2.7 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud, inspectie en montage
2.8 Ontoelaatbare bedrijfsvoering
10 / 60
– Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de drukverhogingsinstallatie zijn alleen na
toestemming van de fabrikant toegestaan.
– Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen
gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de
daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen.
– De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en
montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende
heeft geïnformeerd.
– Werkzaamheden aan de drukverhogingsinstallatie alleen tijdens stilstand uitvoeren.
– Het pomphuis moet de omgevingstemperatuur hebben aangenomen.
– Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn.
– De handelwijze voor het buiten bedrijf stellen van de drukverhogingsinstallatie die
beschreven staat in de gebruikshandleiding, absoluut in acht nemen.
– Drukverhogingsinstallatie die vloeistoffen verpompen die schadelijk zijn voor de
gezondheid, moeten worden ontsmet.
– Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en
beschermingsvoorzieningen weer aangebracht resp. functioneel gemaakt worden. Vóór
het opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor de
inbedrijfname in acht worden genomen.
– Onbevoegden (bijv. kinderen) uit de buurt van de drukverhogingsinstallatie houden.
– Voor het openen van het apparaat of na het uittrekken van de netstekker minstens 10
minuten wachten.
De grenswaarden die in de documentatie staan vermeld, in geen geval overschrijden.
De bedrijfsveiligheid van de geleverde drukverhogingsinstallatie is alleen gegarandeerd bij
een correct gebruik. [ð Hoofdstuk 2.2, Pagina 8]