Functionele aanwijzingen
Thermostaat
De thermostaat regelt de spuitwatertemperatuur.
Na het inschakelen van de hogedrukreiniger verschijnt
1
er op beide displays gedurende ca. 1 seconde „888"
3
als test voor het goed werken van de displays. Verder
controleert de thermostaat via een vlotter de mini-
4
mum brandstofhoeveelheid in de tank. Bij het onder-
schrijden van de minimum hoeveelheid schakelt de
thermostaat de oliebrander uit en het opschrift „OIL"
knippert in het display van de streeftemperatuur (pos. 1).
5
Geeft het reiniger in de bovenste display „FLA" aan,
dan is er sprake van een storing bij de verbranding.
De thermostaat heeft twee bedrijfsmodi:
1. Temperatuurmodus
Deze modus is altijd geactiveerd wanner het apaaraat ingschakeld wordt of kan
met de „°C°-toets (Pos. 5) gekozen worden. De rode lichtdiode boven de "°C" totes
en naast het display van de voorgegeven temperatuur branden.
De streeftemperatuur wordt met toetsen (+/-, pos. 3 + 4) ingesteld en kan op de bo-
venste display (pos. 1) worden afgelezen. Wordt één van de toetsen langer ingedrukt
gehouden, dan wordt de streeftemperatuur snel versteld, in stappen van 5 °C.
De als laatste ingestelde streefwaarde blijft ook na het uitschakelen van de hoge-
drukreiniger opgeslagen en staat na het opnieuw inschakelen weer ter beschikking.
De momentane sproeitemperatuur kan worden afgelezen op het onderste display
(pos. 2).
2. Procentmodus
Deze modus wordt middels drukken van de „%"- toets (Pos. 6) geactiveerd.
De gele diode boven de „%" toets brandt, de diode naast het display voor
de voorgegeven temperatuur knippert.
Bij de temperatuurregeling van de hogedrukreiniger in de temperatuurmodus ("°C")
wordt de watertemperatuur aan de uitgang gemeten en middels de door de ge-
bruiker ingestelde temperatuur aan- of uitgeschakeld. Door de grote hoeveelheid
water in de verwarmingsspiraal duurt het lang tot de temperatuursensor regist-
reert dat de brander ingeschakeld is en de gewenste temperatuur reeds bereikt is.
20
Functionele aanwijzingen
D.w.z. dat de temperatuur hoger stijgt als de gewenste ingestelde temperatuur
resp. ver onder deze ingestelde temperatuur kan zakken. Door de nieuwe pro-
cedure stelt de bediener nu niet meer de gewenste tempeartuur in maar geeft
middels de toetsen „+" en „-" (Pos. 3+4) de inschakelduur van de verwarming in
procent aan (100% betekent max. temperatuur). Nu moet het resultaat van de
met de „Is"-temperatuuraangave vergeleken worden. Wordt de gewenste tempe-
ratuur nog niet bereikt moet het percentage verhoogd worden.
Door instelling van de percentages van de verwarmingsduur wordt de tempera-
tuur van de hogedrukstraal in een met zeer kleine afwijkingen constant gehou-
den. Na uitschakeling van het apparaat blijven ook in de procentmodus de laatst
ingestelde waardes opgeslagen.
Bedrijfsurenteller
Het apparaat is met een bedrijfsurenteller uitgerust. Wordt tijdens normaal
bedrijf de op dat moment actuele bedrijfsaardtoets ( "°C" of "%" ) länger als 2 sec.
gedrukt, verschijnt op het display 5 sec. lang de looptijd van de pomp en daarna
voor 5 sec. de brandduur. Daarna gaat de monitor terug in de uitgangspositie.
Zolang de bedrijfstijden aangetoond worden zijn geen andere ingaven aan de
monitor mogelijk.
De aangave van de bedrijfsurentijden worden in het display opgedeeld in VOOR-
GAVE en IS displayaangaven in de eenheid [ h ]. In het VOORGAVE-display staan
de 1000-er en 100-er uren, in het IS-display staan de 10-er, 1-er en 1/10l uren:
Pomptijd VOORGAVE-display: P 9 9
Brandtijd: VOORGAVE-display: F 9 9
b.v.: F00 27.3 = Brandtijd 27 uren en 18 minuten
IS-display: 9 9. 9 voor 9 999,9h
IS-display: 9 9. 9 voor 9 999,9h
21