruiken hoge spanningen die bij aanraking tot levensgevaarlijke stroomschokken en brandwonden kunnen leiden. Ook bij het aanraken van lage spanningen kan men schrikken en daarna verongelukken. • Nooit onder spanning staande onderdelen in of aan het apparaat aanraken! •...
Pagina 10
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen WAARSCHUWING Ontploffingsgevaar! Explosiegevaar bestaat ook als schijnbaar ongevaarlijke stoffen in gesloten reservoirs door verhitting een overdruk opbouwen. • Verwijder reservoirs met brandbare of explosieve vloeistoffen van de plaats waar gewerkt wordt! • Verhit geen explosieve vloeistoffen, stoffen of gassen door het lassen of snijden! Rook en gassen! Rook en gassen kunnen leiden tot ademnood en vergiftigingen! Bovendien kunnen dampen van oplosmiddelen (gechloreerde koolwaterstof) zich door de ultraviolette...
Pagina 11
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG Plichten van de exploitant! Voor het gebruik van het apparaat dient men zich aan de desbetreffende landelijke richtlijnen en wetten te houden! • Nationale omzetting van de kaderrichtlijn (89/391/EWG), evenals de bijbehorende afzonderlijke richtlijnen. • Vooral de richtlijn (89/655/EWG), over de minimumvoorschriften ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid bij gebruik van werkmiddelen door werknemers tijdens het werk.
Pagina 12
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG EMC-classificatie van apparaten In overeenstemming met de norm IEC 60974-10 worden elektromagnetische lasapparaten onderverdeeld in twee klassen van elektromagnetische compatibiliteit (zie technische gegevens): Klasse A apparaten zijn niet bedoeld voor gebruik in woongebieden, waarbij apparaten op het openbare laagspanningsnet worden aangesloten.
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie Transport en installatie WAARSCHUWING Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas! Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas kan ernstig letsel en de dood tot gevolg hebben. • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! •...
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie 2.4.1 Transport per kraan GEVAAR Letselgevaar bij het transporteren met een kraan! Bij het transporteren met een kraan kunnen personen door vallende apparatuur of uitbreidingen aanzienlijke verwondingen oplopen. • Tegelijk aan alle kraanogen optillen en transporteren (zie afb.
Veiligheidsrichtlijnen Omgevingscondities Omgevingscondities VOORZICHTIG Plaats van opstelling! Het apparaat mag niet in de buitenlucht en uitsluitend op een passende, stabiele en vlakke ondergrond opgesteld en gebruikt worden! • De exploitant moet voor een slipvaste, vlakke ondergrond en voldoende verlichting van de werkplaats zorgen.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Toepassingsgebied Gebruik overeenkomstig de bestemming Dit apparaat is in overeenstemming met de huidige stand van de techniek en geldige regels resp. normen vervaardigd. Men dient dit apparaat uitsluitend binnen het bestemmingsgerichte gebruik te benutten. WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Bij onbedoeld gebruik van het apparaat kunnen er gevaren voor personen, dieren en materiële zaken ontstaan.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.2.1 Garantie INSTRUCTIE Overige informatie vindt u in de meegeleverde aanvullende documentatie "Apparaat- en bedrijfsgegevens, Onderhoud en keuring, Garantie"! 3.2.2 Conformiteitsverklaring Het aangegeven apparaat voldoet qua concept en constructie aan de richtlijnen en normen van de EG: •...
Pagina 19
Apparaatbeschrijving - snel overzicht alpha Q 352, 552 Puls Pos. Symbool Beschrijving Kraanoog Controlelampje operationele toestand Brandt, als het toestel gereed is voor bedrijf Weergave "Storing" Controlelampje “verzamelstoring” Brandt de LED dan wordt automatisch het sterkstroomgedeelte uitgeschakeld. Omdat het bij enkele storingen slechts gaat om kortstondige, eenmalige storingen (bijv. hoge temperatuur), dooft de LED weer en het lasapparaat is weer operationeel.
Pagina 21
Apparaatbeschrijving - snel overzicht alpha Q 352, 552 Puls Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 15-polig (digitaal) Aansluiting van de verbindingskabel op de stroombron digital Automatiseringsinterface 19-polig (analoog) (zie hoofdstuk "Opbouw en functie > Interfaces") analog Aansluitbus, 8-polig Besturingskabel koelapparaat Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires Aansluitbus 7-polig (digitaal) Aansluiting draadtoevoerapparaat...
Apparaatbeschrijving - snel overzicht alpha Q RC2 alpha Q RC2 4.2.1 Voor- en achteraanzicht Afbeelding 4-3 099-005079-EW505 07.09.2012...
Pagina 23
Apparaatbeschrijving - snel overzicht alpha Q RC2 Pos. Symbool Beschrijving Bedieningspaneel Apparaatbesturing zie hoofdstuk Apparaatbesturing - Bedieningselementen Sleutelschakelaar als beveiliging tegen onbevoegd gebruik Stand „1“ > wijzigingen mogelijk, Stand „0“ > wijzigingen niet mogelijk. Zie hoofdstuk “Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren” Draaiknop "lasparameters"...
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Besturing - bedieningselementen 4.3.1 alpha Q RC2 INSTRUCTIE De besturing kan op de voorzijde van het apparaat of extern op een paneel zijn gemonteerd! 500A 49.9V Job Nr Hold Status Mode PROG 0 PROG 8 m/min P start...
Pagina 25
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Toets, modus Selecteren van verdere programmeerniveaus (modus programmastappen, modus hoofdprogramma A, JOB-manager, JOB-info) Sleutelschakelaar als beveiliging tegen onbevoegd gebruik Stand „1“ > wijzigingen mogelijk, Stand „0“ > wijzigingen niet mogelijk. Zie hoofdstuk “Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren”...
Opbouw en functie Algemeen Opbouw en functie Algemeen WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door elektrische spanning! Het aanraken van onder stroom staande onderdelen, bijv. lasstroombussen, kan levensgevaarlijk zijn! • Neem de veiligheidsinstructie op de eerste pagina van de bedieningshandleiding in acht! •...
Opbouw en functie Installeren VOORZICHTIG Schade door onvakkundige aansluiting! Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron worden beschadigd! • Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende aansluitbus steken en vergrendelen. • Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire! •...
Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen INSTRUCTIE Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog veroorzaken! Werkstukleiding en slangpakket zo dicht mogelijk bij elkaar en parallel leggen. Werkstukleiding en slangpakketten van de afzonderlijke lasapparaten plaatselijk gescheiden van elkaar leggen! Afstand minimaal 15 cm.
Opbouw en functie Koeling van de lastoorts Koeling van de lastoorts 5.6.1 Algemeen VOORZICHTIG Koelmiddelmengsels! Mengsels met andere vloeistoffen of het gebruik van ongepaste koelmiddelen leidt tot materiële schade en tot het verlies van de fabrieksgarantie! • Uitsluitend de in deze handleiding beschreven koelmiddelen (overzicht koelmiddelen) gebruiken.
Opbouw en functie Netaansluiting Netaansluiting GEVAAR Gevaar door onvakkundige elektrische aansluiting! Onvakkundige elektrische aansluiting kan persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken! • Apparaat uitsluitend op een contactdoos met conform de norm aangesloten randaardeverbinding gebruiken. • Wanneer het nodig is om een nieuwe stroomstekker aan te sluiten, dient men deze installatie uitsluitend te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien conform de geldende nationale wetten en voorschriften! •...
Opbouw en functie Aansluiting tussenslangpakket Aansluiting tussenslangpakket INSTRUCTIE Op de lasstroompolariteit letten! Bepaalde draadelektroden (bijv. zelfbeschermend vuldraad) zijn met negatieve polariteit te lassen. In dergelijke gevallen dient men de lasstroomleiding op de lasstroombus „-“ en de werkstukleiding op de lasstroombus „+“ aan te sluiten. •...
Opbouw en functie Aansluiting werkstukleiding Aansluiting werkstukleiding INSTRUCTIE Op de lasstroompolariteit letten! Bepaalde draadelektroden (bijv. zelfbeschermend vuldraad) zijn met negatieve polariteit te lassen. In dergelijke gevallen dient men de lasstroomleiding op de lasstroombus „-“ en de werkstukleiding op de lasstroombus „+“ aan te sluiten. •...
Opbouw en functie Koelmodule op de stroombron aansluiten 5.10 Koelmodule op de stroombron aansluiten INSTRUCTIE Lees ook de montage- en aansluitinstructies in de betreffende bedieningshandleiding van het koelapparaat. Afbeelding 5-5 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, 8-polig Besturingskabel koelapparaat Aansluitbus, 5-polig Voeding koelapparaat •...
Opbouw en functie Inert-gastoevoer 5.12 Inert-gastoevoer 5.12.1 Aansluiting toevoer inert gas WAARSCHUWING Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas! Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas kan ernstig letsel en de dood tot gevolg hebben. • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! •...
Pagina 36
Opbouw en functie Inert-gastoevoer Afbeelding 5-7 Pos. Symbool Beschrijving drukregelaar Gasfles Uitgang van de drukregelaar Kraan • Plaats de fles inert gas in de fleshouder en zet hem met de veiligheidsketting vast zodat hij niet kan omvallen! Alvorens de drukregelaar aan te sluiten op de gasfles de kraan van de fles kort openen om eventuele •...
Opbouw en functie Interfaces 5.13 Interfaces 5.13.1 Aansluiting robotinterface RINT X11 / industriebusinterface BUSINT X11 VOORZICHTIG Schade door gebruik van componenten van derden! De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten van derden! • Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen, elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons leveringsprogramma! •...
Pagina 38
Opbouw en functie Interfaces Afbeelding 5-8 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires Schakelkast Robot-interface, Tetrix / Phoenix / alpha Q, RINT X12 Industriebus-interface Tetrix / Phoenix / alpha Q, BUSINT X11 Interfacebehuizing Aansluitkabel, 7-polig Verbinding tussen schakelkast en stroombron Verbindingskabel Verbinding tussen interfacebehuizing en schakelkast...
Opbouw en functie Interfaces 5.13.2 Aansluiting lasparametreersoftware PC 300.net Alle lasparameters rustig instellen op de PC en eenvoudig verzenden naar een of meer lasapparaten (accessoires, set bestaande uit software, interface, verbindingskabels) Afbeelding 5-9 Pos. Symbool Beschrijving PC-interface, serieel (D-Sub aansluitbus 9-polig) Aansluitkabel, 9-polig, serieel Windows-PC PC-tablet RC300...
Opbouw en functie Interfaces 5.13.3 Aansluiten lasgegevensdocumentatiesoftware Q-DOC 9000 (Accessoires: set bestaande uit software, interface, verbindingskabels) De ideale tool voor de documentatie van lasgegevens, bijv.: lasspanning en -stroom, draadsnelheid, motorstroom. Afbeelding 5-10 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires Windows-PC PC-tablet RC300 SECINT X10 USB...
Opbouw en functie Interfaces 5.13.4 Aansluiten van het bewakings en- documentatiesysteem voor lasgegevens WELDQAS Netwerkgeschikt bewakingssysteem voor lasgegevens en documentatiesysteem voor digitale stroombronnen. Afbeelding 5-11 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires Windows-PC Het bewakings en- documentatiesysteem voor lasgegevens WELDQAS Aansluitkabel, 7-polig Verbinding tussen schakelkast en stroombron Mogelijkheid WELDQAS via datakabels in voorhanden netwerksystemen te...
Opbouw en functie Interfaces 5.13.5 Automatiserings-interface De lasvoedingen worden gekenmerkt door een zeer hoge veiligheidsstandaard. Deze hoge veiligheidsstandaard wordt ook in combinatie met perifere apparatuur voor machinaal lassen verkregen als deze perifere apparatuur aan dezelfde voorwaarden voldoet, vooral met het oog op isolatie naar de netvoeding.
Pagina 43
Opbouw en functie Interfaces Aansluitschema 19-polig automatiseringsinterface (X4): In-/uitgang Benaming Opmerking Uitgang Aansluiting kabelmantel Uitgang REGaus Ingang Gasdüsensensor 1 Uitgang IGR0 Maximale belasting 100 mA Stroom-vloeit-signaal (I>0) Niet potentiaalgescheiden! 0 V = lastroom 15 V = geen lasstroom Not/Aus Ingang Controleren dat op de printplaat Open = lasstroom uitgeschakeld M320/1 van het lasapparaat jumper 1...
Opbouw en functie Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren Aansluitschema 12-polig automatiseringsinterface (X2): Signaalvor Signaalnaam / Werking schema NOOD-STOP voor het prioritair uitschakelen van Ingang NOT-AUS de stroombron. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet in het lasapparaat op de printplaat M320/1 de jumper 1 eraf worden getrokken! Contact open = lasstroom uitgeschakeld Gasdüsensensor 1...
Opbouw en functie Lasgegevens-display 5.15 Lasgegevens-display Links en rechts naast de LCD-display van de besturing bevinden zich telkens 2 „pijltjetoetsen“ voor het selecteren van de weer te geven lasparameters. Met de toets worden de parameters van onder naar boven en met de toets van boven naar onder doorgebladerd.
Opbouw en functie Definitie soorten MIG/MAG-laswerk 5.16 Definitie soorten MIG/MAG-laswerk De gebruiker bepaalt zijn lasopdrachten met behulp van job-nummers. Achter elk job-nummer worden de relevante parameters van de lasopdracht opgeslagen. Voor de meest gangbare toepassingen zijn reeds 128 voorgeprogrammeerde JOB’s (lasopdrachten) met desbetreffende parameters in de apparaatbesturing opgeslagen.
Opbouw en functie Selecteren 5.17 Selecteren 5.17.1 Job selecteren of nieuwe job maken Mogelijkheid 1: Job uit bestaande job-referentielijst selecteren Hiervoor wordt ter referentie het job-overzicht (zie bijlage 2) voor het bepalen van lasopdrachten geraadpleegd. Men beschikt tevens over de mogelijkheid om over menupunt "Job list", op de M3.40 stroombronbesturing het desbetreffende jobnummer, volgens grondparameters, te bepalen (zie bijlage 1: "Principeschema Job Organisation").
Opbouw en functie Selecteren 5.17.2 coldArc Warmtereducerende, spatarme korte vlamboog voor kromtrekkingsarm lassen en solderen van dunne platen en lassen van grondlasnaden met uitstekende overbrugging van lasvoegen. Afbeelding 5-14 Na het selecteren van het coldArc-lasproces (zie hoofdstuk "MIG/MAG-lasopdrachtenselectie") beschikt u over de eigenschappen: •...
Opbouw en functie Selecteren 5.17.3 forceArc Warmtereducerende, richtingsstabiele, drukkrachtige vlamboog met diepe inbranding voor het bovenste vermogensbereik. Afbeelding 5-15 • Kleinere naadopeningshoek door diepe inbranding en richtingsstabiele vlamboog • Uitstekende grondlasnaad- en flanklasnaaddekking • Veilig lassen, ook met zeer lange draadeinden (stickout) •...
Opbouw en functie Selecteren 5.17.4 Bedrijfsmodus Deze parameterinstelling wordt door de robotbesturing via de RINTX12 robot-interface, resp. de BUSINTX11 vastgelegd (zie de documentatie van de desbetreffende interfacebeschrijving). De geselecteerde parameter wordt op de statusindicatoren van het bedieningspaneel weergegeven. 5.17.5 Soort lassen Deze parameterinstelling wordt door de robotbesturing via de RINTX12 robot-interface, resp.
Opbouw en functie Selecteren 5.17.6 Programma- of regelspanningsbedrijf INSTRUCTIE Het werkpunt kan ofwel via de tot de 15 vrij te definiëren programma’s (PROG 1 tot PROG 15) worden vastgelegd of via de regelspanningen (PROG 0) van de robot-interface (RINTX11 / BUSINTX10) worden ingesteld. Programmabedrijf Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp.
Opbouw en functie Selecteren 5.17.7 Programmaverloop Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 2-takt-speciaal met het volgende programmaverloop gebruikt: START DVstart Ustart DVend Uend tstart tend Afbeelding 5-16...
Opbouw en functie Selecteren 5.17.8 Superpulsen START Afbeelding 5-17 Bij het superpulsen wordt omgeschakeld tussen het hoofdprogramma (P ) en het beperkte hoofdprogramma (P Deze functie wordt bijv. bij het werken met dunblik gebruikt, om de warmte-inbreng gericht te reduceren. Selecteren op het bedieningspaneel: Bedieningselem Actie...
Opbouw en functie MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen 5.18 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen INSTRUCTIE Lasparameters zoals bijv. gasvoorstromen, terugbranden, etc. zijn voor een groot aantal toepassingen optimaal vooraf ingesteld (kunnen echter zonodig worden aangepast). 5.18.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Lasstart Aan het lassen Er stroomt inert-gas Lasvermogen De draadelektrode wordt getransporteerd...
Pagina 55
Opbouw en functie MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-18 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 56
Opbouw en functie MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen 2-takt bedrijf met superpuls INSTRUCTIE Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. Afbeelding 5-19 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 57
Opbouw en functie MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen 2-takt speciaal START Afbeelding 5-20 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Pagina 58
Opbouw en functie MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen 2-takt speciaal met superpuls INSTRUCTIE Alleen pulsvlamboog-lasapparaten. START Afbeelding 5-21 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Opbouw en functie MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") 5.19 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 2-takt-speciaal met de volgende programma's gebruikt: • Startprogramma P (reduceren van koude plekken bij begin lasnaad) START...
Opbouw en functie Modus hoofdprogramma A Basisparameters Display Betekenis/verklaring Instelbereik GASstr Gasvoorstroomtijd 0,0s tot 0,9s RUECK Lengte draadterugbranden 2 tot 500 GASend: Gasnastroomtijd 0,0s tot 20s Proc.Sp. Verplaatsingssnelheid voor het bepalen van de a-maat 10cm tot 200cm Startprogramma "P " START DVstart Draadsnelheid...
Opbouw en functie Modus hoofdprogramma A 5.20.2 MIG/MAG-parameteroverzicht M3.1x Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp. lasprogramma's nodig. Voor elk programma zijn • Draadsnelheid • Correctie van de booglengte en • Dynamiek/smoorspoelwerking afzonderlijk in te stellen. Er kunnen tot wel 15 programma's (P1 tot P15) worden ingesteld, waartussen tijdens het lassen kan worden omgeschakeld.
Opbouw en functie Modus „Special Mode“ 5.21 Modus „Special Mode“ 5.21.1 Selecteren INSTRUCTIE De weergegeven toetscombinatie moet zonder onderbrekingen worden gekozen. Bedieningselement Actie Resultaat Display Selecteren modus „Special Mode“ Program-Steps info copy list PROG 0 PROG 1 PROG 2 PROG 3 PROG 4 PROG 5 PROG 6...
Opbouw en functie Modus „Special Mode“ 5.21.2 Hold-functie in- resp. uitschakelen INSTRUCTIE De mogelijkheid bestaat om de Hold-functie voor lasparameters in of uit te schakelen. Bedieningselem Actie Resultaat Display Hold-fct Selecteren Hold-functie met de toetsen „Up“ „Down“ (links) In of uitschakelen Hold-functie met de toetsen Hold-fct Hold-fct „Up“...
Opbouw en functie Modus "Job-info" 5.22 Modus "Job-info" INSTRUCTIE In deze modus wordt informatie over de actuele JOB weergegeven. • Bij de JOB’s 127 en 128 (TIG- & elektrodelassen) is de selectie van deze modus niet mogelijk omdat dat niet zinvol is. Selecteren: Bedieningselem Actie...
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.24 JOB-manager (organiseren soorten laswerk) INSTRUCTIE Met de JOB-manager kunnen JOB's worden geladen, gekopieerd of opnieuw worden gebackupt. De JOB is het soort laswerk, gedefinieerd door de 4 hoofdlasparameters lasmethode, soort materiaal, draaddiameter en soort gas. In elke JOB kan een programmacyclus worden gedefinieerd.
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.24.2 Bestaande job laden INSTRUCTIE Deze functie wordt bijv. gebruikt wanneer de lasopdracht (job) uit de job-referentie-lijst (zie bijlage) is gekozen. Bedieningselement Actie Resultaat Display Selecteren modus Job-manager Job-manager Selecteren laadfunctie JOB's met de toetsen Load job: xxx ”Up“...
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning! Reinigingswerkzaamheden aan niet van stroom losgekoppelde apparaten kunnen tot ernstige verwondingen leiden! • Het apparaat op betrouwbare wijze van de stroomvoorziening loskoppelen. • Trek de stekker uit het stopcontact! •...
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Onderhoudswerkzaamheden, intervallen Onderhoudswerkzaamheden, intervallen VOORZICHTIG Elektrische stroom! Reparaties aan spanningvoerende apparatuur mogen uitsluitend door bevoegd technisch personeel worden uitgevoerd! • Toorts niet van het slangpakket verwijderen! • Zet de toorts zelf nooit vast in een bankschroef o.i.d., dit kan de toorts zodanig beschadigen dat deze niet meer te herstellen is! •...
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Onderhoudswerkzaamheden 6.2.3 Jaarlijkse keuring (inspectie en keuring tijdens gebruik) INSTRUCTIE De controle van de lasapparaten mag uitsluitend door vakkundig en bevoegd personeel worden uitgevoerd. Vakkundig personeel is elke persoon die door zijn opleiding, kennis en ervaring de risico's en de eventuele gevolgschade kan herkennen die zich kunnen voordoen tijdens de controle van de lasvoedingen, en de vereiste veiligheidsmaatregelen kan treffen.
Informatie over de terugneming of inzameling van oude apparaten vindt u bij het verantwoordelijke plaatselijke stads- of gemeentebestuur. • EWM neemt deel aan een goedgekeurd verwijderings- en recyclingsysteem en is geregistreerd in het register voor oude elektrische apparaten met het nummer WEEE DE 57686922. •...
Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen INSTRUCTIE Basisvoorwaarden voor een storingsvrije werking is de geschikte apparaatuitrusting voor de te gebruiken werkstof en voor het procesgas! Legenda Symbool Beschrijving fout/oorzaak oplossing Koelvloeistofstoring/geen koelvloeistofdoorstroom...
Pagina 73
Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Lastoorts oververhit Ontoereikende doorstroom van het koelmiddel Koelmiddelpeil controleren en evt. met koelmiddel bijvullen Knikken in het leidingensysteem (slangpakketten) verwijderen Losse lasstroomverbindingen Stroomaansluitingen aan de toorts en/of aan het werkstuk vastdraaien Stroomkop op correcte wijze vastschroeven Overbelasting Lasstroominstelling controleren en corrigeren...
Pagina 75
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Foutnumme Betekenis Relevantie Fout kan worden gereset Systeem (waarde) Procesfout Ontstekingsfout proces Phoenix/alpha Q/Tetrix Fout vlamboogonderbreking Phoenix/alpha Q/Tetrix Noodstop/overtemperatuur Phoenix/alpha Nee, automatische Q/Tetrix reset De draadtoevoerkoffer ontbreekt in het Phoenix/alpha Q MIG/MAG-systeem of is niet juist geconfigureerd Op een installatie met de mogelijkheid van Phoenix/alpha Q...
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (RC-Panel) Foutmeldingen (RC-Panel) Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (RC-Panel) Fout Categorie Mogelijke oorzaak Oplossing Error 15 Draadtoevoerapparaat 2 niet Kabelverbindingen controleren. (DV2?) herkend. Stuurstroomkabel niet aangesloten. Error 16 VRD (fout Servicedienst informeren. (VRD) nullastspanningsreductie). Legende categorie (fout resetten) a) Foutmelding verdwijnt na het verhelpen van de fout. b) Foutmelding kan met het indrukken van een toets worden gereset: Apparaatbesturing Knop...
Verhelpen van storingen Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven INSTRUCTIE De opvraag van de softwareversie dient uitsluitend ter informatie voor bevoegd servicepersoneel! Afbeelding 7-1 Display Instelling / selecteren Lijst van software Aanvang van het automatische proces Weergave van de softwareversie ------- = Systeembus-ID / printplaat...
Verhelpen van storingen Koelvloeistofcircuit ontluchten Koelvloeistofcircuit ontluchten INSTRUCTIE Koelmiddeltank en snelsluitkoppelingen koelmiddeltoevoer-/retourleiding zijn enkel bij apparaten met waterkoeling aanwezig. Om het koelsysteem te ontluchten altijd de blauwe koelmiddelaansluiting gebruiken die mogelijk het diepst in het koelmiddelsysteem ligt (in de nabijheid van de koelmiddeltank)! blau / blue ca.
Technische gegevens alpha Q 352, 552 Puls Technische gegevens INSTRUCTIE Service-informatie en garantie zijn alleen geldig in combinatie met originele vervangings- en slijtage-onderdelen! alpha Q 352, 552 Puls Instelbereik lasstroom 5 A tot 350 A 5 A tot 550 A Instelbereik lasspanning 14,3 V tot 31,5 V 14,3 V tot 41,5 V...
Optionele uitbreiding EWM-stekkerset voor 092-001822-00000 RINT X12 / DVINT X11 Computercommunicatie Type Benaming Artikelnummer RC 300 EWM PC-tablet incl. software, adapter en interface 090-008238-00002 PC300.Net PC300.Net lasparametersoftware set incl. kabel en 090-008265-00000 interface SECINT X10 USB WELDQAS2 Station Stationaire bewakings- en documentatieset van...