Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meldingen Weergeven; Parameters En Hun Betekenis - DP Hydro-unit Premium line DOL CC Montagevoorschrift

Drukverhogingsinstallatie
Inhoudsopgave

Advertenties

8.1.5 Meldingen weergeven

Alle bewakings- en beveiligingsfuncties geven waarschuwings- of alarmmeldingen. Deze
worden met een gele of rode LED aangeduid en op de relaisuitgangen geschakeld.
– Alle actuele meldingen kunnen in het menu diagnose onder 2-1-1 worden weergegeven
en stuk voor stuk worden bevestigd, voor zover de oorzaak voor de storing niet meer
geldt.
– In het menu diagnose onder 2-1-2 wordt de meldingenhistorie weergegeven. Deze
historie bevat informatie over het begin en einde van een storing.
– De lijst met storingsmeldingen kan in het menu diagnose onder 2-1-3 worden bevestigd.
– De meldingenhistorie kan in het menu diagnose onder 2-1-4 worden gewist. Hiertoe
dient de gebruiker zich op het niveau "Service" te hebben aangemeld.
Door middel van een reset (uit- en inschakelen van de drukverhogingsinstallatie met behulp
van de hoofdschakelaar) worden alle alarmmeldingen gelijktijdig bevestigd. Het resetten van
alarmmeldingen leidt onder bepaalde omstandigheden tot een herstart.

8.1.6 Parameters en hun betekenis

8.1.6.1 Parametergroep 1 "Bedrijf"
op te roepen met functietoets Bedrijf
De parameters waarvan de cijfercode met 1 begint, geven actuele bedrijfstoestanden weer.
Een uitzondering hierop vormt parameter 1-2-1, waarmee individuele pompen op
Afb. 8: Toets Bedrijf
handbedrijf kunnen worden omgeschakeld of kunnen worden uitgeschakeld.
Parameter
Betekenis
1-1-1
Bedrijfsdruk
1-1-2
Pompbelasting 0 tot 300%, afhankelijk van het aantal draaiende pompen.
1-1-3
Weergave of droogloopbeveiliging wel of niet is aangesloten.
1-1-7
Omgevingstemperatuur indien onder 3-3-4 WSD de functie "Temperatuur" is geselecteerd.
1-1-8
Alleen voor service. Toestand van de digitale ingangen.
1-1-10
Uitschakeltoerental. Het onder 3-11-3 instelbare toerental, bij onderschrijding waarvan de toerentalgeregelde
pomp wordt uitgeschakeld. Alleen actief wanneer onder 3-11-1 de energiebesparingsmodus is ingeschakeld.
1-2-1
Bedrijf pomp. Na selectie van een pomp (pompnummer invoeren) kan deze pomp in automatisch bedrijf
gedurende 10 s op handbedrijf worden omgeschakeld of worden uitgeschakeld. Een pomp die door deze
parameter is uitgeschakeld, moet op deze wijze ook weer in automatisch bedrijf worden genomen.
Een spanningsreset leidt niet tot het opnieuw inschakelen van deze pomp!
Wanneer een pomp met deze parameter in handbedrijf is genomen, schakelt de pomp na 10 s weer terug naar
de bedrijfswijze waarin deze zich voorheen bevond.
1-2-2
Weergave pomplast: toont de belasting van iedere pomp.
1-2-3
Alleen voor service. Weergave toestand motorbeveiliging.
1-2-4
Weergave bedrijfsuren van iedere pomp.
1-2-5
Alleen voor service. Weergave pompstarts en opgetreden fouten.
8.1.6.2 Parametergroep 2 "Diagnose"
op te roepen met functietoets Diagnose
De parameters waarvan de cijfercode met 2 begint, dienen ter diagnose bij optredende
fouten.
Afb. 9: Toets
Diagnose
31 / 60

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave