Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Manitou 2-E3 Series Handleiding pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

- Alle controle-instrumenten controleren als de verbrandingsmotor warm is en met regelmatige tussenpozen tijdens het
werken zodat men snel eventuele storingen kan opsporen en verhelpen.
- Als een instrument niet de juiste indicatie geeft, moet men de verbrandingsmotor uitzetten en onmiddellijke de nodige
maatregelen treffen.
F - RIJDEN MET DE HEFTRUCK
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Wij vestigen de aandacht van de bestuurders op de risico's verbonden aan het gebruik van de heftruck en met name:
- De regels op het vlak van verkeer van de onderneming of bij gebreke hieraan de verkeersregels in acht nemen.
- Geen handelingen uitvoeren die de capaciteiten van de heftruck of het toebehoren te boven gaan.
- Altijd rijden met de stapelaar met de vork of het werktuig in de transportstand, dat wil zeggen op 300 mm van de grond:
BELAST, INGETROKKEN ARM CIRCULEREN EN SCHUTBORD NAAR ACHTER GEHELD.
LEEG DE VOLLEDIG UITGESCHOVEN ARM VERPLICHT CIRCULEREN.
- Alleen ladingen vervoeren die goed in evenwicht zijn en die naar behoren zijn vastgezet om iedere risico van loslaten
en vallen van de lading te voorkomen.
- Controleren of de pallets, kisten enz... zich in goede staat bevinden en of ze geschikt zijn om de betreffende lading op
te heffen.
- Zich vooraf vertrouwd maken met de zone waarin men moet gaan werken met de heftruck.
- Controleren of de bedrijfsremmen naar behoren werken.
- De verplaatsingssnelheid van de heftruck met lading mag niet hoger dan 12 km/uur zijn.
- Rustig rijden in de versnelling die overeenkomt met de plaatselijke gebruiksomstandigheden (aard
van de grond, belasting van de heftruck).
- De hydraulische bediening van de arm niet gebruiken als de heftruck in beweging is.
- Nooit tijdens het rijden van besturingsmodus veranderen.
- De heftruck alleen manoeuvreren met uitgetrokken arm in uitzonderlijke gevallen en dan met de
uiterste voorzichtigheid, heel langzaam rijden en zachtjes remmen. Ervoor zorgen dat men een
goed zicht heeft.
- Snelheid verminderen bij de bochten.
- Altijd en immer de snelheid onder controle houden.
- Langzaam rijden op vochtige, glibberige of onregelmatige grond.
- Geleidelijk remmen zonder schokken.
- De rijrichtingschakelaar van de heftruck soepel bedienen en alleen gebruiken als de heftruck stilstaat.
- Tijdens het rijden de voet niet op de rempedaal houden.
- Altijd in gedachten houden dat de hydrostatische stuurbekrachtiging heel gevoelig is, het stuur dan ook voorzichtig en
zonder schokken draaien.
- De verbrandingsmotor nooit laten draaien als de bestuurder niet aanwezig is in de cabine.
- De bestuurderscabine niet verlaten met een opgetilde lading.
- Altijd in de rijrichting kijken en ervoor zorgen dat de zichtbaarheid op het traject altijd optimaal is.
- Vaak in de achteruitkijkspiegels kijken.
- Om obstakels heen rijden.
- Niet rijden langs de rand van een greppel of een steile helling.
- Het gelijktijdige gebruik van twee heftrucks om zware of grote vrachten te hanteren is gevaarlijk, hiervoor moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Dit is alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan en na alle risico's
naar behoren ingeschat te hebben.
- De sleutelcontactsluiter is ook een noodstop in geval van storingen in de werking op heftrucks die niet van een
vuistnoodstop zijn voorzien.
INSTRUCTIES
- Altijd rijden met de heftruck met de vork of het toebehoren in de transportstand, dat wil zeggen
op 300 mm van de grond. Beladen rijden met ingetrokken arm en met de schortplaat schuin naar
achteren gezet. Leeg verplicht rijden met arm volledig ingeschoven.
- De rijmodus selecteren die overeenkomt met de te verrichten werkzaamheden en/of de
gebruiksvoorwaarden (
- De parkeerrem loszetten.
- Zet de rijrichtingschakelaar in de gewenste rijrichting en geef voorzichtig gas om de heftruck te
verplaatsen.
- Het gevaar dat men de controle over het stuur kan verliezen.
- De mogelijkheid dat de overlangse en frontale stabiliteit van de heftruck in gevaar kan komen.
De bediener moet te allen tijde de heftruck onder controle hebben en houden.
In het geval de heftruck kantelt, moet men niet proberen uit de cabine te klimmen.
IN DE CABINE VAST BLIJVEN ZITTEN MET VASTGEGESPTE GORDEL VORMT DE BESTE BESCHERMING.
BESCHRIJVING: CONTROLE- EN BEDIENINGSORGANEN)
BELANGRIJK
1 - 12
574317
(volgens het heftruckmodel).
574317

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tmt 25 i 2-e3Tmt 25 s 2-e3Tmt 27 s 2-e3Tmt 27 p 2-e3Tmt 25 p 2-e3Tmt 25 s 4w 2-e3

Inhoudsopgave