In gebruik nemen
Gebruik als warmwater hogedrukreiniger
Tijdens bedrijf met hoge druk (hoger als 30 bar) mag de temperatuur
niet hoger zijn als 90 °C!
Tijdens bedrijf met damp (90 - 150 °C), mag de werkdruk niet hoger
zijn als 30 bar! Om de damptrap te bereiken (watertemperatuur hoger
als 90 °C) de werkdruk onder 30 bar regelen en met de thermostaat de
gewenste temperatuur tot maximum 150 °C instellen.
34
1.
Reinigingsmiddelventiel moet
gesloten zijn.
2.
De hogedrukreiniger bij geopend
pistool met uitschakelbeveiliging
inschakelen. Hogedrukreiniger ontluch-
ten: Pistool met uitschakelbeveiliging
meermaals openen en sluiten.
3.
Gewenste temperatuur aan de thermo-
staat instellen. (Minimum temperatuur
40 °C). Zie voor het thema thermostaa-
tinstelling het hoofdstuk Functieaanwij-
zingen in deze handleiding.
4.
Verwarmingsschakelaar inschakelen.
Het water wordt opgewarmd en
constant op de ingestelde temperatuur
gehouden.
Met reiniging beginnen.
Gebruik van additieven
Aanzuigen van additief
Door de aanwezigheid bij de therm-RP-reeks van het waterreservoir is het
nu mogelijk de additieven direct in de hogedrukpomp aan te zuigen, wat
een vermindering van de prestatie verhindert en tot een verhoging van de
werkzaamheid leidt.
Open het reinigingsmiddelventiel enkel wanneer de chemische zeef
in de vloeistof steekt! Aangezogen lucht veroorzaakt schade aan de
pompdichtingen (Geen garantie)!
Het additief moet een neutrale pH-waarde van 7-9 hebben. Deze machine
werd ontwikkeld voor gebruik van de door de fabrikant geleverde of
aanbevolen reinigingsmiddel. Het gebruik van andere reinigingsmiddelen
of chemicaliën kan de veiligheid van de machine beïnvloeden. Voor-
schriften naleven, bijvoorbeeld beschermingsuitrusting, afvalwater-
bepalingen, etc.
Let op Oplosmiddel!
Zuig nooit vloeistoffen aan die oplosmiddelen bevatten, zoals verfver-
dunner, benzine, olie of dergelijke! De pakkingen in het hogedruk-
reiniger zijn niet bestand tegen oplosmiddelen! Bovendien is de
spuitnevel van oplosmiddelen zeer brandbaar, explosief en giftig.
1.
Steek de chemicaliënzeef in het
reservoir met additief.
2.
Het additieven doseren door het
reinigingsmiddelventiel te draaien.
3.
Door het sluiten van het
reinigingsmiddelventiel wordt de
toevoer van het additief gestopt.
35