Inhoudsopgave
Advertenties
Parameter
Betekenis
2-1-1
Meldingen weergeven. Actuele fouten worden weergegeven.
Een rondje links naast de foutmelding betekent dat de fout niet meer actueel is, maar nog niet is bevestigd.
Een rondje met daarin een punt betekent dat de fout nog actueel is, maar niet kan worden bevestigd.
2-1-2
Historie weergeven. Weergave van de zes laatste opgetreden fouten.
Een rondje links naast de foutmelding betekent dat de fout niet meer actueel is, maar nog niet is bevestigd.
Een rondje met daarin een punt betekent dat de fout nog actueel is, maar niet kan worden bevestigd.
2-1-3
Fout bevestigen.
2-1-4
Alleen service. Foutenhistorie wissen.
8.1.6.3 Parametergroep 3 "Instellingen"
Afb. 10: Toets
Instellingen
Parameter
Betekenis
3-1
Bedieningspaneel
3-1-1
Basisinstellingen van het bedieningspaneel. Parameters 3-1-1-1 en 3-1-1-2 op Niveau Standaard wijzigbaar.
3-1-1-1
Selectie van taal
3-1-1-2
Display-instellingen: onder 3-1-1-2-1 kan de verlichtingsduur met "altijd aan" of "tijdsafhankelijk" worden
geselecteerd. Wanneer "tijdsafhankelijk" wordt geselecteerd, kan onder 3-1-1-2-2 de verlichtingsduur van 0 tot
999 s worden ingesteld.
3-1-1-3
Alleen voor service. Weergave van de fysische eenheden voor druk (3-1-1-3-1), het vulpeil (3-1-1-3-2) en de
temperatuur (3-1-1-3-3).
3-1-2
Alleen service. Veldbustype en -adres.
3-1-3
Alleen Fabrikant. Instellingen van service-interface.
3-1-4
Alleen Fabrikant. Logo in startscherm.
3-2
Regeleenheid
3-2-1
Aanmelding. Onder 3-2-1-1 kunnen de verschillende aanmeldingsniveaus worden geselecteerd. Het niveau
"Gebruiker" is met het wachtwoord 7353 beveiligd. Na een succesvolle aanmelding kan onder 3-2-1-2 de
wachtwoordbeveiliging voor dit niveau worden gedeactiveerd.
3-2-2
SERVICE Onder 3-2-2 staan de parameters voor opslaan en herstellen ter beschikking.
3-2-2-1
Niveau Gebruiker. Resetten naar fabrieksinstellingen die bij levering van de drukverhogingsinstallatie zijn
uitgevoerd.
3-2-2-2
Niveau Service. Resetten van het service-interval.
3-2-2-3
Niveau Gebruiker. Resetten naar de ter plaatse gemaakte en onder 3-2-2-4 opgeslagen instellingen.
3-2-2-4
Niveau Gebruiker. Opslaan van de op locatie opgegeven instellingen.
3-2-2-5
Niveau Fabriek. Opslaan van de fabrieksinstellingen waarmee de drukverhogingsinstallatie wordt afgeleverd.
3-2-2-6
Niveau Fabriek. Resetten naar basisinstelling.
3-3
Systeemconfiguratie
32 / 60
Alle parameters op niveau Service wijzigbaar.
3-3-1
Aantal pompen dat het systeem bevat.
3-3-2
Met de configuratie zuigzijde wordt vastgelegd op welke wijze de droogloopbeveiliging wordt gerealiseerd
(drukschakelaar, druksensor, stromingsbewaking) en of de verschillende niveaus van een voorreservoir worden
geanalyseerd en of de toeloop naar het reservoir door middel van een debietregelaar of een afsluiter wordt
geregeld.
3-3-3
Configuratie perszijde. Bepaling van de regelingswijze (cascadebedrijf, frequentieregelaar, jockey-pompen).
3-3-4
WSD. Momenteel wordt alleen de meting van de omgevingstemperatuur ondersteund. Als "Temperatuur" wordt
geselecteerd, kan een PT1000 worden aangesloten en de daarmee gemeten temperatuur in het display
worden weergegeven. Wanneer de temperatuur boven de onder 3-4-4-3 ingevoerde waarde stijgt, wordt er een
waarschuwingsmelding uitgegeven.
3-4
Systeeminstellingen
Alle parameters op niveau Service wijzigbaar.
3-4-1
Zuigzijde
op te roepen met functietoets Instellingen
Met deze toets kunnen wijzigingen in parameters worden doorgevoerd die voor de
aanpassing van de drukverhogingsinstallatie aan de omstandigheden op de
opstellingsplaats noodzakelijk zijn, indien de bij de bestelling opgegeven waarden niet meer
van toepassing zijn of de drukverhogingsinstallatie achteraf verder met toebehoren of extra
uitrusting is uitgerust.
Advertenties
Inhoudsopgave
