INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET HANTEREN VAN EEN LADING
A - KEUZE VAN HET TOEBEHOREN
- Alleen de door MANITOU goedgekeurde en toegestane toebehoren kunnen gebruikt worden op de heftrucks.
- Controleren of het toebehoren geschikt is voor de te verrichten werkzaamheden ( - OPTIONELE TOEBEHOREN VOOR
DEZE REEKS).
- Controleren of het toebehoren naar behoren is geïnstalleerd en vergrendeld op de schortplaat van de heftruck.
- Controleren of de toebehoren van de heftruck naar behoren werken.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck met het gebruikte toebehoren in acht nemen.
- - De nominale capaciteit van het toebehoren niet overschrijden.
- Hijs nooit een lading met hijsband zonder het hiervoor voorzien toebehoren. U stelt zich bloot aan het losschieten van de
hijsband (
INSTRUCTIES VOOR DE BEHANDELING VAN LADINGEN: H - OPTILLEN EN NEERZETTEN VAN EEN HIJSLAST).
B - GEWICHT VAN DE LAST EN ZWAARTEPUNT
- Alvorens een lading op te tillen, kennis nemen van zijn gewicht en zwaartepunt.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck gelden voor een lading waarvan
de overlangse stand van het zwaartepunt zich op 500 mm van de hiel van de vork
bevindt (fig. B1). Raadpleeg uw dealer wat betreft hogere zwaartepunten.
- Bij onreglematige ladingen het zwaartepunt bepalen in de overdwarse richting
alvorens de lading te hanteren (fig. B2) en hem plaatsen in de overlangse as van
de heftruck.
Het is verboden een lading te hanteren die de effectieve capaciteit vermeld in
de grenswaarden van de heftruck te boven gaat.
Wat betreft ladingen met een verplaatsbaar zwaartepunt (vloeistof bijvoorbeeld), moet men rekening houden met
de variaties van het zwaartepunt om de te hanteren lading te bepalen en nog voorzichtiger te werk gaan om deze
C - WAARSCHUWINGSINRICHTING EN BEGRENZER VAN DE OVERLANGSE STABILITEIT
Dit systeem geeft een aanwijzing van de longitudinale stabiliteit van de heftruck, en
begrenst de hydraulische bewegingen om deze stabiliteit te garanderen, ten minste
onder de volgende voorwaarden:
• wanneer de heftruck gestopt is,
• wanneer de heftruck zich op een vaste, stabiele en harde ondergrond bevindt,
• wanneer de heftruck lastbehandeling en plaatsing uitvoert.
- Uiterst voorzichtig te werk gaan met de arm als men in de buurt van de
toegestane grenswaarde van de belasting komt (
EN BEDIENINGSORGANEN).
- Altijd deze inrichting in het oog houden tijdens de werkzaamheden.
- Bij onderbreking van de "VERZWARENDE" hydraulische bewegingen, de verzwarende
hydraulische bewegingen enkel uitvoeren in de volgende volgorde uitvoeren (fig. C):
indien nodig de arm optillen (1), hem helemaal intrekken (2) en hem neerlaten (3) om de lading op de grond te zetten.
De waarden die op de display van de inrichting verschijnen kunnen niet helemaal juist zijn als het stuur volledig
BELANGRIJK
variaties zoveel mogelijk te beperken.
BELANGRIJK
is gedraaid of als de achterste wielas volledig is geoscilleerd.
Alvorens een lading op te tillen, controleren of dit niet het geval is op de heftruck.
BESCHRIJVING: CONTROLE-
1 - 15
B1
500 mm
B2
C
1
2
3